Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.8768
2 maart 1964

Geen scheppingswerk is zin- en doelloos

Er bestaat niets in de materiële schepping wat zin- en doelloos zou zijn, zelfs wanneer u mensen het doel ervan niet zult kunnen inzien. Alles is eens ontstaan om het geestelijke te helpen zich positief te ontwikkelen. En deze positieve ontwikkeling bestaat in dienen, al is het ook in gebonden wil, in een toestand van moeten, waarin zich alles afspeelt volgens goddelijke natuurwet. Voor de mens is niet altijd de dienende bestemming duidelijk. En toch is elk scheppingswerk uit de handen van God voortgekomen en in onovertroffen wijsheid is het een functie toegewezen, die soms alleen het geestelijke zelf betreft, dat in die scheppingen is gebonden: dat het dat geestelijke "gekluisterd" houdt, om zijn weerstand te breken, om het aan te sporen naar de vrijheid te streven. Want het geestelijke, dat zich positief moet ontwikkelen, is door zijn weerstand tegen God verhard geestelijks, dat zijn weerstand moet opgeven, wil het vooruitgaan in zijn ontwikkeling. En zulke scheppingswerken blijven eindeloos lange tijden onveranderd in hun vorm. En toch vervullen ze een doel: dat ze het geestelijke omhullen, dat al uit de diepste diepte vandaan is en in een scheppingswerk zijn ontwikkelingsgang omhoog begint. Want er is nog eindeloos veel verharde geestelijke substantie, die nog niet aan de weg is begonnen, die nog niet door de materie kan worden ingesloten, omdat de weerstand ervan nog zo sterk is, dat ze nog geen materie kan worden, dat ze zich niet door de liefde van God liet omhullen en er nog lange tijd voorbij kan gaan, tot ook dit geestelijke eenmaal de weg door de scheppingen begint. Maar wat u mensen ziet in de schepping, heeft allemaal een dienend doel, dat u mensen echter door uw wil zult kunnen verhinderen, wanneer u de afzonderlijke scheppingswerken niet zinvol gebruikt, wanneer u ze verhindert om dienstbaar te zijn, dat alleen hun positieve ontwikkeling tot stand brengt. De opbouw en het voortbestaan van vele scheppingen is juist door die werken der schepping verzekerd, die hun dienende bestemmingen kunnen nakomen.

Want niet alleen dient de schepping de mens, maar ze verzekert haar eigen bestaan, omdat het ene werk is ontstaan voor het andere en dit in alle liefde en wijsheid is overwogen en bepaald door God, die niets zonder zin en doel zal laten ontstaan, omdat dit indruist tegen Zijn liefde en wijsheid.

Maar of u elke bestemming inziet, is twijfelachtig zolang u zelf als mens nog een lage graad van rijpheid hebt. Maar bij toenemende rijpheid zult u het inzicht verkrijgen.

En pas dan zal het wonder van de schepping steeds meer indruk op u maken, omdat u dan zaken duidelijk worden, die u nauwelijks in staat bent te begrijpen, omdat ze u een volkomen oneindige, machtige, liefdevolle en wijze Schepper bewijzen, die zich een doel heeft gesteld en dit doel ook zeker zal bereiken. En zo zult u mensen zelf alles juist moeten gebruiken, wat de schepping u biedt.

U zult een beroep moeten doen op haar diensten, wat het ook is. Want zowel de harde materie, de wereld van de gesteenten, alsook de planten- en dierenwereld is voor u geschapen, opdat u ze steeds op de juiste wijze zult gebruiken.

Elke ontbinding van de materiële uiterlijke vorm is een schrede voorwaarts voor de ontwikkeling van het in de vorm gebonden geestelijke. U zult echter niet onrechtmatig vormen mogen oplossen, waarvan de tijd nog niet is gekomen, waarvoor u wel de juiste beoordeling is gegeven.

U zult niets voortijdig het onmogelijk mogen maken u te dienen. U zult u aan de natuurwetten moeten aanpassen, daar u anders zelf het kind van de rekening bent.

Want zodra iets geestelijks voortijdig vrij wordt, is zijn invloed op u mensen schadelijk, omdat het onrijpe geestelijke zich wreekt op de mensen, die zijn rijpingsproces onrechtmatig onderbraken. En dit gevaar bestaat, wanneer de mens al te zeer aan de materie is gehecht en hij zal proberen aards zijn voordeel te doen en hij de natuurwetten buiten beschouwing laat. Steeds moet alles zich in wettelijke ordening voltrekken. Dan is ook een positieve ontwikkeling verzekerd van al datgene, wat zowel in de schepping als in de mens zelf nog gebonden is en eenmaal vrijheid zal verkrijgen. Maar de goddelijke ordening wordt meestal omvergegooid. En daarom blijft er ook in de geestelijke ontwikkeling een achterstand en eist deze een gewelddadige regeling, die ook steeds dan plaatsvindt, wanneer het gevaar bestaat, dat er niets meer volgens goddelijke ordening nuttig wordt gebruikt en dat het geestelijke in elke vorm de dienende bestemming wordt ontzegd.

Want er is niets in de schepping, wat niet aan zijn doel zou moeten beantwoorden. Elk scheppingswerk dient tot opbouw en instandhouding van de aarde. En zolang aardse scheppingen ontstaan, is ook het ontwikkelingsproces nog niet beëindigd, dat de definitieve terugkeer van het eens gevallen geestelijke tot doel heeft. En er zullen nog eeuwigheden voorbijgaan. Steeds weer zullen er nieuwe scheppingen ontstaan, want er wachten nog talloos vele oergeesten op hun verandering tot materie, op hun gang door deze materie en op hun definitieve terugkeer naar hun oorsprong van eeuwigheid.

Maar alles gebeurt in wetmatige ordening. En zo heeft ook alles een ongunstige uitwerking op datgene, wat tegen deze wet van eeuwige ordening is gericht.

Maar eens zal het doel bereikt zijn. Eens zal alles weer vergeestelijkt zijn en eens zullen ook alle scheppingen alleen van geestelijke aard zijn, die alleen nog tot eindeloos diepe vreugde van de wezens ontstaan, omdat deze nu voortdurend scheppen en werkzaam zijn tot hun eigen gelukzaligheid.

Amen