Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.8753
14 februari 1964

De vrije wil moet geestelijk weten aannemen

Waar er zich aan u een gelegenheid voordoet, ophelderend werkzaam te zijn op geestelijk gebied, daar moet u er gebruik van maken en van mijn bijstand zult u altijd verzekerd kunnen zijn. Want niets komt toevallig op uw weg - alles is door Mij beschikt, zoals Ik het als nuttig en zegenrijk voor de zielen van de mensen inzie. Want er is nog veel dwaling uit de weg te ruimen, en Ik ken die mensen, die van goede wil zijn. En dezen probeer Ik de waarheid te doen toekomen opdat ze tot inzicht komen en hun dwaling niet verder doorgeven tot schade van hun medemensen.

Ik kan echter steeds alleen maar daar werken waar de wil Mij betreft - waar dus geen weerstand tegen Mij als God en Schepper meer bestaat, want zoiets maakt alle wegen onmogelijk en verhindert tengevolge daarvan de mensen datgene aan te nemen wat hun als waarheid wordt verteld.

Ik ben een God van liefde, wijsheid en macht en toch gebonden aan mijn wet van eeuwige ordening. Zelf kan Ik niet in strijd handelen met deze wet, omdat Ik een hoogst volmaakt Wezen ben en deze eeuwige wet ook beantwoordend aan mijn volmaaktheid werd opgesteld. En zo kan Ik niet op grond van mijn macht een geschapen wezen dat vrij is, onvrij maken doordat Ik dit wezen mijn wil opleg.

Doch krachtens de vrije wil kan de mens in de waarheid, maar ook in de meest krasse dwaling verkeren zonder daar door Mij in gehinderd te worden. Maar het kleinste beetje wil om in de waarheid te wandelen, verzekert hem deze ook omdat Ik daartoe de macht heb - en omdat Ik de wil zie en alles zo beschik, dat de mens in de waarheid wordt binnengeleid.

Maar iedereen die bereid is Mij te dienen, die dus bezig is in de zin van zijn medemensen opheldering te schenken, moet zelf een gewekte geest hebben, dat wil zeggen: door middel van gedachten in innige verbinding met Mij staan en door werken van liefde deze innige band versterken zodat hij dus het contact tot stand brengt tussen hem en Mij, dat voor hem het toestromen van mijn liefde mogelijk maakt - en dat in de vorm van het doorgeven van waarheid bewezen wordt. Want pas wanneer hij zelf de waarheid bezit kan hij deze ook aan zijn medemensen doorgeven en dan zal Ik hem zegenen en hem waarlijk rijk voorzien van geestelijk weten. En hij zal zijn verstand minder nodig hebben wanneer hij luistert naar datgene wat de stem van zijn hart hem zegt.

Hij zal zich meer door het gevoel laten leiden en toch heel succesvol arbeid kunnen verrichten, omdat hij altijd zeker kan zijn van mijn ondersteuning wanneer het er om gaat dat het licht onder de mensen gebracht wordt. Alleen moet u zich zonder tegenstand laten leiden, dat wil zeggen: aan alle innerlijke opdrachten gevolg geven die u weliswaar als zelf gewild zult voelen, die echter steeds mijn wil als beweegreden hebben, die u de juiste gedachten in geeft.

Ieder die de innerlijke drang voelt de waarheid te bezitten en door te geven, kan Ik ook als goede knecht voor mijn wijngaard gebruiken. En hij zal steeds alleen vanuit mijn wil bezig willen zijn, die hij in zich voelt - als 'n eigen verlangen dat hij zou willen vervullen. En diens wegen zal Ik effenen en ook zijn gedachten juist leiden. Maar het zijn er maar weinige die naar het licht zoeken en tot de Bron van het licht gaan, het zijn er maar weinige die geen genoegen nemen met geestelijke leringen die ze van buitenaf gebracht bekomen, het zijn er maar weinige die alles grondig proberen uit te zoeken en zo met Mij in innig contact staan.

En daarom kan er van Mij uit maar zelden waarheid naar de aarde gestuurd worden - maar ze zal worden verbreid omdat het licht ingang zal vinden en steeds weer diegenen zal toestralen die zich uit de duisternis zouden willen bevrijden. En hoe dieper ze zelf de waarheid binnendringen, deste sterker is in hen ook de drang hun medemensen opheldering te verschaffen. En ieder van hen is voor Mij dan ook een ware medewerker in mijn wijngaard, omdat hij dan in mijn plaats spreekt wat de mensen allemaal moeten weten en ook zouden kunnen weten wanneer ze hun hart maar zouden willen openen zodat helder licht bij hen binnen zou kunnen stralen.

En of het er maar weinige zijn die Mij dienen, ze zullen toch niet zonder resultaat werkzaam zijn, want het licht heeft een werking vol van kracht die niet onderschat mag worden. Daarom, let alleen op mijn leiding en neem ook alles wat gebeurt als goddelijke beschikking aan, want Ik alleen ken de harten van de mensen en Ik alleen weet wat voor hun ziel dienstig is om rijp te worden.

Amen