BD.8784
19 maart 1964
Zonder de verlossing door Jezus Christus is er geen gelukzaligheid
Denk eraan, u mensen, dat Ik u wil helpen in het leven op aarde al een graad van rijpheid te bereiken, die u in staat stelt na uw heengaan van deze aarde het lichtrijk binnen te gaan.
Eenmaal zult u weliswaar dit rijk betreden, maar de tijd daarvoor kan u nog onmetelijke kwellingen bezorgen, wanneer u geheel ontgeestelijkt het rijk hierna binnen gaat en de poorten naar het lichtrijk voor u nog gesloten zijn. Mijn barmhartigheid en genade gelden weliswaar voor elke ziel, al heeft ze op aarde ook een slecht leven geleid, maar Ik kan ze niet anders bedenken dan dat mijn gerechtigheid het toelaat. En ze kan steeds alleen sferen in het geestelijke rijk in bezit nemen, die overeenstemmen met haar levenswandel. En ze moet dan nog onmetelijke kwellingen en leed verduren om verzoening te vinden voor haar zondenschuld. En vindt ze in het rijk hierna de weg naar Jezus Christus niet, dan komt er aan haar lijden geen einde. Ze zinkt steeds dieper en zal uiteindelijk het lot van de hernieuwde kluistering op zich moeten nemen, omdat er anders geen bevrijding van de oerschuld bestaat dan door Jezus Christus. U allen begrijpt het verlossingswerk niet in zijn volle betekenis.
En dat is het, wat uw grote nood uitdrukt.
En Ik wil mijn schepselen helpen, zodat ze nog tijdens het leven op aarde de weg naar het kruis vinden, die dan een heel ander lot van de ziel garandeert.
Want de vergeving van de zondenschuld nog voor de dood van de mens, is in heel het aardse bestaan het meest waardevolle om naar te streven.
Dan staat voor de ziel de poort naar het lichtrijk open. Dan zal ze gelukzaligheden kunnen genieten in overvloed. Maar de mensheid is totaal niet op de hoogte van de grote betekenis van het verlossingswerk. En mijn tegenstander doet naarstig zijn best haar voortdurend daarover in onwetendheid te houden.
En of de mensen ook geloven dat de mens Jezus eens over de aarde is gegaan en de mensen een hoogst volmaakt leven heeft voorgeleefd en ze heeft opgeroepen dit na te volgen, toch willen ze niet geloven dat een hoge geestelijke missie aanleiding heeft gegeven voor deze wandel van Jezus op aarde.
Ze willen het niet geloven dat het om een werk van de grootste barmhartigheid ging. Dat Jezus door Zijn kruisdood een grote schuld teniet wilde doen en heeft gedaan, die niet anders kon worden vereffend dan door een werk van overgrote liefde en een mateloos lichamelijk lijden, en dat daardoor de wijde kloof werd overbrugd tussen het lichtrijk en het duistere rijk. Deze brug nu kon worden betreden door ieder mens die in het verlossingswerk van Jezus Christus gelooft en die ook in mijn menswording in Hem gelooft. Deze menswording is weer een mysterie dat alleen door mensen met een gewekte geest begrepen kan worden, omdat de zondige toestand van de mensen elk begrip daarvoor uitsluit. De mens moet zich dus tevoren positief instellen tegenover het verlossingswerk van Jezus en om vergeving van zijn schuld vragen. Dan wordt hij in innige verbinding met Hem onderricht door de geest in zich, die zich pas kan uiten wanneer de vergeving van de oerzonde heeft plaatsgevonden.
Dan zal ook mijn menswording in Jezus voor hem begrijpelijk zijn, want dan kan hij door de geest in zich in alle waarheid worden ingeleid en kan hij onderwezen worden over elke geestelijke samenhang.
Hij kan dus weer tot het inzicht komen, dat hij eens verloren heeft door zijn opstand tegen Mij. Het begrip voor al deze samenhang zal hij pas verkrijgen door zijn geest. Maar toch kan dit weten de mens worden voorgelegd. En wordt hem dan naar waarheid melding gemaakt over Jezus Christus, Zijn verlossingswerk en mijn menswording in Hem, dan kan de waarheid een mens ook overtuigen en hem dezelfde weg doen gaan, de weg naar het kruis.
En het zal voor hem dan steeds begrijpelijker worden wat hij tevoren alleen maar had gehoord van een verlichte medemens. Daarom is Mij zoveel gelegen aan de verbreiding van de zuivere waarheid. Want Ik wil toch dat deze waarheid ook die mensen bereikt, die niet slecht zijn, maar nog ongelovig. Die zich nu door de waarheid voelen aangesproken en door de kracht van de waarheid worden aangeraakt en dus ook tot geloof kunnen komen. Wist u mensen, hoeveel u zelf uw lot bij het binnengaan in het rijk hierna zult kunnen verbeteren wanneer u door Jezus Christus verlost bent van uw zondenschuld, dan zou u ook begrijpen waarom Ik steeds weer dit probleem naar voren breng. Waarom Ik u steeds weer de geestelijke samenhang uitleg en probeer uw verstand te stimuleren daarover na te denken. Want slechts de geringste wil om het doel van uw aards bestaan te vervullen, is voor Mij al voldoende om u te leiden en elke mogelijkheid te scheppen opdat u tot inzicht komt.
En juist het laatste weten kan u alleen door het werkzaam zijn van mijn geest worden geschonken. Want de mensen zullen steeds onder invloed van mijn tegenstander juist het belangrijkste willen negeren: de verlossing van alle schuld door Jezus Christus.
Ze doen wel concessies doordat ze Zijn bestaan toegeven en ook Hem zelf voorstellen als een mens die in het aardse bestaan de hoogste volmaaktheid heeft bereikt, maar dat het om een heel ander probleem gaat, dat het erom gaat dat zonder Hem de mensheid eeuwig van Mij, haar God en Schepper, gescheiden blijft, dat wil ze niet geloven. Ook niet dat de zielen in het hiernamaals nooit vooruit kunnen gaan in hun ontwikkeling, maar zolang op de grond liggen als de last van de oerzonde op hen drukt. Ze leiden dus een jammerlijk, erbarmelijk bestaan tot ze ook ginds de goddelijke Verlosser vinden, tot ze de inspanningen van de lichtwezens belonen en zich laten leiden zonder weerstand tegen Degene die hen uit de diepte zal verheffen en hun de zondenschuld vergeeft zodra ze Hem daarom vragen.
Eerst moet dus het geloof aanwezig zijn dat Jezus door Zijn werk van erbarmen, door Zijn dood aan het kruis, de mensen heeft verlost van hun oerschuld. Dan pas is de missie van de mens Jezus op aarde gemotiveerd, maar niet alleen Zijn levenswandel - die daar weliswaar ook toe behoort, want zonder liefde kan geen mens zalig worden en de leer van de liefde was de inhoud van Zijn onderrichtingen aan de mensen die Hij wilde redden uit de duisternis van geest, uit de ketenen van de vorst der duisternis. De mensen leefden voort in algehele onwetendheid. Ze zagen zich zelf niet als schepselen van een hoogst volmaakt Wezen. Ze zagen hun gebrekkigheid niet in en hielden alleen van hun ik. En hun eigenliefde zette ze aan tot zondigen, waarvoor ze echter in het rijk hierna boete zouden hebben kunnen doen, al betekende dit ook eindeloze tijden van kwellingen.
Maar deze zonden waren niet de reden van mijn afdalen naar de aarde in de mens Jezus. Het ging om de grote oerzonde van de vroegere afval van Mij, die geen mens zelf zou hebben kunnen tenietdoen, al zou hij eeuwigheden in een noodlottige toestand doorbrengen. Deze zonde was de reden dat Ik zelf naar de aarde kwam en in de mens Jezus het verlossingswerk volbracht.
Want de Liefde zelf deed de schuld teniet en de Liefde was in de mens Jezus.
En steeds weer zal Ik u mensen dit verkondigen door mijn geest. Steeds weer zal Ik u het grootste mysterie trachten uit te leggen. En Ik zal mijn volgelingen in de eindtijd uitzenden om de mensen de waarheid te verkondigen over Jezus Christus, de Zoon van God en Verlosser van de wereld, die Mij zelf in zich droeg. En Hij en Ik zijn één en zullen dat blijven tot in alle eeuwigheid.
Amen |