BD.8743
3 februari 1964
Opheldering over de komst van de Heer
Ik wil u een geestelijke informatie geven wat voor uw ziel tot heil zal zijn: Ik wil u een gebied ontsluiten dat u nooit zonder het werken van mijn geest betreden kon, omdat Ik u in een wereld wil binnenvoeren waarin alleen de geestelijk ontwaakte mens inzage kan hebben, omdat reeds een zekere kennis over feiten voorwaarde is, die de mens anders volledig onbekend zijn. Ik heb u beloofd naar de aarde terug te keren wanneer de dag van het einde gekomen is. Maar deze belofte heeft in u mensen de meest verschillende opvattingen doen ontstaan, doch de ware verklaring vond u niet, want mijn wederkomst wordt zo verschillend voorgesteld en - evenals de wegneming der mijnen - wat de tijd betreft verschillend aangenomen, waardoor er totaal verkeerde opvattingen zijn ontstaan die Ik dus verbeteren wil:
Mijn wederkomst naar de aarde zal niet lichamelijk plaatsvinden zodat mijn voet deze aarde zal betreden. Maar in een geestelijk lichaam zal Ik met mijn gevolg van hoogste lichtwezens verschijnen en door allen te zien zijn die van Mij zijn. Maar nooit kan die mens Mij in alle heerlijkheid zien, die zich aan mijn tegenstander verkocht heeft. Want de duisternis kan het licht niet zien, omdat die mensen geheel zouden vergaan, daar zij dat licht dat uit Mij straalt niet verdragen kunnen. Ik zal dus naar de aarde komen maar ook voor de mijnen nog verhuld in de wolken, maar zij zullen een overvloed aan licht verdragen kunnen en Mij hoogst gelukkig toejuichen als zij Mij met de grote schare van engelen aanschouwen, want daarvoor zal Ik hun de ogen openen.
Het is dus verkeerd te zeggen dat allen Mij zullen zien als Ik kom om te oordelen de levenden en de doden, want dat "oordeel" zal op een andere manier gebeuren dan dat zich een ieder persoonlijk voor Mij moet verantwoorden. Ik ken elke ziel afzonderlijk, Ik weet bij wie ze behoort, en omdat het laatste gericht op aarde daarin bestaat dat de gehele aarde omgevormd en opgelost wordt in haar afzonderlijke scheppingen opdat al het geestelijke vrij wordt om tot nieuwe omvormingen te komen, betekent deze oplossing ook de dood van de mensen die in hun laatste beproeving faalden en zichzelf aan mijn tegenstander in eigendom gaven. Dezen dus zien de dood voor ogen en kunnen hem niet ontvluchten, en er zal een grote ontzetting losbarsten onder de mensen. Maar voordat het laatste vernietigingswerk plaatsvindt, zullen de mijnen weggenomen worden.
Ik zelf zal komen om ze te halen, zij zullen Mij mogen aanschouwen als Ik van boven tot hen neerdaal. Zij zullen de handen verlangend naar Mij uitstrekken in jubel en in vurige liefde tot Mij, en Ik zal ze tot Mij trekken. Ik zal ze weghalen en ze omhoogtillen, en zij beleven een gebeuren dat de wetten der natuur geheel tegenspreekt. En deze jubel der mijnen wordt door de medemensen vernomen, wat zij eerst niet verklaren kunnen omdat zij zelf niets zien en daarom door een zekere angst gegrepen worden, die aanwakkert tot de grootste angst en ontzetting als zij die plotselinge verdwijning der mijnen bemerken, als zij er geen verklaring voor kunnen geven dat de mijnen onbereikbaar zijn, die zij vervolgen met hun haat - dat deze plotseling niet meer onder hen verblijven en onvindbaar zijn.
Er zal wel een stralende helderheid te zien zijn, die echter door deze mensen als ondraaglijk gevoeld wordt. Maar zij zullen geen lange tijd meer tot overdenken hebben, omdat het einde spoedig volgen zal. Want de stralende helderheid zal wijken voor een ondoordringbare duisternis die de mensen tot vertwijfeling brengt. Dan vinden erupties plaats, breken branden uit, de aarde scheurt, zodat geen mens zich redden kan en door de aarde verslonden wordt.
Er is niet veel tijd tussen het wegnemen der mijnen en dit laatste vernietigingswerk, want de wegneming zou voor de achtergebleven mensen een geloofsdwang betekenen en zou helemaal geen waarde hebben, want een vrije beslissing was dan uitgesloten. En de mensen hadden voordien tijd genoeg daarvoor en werden voortdurend vermaand en gewaarschuwd. En een ieder die voordien nog tot bezinning komt, wordt nog aangenomen en vóór de ondergang der aarde opgeroepen, opdat hem in het hiernamaals nog hulp geboden kan worden. Deze daad van de wegneming is een geheel onnatuurlijke gebeurtenis, maar Ik kan de wetten der natuur opheffen omdat ze geen mens meer tot nadeel zijn voor zijn ziel. Mijn komst in de wolken betekent dus geen geloofsdwang, omdat ieder mens die Mij aanschouwt reeds de rijpheid van ziel verkregen heeft, zodat hij alleen de vervulling beleeft van wat hij vast geloofde en daarom Mij dagelijks verwachtte.
Het is zelden mogelijk de mensen juist over deze gebeurtenis een ware verklaring te geven, omdat zij allen zich er reeds een beeld van gemaakt hebben en van hun voorstellingen niet willen afwijken. Maar de wegneming kan onmogelijk reeds lange tijd tevoren plaatsvinden, omdat zulke voorvallen buiten de wet om de mensen tot anders denken zou dwingen. Want het betekent het einde van deze aarde en voor alle nog levende mensen ook het einde. Ook de mijnen zullen het beleven, alleen in een toestand waarin hun elk leed bespaard blijft, ofschoon zij het gebeuren kunnen volgen omdat dit mijn wil is. Want daar zij geheel gelovig zijn, kunnen zij ook mijn macht en heerlijkheid beleven. En zij zullen ook mijn grote engelenschare om Mij heen mogen zien, en daarom nu ook geschikt zijn als stamouders de nieuwe aarde te bevolken, die voor Mij ook maar het werk is van een ogenblik wanneer Ik al het vrijgeworden geestelijke weer een uiterlijke vorm wil geven tot verdere volgroeiing.
Maar de mensen zelf is elk tijdsbegrip ontnomen tot zij weer naar de nieuwe aarde gebracht worden, maar zij bezitten nog hun oude vleselijk lichaam, dat echter al zeer vergeestelijkt zal zijn. Maar ook dit moet vermeld worden om de onjuiste opvatting te weerleggen dat de nieuwe aarde enkel door geheel vergeestelijkte wezens bewoond zal zijn. De nieuwe aarde zal opnieuw als station van opwaartse ontwikkeling dienen, daarom zullen de oude wetten ook weer voor de nieuwe aarde hun geldigheid hebben. De gang van het gevallene door de schepping zal verder opwaarts gaan tot aan de mens en de mens als zodanig zal weer de laatste wilsbeproeving moeten afleggen, wat aanvankelijk ook tot een goed resultaat zal leiden omdat de verleidingen van de kant van de tegenstander wegvallen daar hij voor een lange tijd gekluisterd is, en omdat de mensen met liefde vervuld zijn, dus de directe verbinding met Mij tot stand brengen en daardoor ook zeer snel tot een volmaakte ontwikkeling komen. U moet uzelf dus niet door verkeerde opvattingen laten misleiden om de arbeid aan uw ziel te veronachtzamen of uit te stellen, want er wordt aan die dag vastgehouden omdat Ik zal komen in de wolken, en met deze dag ook het laatste gericht op deze aarde.
Amen |