BD.8818
22 juni 1964
De strijd tegen de dwaling
U zult hard moeten vechten tegen de dwaling want ze heeft
al over heel de wereld ingang gevonden, zoals het ook niet anders zijn
kan, daar de tegenstander Gods het bewind voert, het verstand echter
door hem bedacht wordt volgens de wil van de mens. Maar daar zijn denken
al van God is afgekeerd, kan hij hem beïnvloeden, en hij zal dit
steeds doen om duisternis onder de mensen te brengen, om het licht van
de waarheid uit te doven waar dit hem lukt.
Het zou zo makkelijk zijn in de zuivere waarheid te wandelen, wanneer
de mensen zich allen door God zelf lieten onderrichten, wanneer Hij toegang
had tot allen, en dan zou ook het denken van de mensen overeenstemmen
- maar zo is er een grote verwarring te constateren. De mensen zijn zich
niet van het doel van hun aardse leven bewust, dat het gaat om het rijp
worden van de ziel. En alle begrippen zijn door elkaar gehaspeld. Er zijn
er maar weinige aan wie God de waarheid zelf kan aanbieden, zodat ze juist
denken en op de hoogte zijn van het doel van het aardse leven. Maar dezen
zijn niet bij machte bij hun medemensen ingang te vinden en hun opheldering
te verschaffen, hun de zuivere waarheid uit God aan te bieden en de vele
dwalingen bloot te leggen, die hun geest verduisteren.
En niet alleen daar is de waarheid niet meer te herkennen. Ook in de kringen
van hen die God willen dienen, houdt hij lelijk huis, waar hem dit door
mensen mogelijk is in wie nog een aan hem gelijke aard te vinden is. Al
dezen streven ook naar de waarheid, maar ze gaan niet rechtstreeks tot
God, ze trachten de waarheid door omwegen te achterhalen - ze verbinden
zich met wezens uit het heelal die de tegenstander evenzo nog toebehoren
en dezen wijzen de mensen weer de verkeerde weg. Zodra God zelf de waarheid
niet naar de aarde stuurt, wat ook wel door de lichtwezens kan plaatsvinden,
die echter een volledig weten bezitten en van God toestemming hebben om
te onderrichten, zo lang kan hun de zuivere waarheid niet worden gegeven
en zullen de mensen zich steeds weer met dwaalleren bezig hebben te houden.
De duisternis strijdt tegen het licht, en in het geestelijk dieptepunt
van de mensen zal ook de duisternis de overwinning behalen; want het einde
zal de hernieuwde kluistering zijn. Maar zolang God zelf nog tot de mensen
spreekt, geeft Hij ook aan hen die (zijn woord) ontvangen, de opdracht
voor Hem en de verbreiding van de waarheid werkzaam te zijn en Zijn woord
overal heen te brengen waar het maar wordt aangenomen. U hoeft niet bang
te zijn, ook wanneer u vijandig wordt bejegend, want Hij zelf is met u,
Hij zelf zal u zo leiden dat u al diegenen het licht brengt die er dringend
behoefte aan hebben, die er ook naar streven in de zuivere waarheid te
wandelen. U, die rechtstreeks door God wordt onderricht of door Zijn boden
de geestelijke leringen ontvangt, bent volledig op de hoogte over de misvormde
leer, die niet meer overeenstemt met de woorden van Jezus Christus. U
is de reden gegeven waarom verkeerde opvattingen zijn binnengeslopen.
U zult nu ook de zuivere leer moeten doorgeven zoals ze u werd overgebracht.
Want de waarheid moet baan breken; wie haar ontvangt moet haar ook verbreiden
en alles doen om de dwaling te ontmaskeren als werk van de tegenstander
van God. En u zult ook op elke manier ondersteuning vinden, want daar
het Zijn wil is, zal Hij ook uw gedachten zo sturen, dat al diegenen dat
krijgen aangereikt wat hun tot heil van hun ziel dient. Want dwaling leidt
niet naar Hem, en of de mensen al goed zijn en bewust geen kwaad doen,
ze zullen, wanneer ze onjuiste gedachten hebben, ook in het hiernamaals
niet eerder zalig worden, tot ze de zuivere waarheid hebben ingezien en
zich vrij hebben gemaakt van dwaling en leugen; want alleen God is eeuwige
Waarheid en Hij kan alleen gevonden worden door de waarheid. Maar nooit
of te nimmer kan dwaling en leugen een mens naar het doel leiden: naar
de vereniging met Hem, naar het eeuwige leven in heerlijkheid.
Amen |