BD.8915
22 januari 1965
De arbeiders in de wijngaard hebben de plicht tegen de dwaling
op te treden
Uw taak is het op te komen voor de waarheid die u van Mij
ontvangt. Als Ik u in kennis stel van zaken die onjuist anders worden
voorgesteld, dan hebt u de plicht u voor de u overgebrachte geestelijke
leringen in te zetten en het niet stilzwijgend te dulden als u met dwaling
wordt geconfronteerd. Want daarom straal Ik het licht van de waarheid
naar de aarde om juist de leugen en de dwaling te weerleggen, omdat de
dwaling voor de mensen een gevaar is, als er niet het licht van de waarheid
op valt en zodoende de dwaling gepaard gaat met de waarheid.
Begrijp het toch dat het niet hetzelfde is of u de waarheid geschonken
wordt of niet. Begrijp het dat u door te dwalen de weg naar Mij niet vindt
en dat u zich er van moet ontdoen, is het niet op aarde, dan is het wel
in het rijk hierna. En voordat u niet in de gehele waarheid vaststaat,
kan er voor u geen gelukzaligheid zijn. Daarom heb Ik ook strijders nodig
die steeds de waarheid naar voren brengen, die niet terugschrikken hun
weten aan de medemensen mee te delen, zodat iedereen kan kiezen tussen
dwaling en waarheid.
U weet niet hoeveel dwaling er in de wereld is, Ik weet dat echter wel
en kan dit daarom niet stilzwijgend dulden. Daar Ik echter geen mens dwing
de waarheid aan te nemen, kan Ik alleen maar dit ene doen, strijders voor
Mij zelf op te leiden, die in mijn plaats spreken en ook de dwaling aanpakken
als hij duidelijk zichtbaar wordt. Want meestal verschuilt ie zich achter
een masker dat mijn tegenstander verbergt.
En dat is het grootste kwaad, dat hij met dezelfde middelen werkt om Mij
en mijn licht uit de doven. Daarom kan er niet streng genoeg tegen worden
opgekomen, en wie weet dat hij in het bezit is van de zuivere waarheid,
die zal daar steeds voor uitkomen, omdat hij een genadegeschenk ontvangt
van grote betekenis, dat hem de strijd erg verlicht, want hij kan alles
met redenen omkleden en hij hoeft niet te vrezen dat mijn tegenstander
hem de baas is, want die zal voor het licht altijd de wapens neerleggen.
En licht geef Ik u in overvloed, zodat het voor u heel gemakkelijk is
in te zien wat de herkomst van die geestelijke leringen is, die aan dit
licht van boven tegengesteld gericht zijn. En zodoende zult u het niet
stilzwijgend mogen gedogen, want wat tegen de waarheid is gericht, is
leugen en tegen de leugen trek Ik ten strijde.
De mensen weten niet in welke warboel van onjuiste leerstellingen ze zich
bevinden. En wie er zich niet van kan vrijmaken op grond van de hem toegekomen
zuivere waarheid, die zal daarmee belast het rijk hierna ingaan als hem
de graad van zijn liefde niet een bliksemsnel inzicht verzekert, maar
dan zal hij ook al in zijn aardse leven de dwaling kunnen inzien en hij
zal alles afwijzen wat niet met de waarheid overeenkomt. Want de liefde
verlicht hem en hij zal onwillekeurig een weerstand voelen tegen valse
leringen.
Hoe meer het naar het einde loopt des te meer zullen er zogenaamde "ontvangers
van het woord" op de voorgrond treden en dezen zullen hun valse boodschappen
willen verbreiden en dan gaat het erom, onderscheid te maken tussen de
geesten. Want waarlijk satanische boden zullen daar onder zijn, die in
opdracht van hem actief zijn, die de wereld te gronde wil richten, die
de mensen de terugweg naar Mij helemaal onmogelijk probeert te maken.
U echter die Mij wilt dienen, u zult hem herkennen en weten wat u van
die boodschappen denken moet. En nooit mag u uit tolerantie een van al
deze boodschappen accepteren, want wie de leugen niet bestrijdt, die laat
zich door haar gevangen nemen en dan raakt zijn denken in verwarring en
hij zal de zuivere waarheid niet meer kunnen onderkennen. En dat is zijn
opzet: ook de geest van hen in verwarring te brengen die zich van hem
willen scheiden, om hen weer in zijn macht te krijgen. Want geen middel
is hem te minderwaardig en geen list te gemeen, als hij maar zijn doel
bereikt.
Amen |