BD.8773
8 maart 1964
God openbaart zich als het volmaaktste wezen
Steeds weer ervaart u het bewijs van mijn tegenwoordigheid,
wanneer Ik tot u spreek en u dit toespreken van Mij verneemt. Want u zou
Mij niet kunnen horen wanneer Ik zelf Mij niet wilde openbaren. Maar omdat
Ik het voor dringend noodzakelijk houd, dat u kennis neemt van het Wezen
aan wie u uw bestaan te danken hebt, en daar Ik ook wil dat u over dit
Wezen geen verkeerd beeld wordt geschetst, uit Ik mezelf tegenover u
en bewijs Ik u daardoor mijn aanwezigheid. Want van het onderkennen van
Mij zelf hangt het af of u Mij liefhebt.
En daarom moet u allereerst van mijn Wezen vernemen dat het in zich liefde
is en dat het u met Zijn liefde graag voor altijd en eeuwig gelukkig wil
maken. Ik openbaar me aan u. Ik geef u uitvoerig kennis van mijn besturen
en werkzaam zijn, van mijn macht en mijn wijsheid. Ik wil mezelf als
het volmaaktste Wezen aan u bekend maken, opdat u leert Mij lief te hebben.
Ik wil niets anders bereiken door mijn openbaringen, dan dat u Mij weer
de liefde zult schenken die u eens voor Mij had gevoeld en waardoor u
onuitsprekelijk gelukkig was.
Maar nu is uw leven geen toestand van geluk en zaligheid, omdat één
ding u ontbreekt: omdat de kracht van mijn liefde u niet doorstraalt.
Maar die kan u alleen doorstralen, wanneer u zelf in liefde voor Mij uw
hart opent. En om dit laatste te bereiken, doe Ik u een weten toekomen,
dat u er wel toe zou kunnen aanzetten Mij liefde te schenken. Want dit
weten is zo geweldig en omvangrijk en u leert daardoor uw God en Schepper
kennen in Zijn diepe vaderliefde, die u voortdurend gelukkig wil maken.
U leert Mij te zien als het volmaaktste Wezen. En u stuurt bewust aan
op dit volmaaktste Wezen. U verlangt vurig weer naar de vereniging met
Mij, die eens bestond. En Ik zelf kan u nu ook weer naar Mij toe trekken
en u gelukkig maken tot in alle eeuwigheid.
Dit is het doel ervan dat Ik me steeds weer aan u mensen openbaar door
het woord, dat Ik u aanspreek, omdat u geheel zonder enig inzicht bent,
zonder al het weten dat overeenstemt met de waarheid. En omdat dan ook
uw aardse leven een nutteloos leven is, wanneer u niet doelbewust op Mij
aanstuurt, maar alleen de wereld en de vreugden ervan beleeft. Vooreerst
vind Ik het voldoende dat u overtuigd gelooft in een God, in een Macht
die u heeft geschapen. Maar dit overtuigd geloof hebben slechts weinig
mensen, omdat daartoe ook een leven in liefde hoort.
Maar het vormgeloof spoort de mensen niet aan om verbinding met Mij te
zoeken. Het levende geloof daarentegen brengt al door gedachten de band
met Mij tot stand en de mens komt Mij stap voor stap naderbij, omdat hij
door een leven in liefde de band met Mij steeds hechter vorm geeft en
Ik hem ook niet meer van Mij weg laat gaan. En dan is het ook mogelijk
Mij aan hem te openbaren. Eerst door middel van gedachten, tot Ik dan
tot hem kan spreken en hij Mij zal vernemen, ofschoon dit gebeuren op
verschillende manieren plaatsvindt. Maar hij zal steeds mijn woord herkennen,
ofwel gesproken door mijn dienaren, ofwel in de schrift vervat.
De wil om door Mij toegesproken te worden, verzekert hem steeds van mijn
toespreken. En dan zal hij helder inzicht verkrijgen, want Ik zal hem
ook kunnen onderrichten door mijn geest, opdat het licht in hem zal worden
en zijn weten zal toenemen en zijn liefde voor Mij steeds meer ontbrandt.
Dan is zijn gang over de aarde als mens niet tevergeefs. Dan zal hij zijn
doel bereiken, hij zal de aaneensluiting met Mij vinden en eeuwig gelukzalig
zijn.
Amen |