BD.8726
15 januari 1964
Opdracht van de ontvangers van het woord: reiniging van de
misvormde leer van Christus
In alle noden zult u bij Mij kunnen komen. Aards en geestelijk
wil Ik u bijstaan, opdat u zich nooit eenzaam en verlaten zult voelen,
maar steeds de zorg van mijn liefde ondervindt, die allen omvat die hun
best doen mijn wil te vervullen. En u zult zich door het hart heen aangesproken
voelen. U zult mijn raadgevingen als gedachten gewaarworden, waarmee u
het innerlijk eens zult zijn, die u graag zult willen en dan ook zult
kunnen verwezenlijken, omdat het mijn innerlijke instructies zijn, die
naar u uitgaan. En evenzo zal Ik u het juiste gevoel om af te weren in
het hart leggen, voor datgene wat niet met mijn wil overeenstemt, steeds
vooropgesteld dat u innerlijk met Mij bent verbonden en vraagt om mijn
leiding en hulp. Want Ik wil bij alles wat u gaat ondernemen gevraagd
worden om mijn zegen en bijstand, maar dan kunt u hier ook op rekenen.
Het is een ongewone opdracht, die je voor je aardse leven werd opgelegd:
de zuivere waarheid van Mij in ontvangst te nemen en ze onbedorven door
te geven; daardoor de dwaling bloot te leggen, die door inwerking van mijn tegenstander is binnengeslopen, en alles te doen, wat er toe bijdraagt mijn al geheel misvormde leer te zuiveren. Deze taak eist een steeds klaarstaande
wil en standvastigheid, want een dienaar die zo'n taak vrijwillig
op zich heeft genomen, worden de grootste hindernissen en moeilijkheden
in de weg gelegd, omdat het een bijna onmogelijke onderneming is tegen
de grote dwaling op te treden, waaraan de massa's al ten prooi zijn
gevallen en die ook van machtige zijde beschermd en verdedigd wordt als
waarheid van God. Geloof me, dat het licht helder moet stralen, wanneer
het zo'n donkerte moet doorbreken, zoals ze nu over de aarde ligt.
En daarom moet er van Mij uit het helderste licht uitgaan, dat een grote
uitstraling heeft. Een licht waarin elke dwaling wordt blootgelegd en
dat zo sterk straalt, dat het niet gedoofd kan worden.
Maar mijn lichtdrager moet zich afschermen tegen alle verblindende schijnlichten,
tegen onnatuurlijke straling van buiten af. Hij zelf mag niets verkeerds
bij zich binnen laten komen, wat de lichtsterkte van mijn eeuwig Licht
van Waarheid zou kunnen afzwakken. Hij moet de geestelijke rijkdom, die
als een waar licht van boven naar beneden naar de aarde werd gestraald,
zorgzaam behoeden voor elk toestromen uit een andere bron. Want dat ene
zult u moeten weten, dat er wel steeds weer (opname-)vaten zijn geweest,
wier wil goed was en die zich inspanden de waarheid te doorgronden en
deze dan te verdedigen als waarheid tegenover de medemensen, maar dat
het verstand daarbij ook actief was en geen zuiver werkzaam zijn van de
geest toeliet en dat daardoor steeds weer nieuwe geestesrichtingen ontstonden,
die alle wel een kern van waarheid kunnen laten zien en toch niet als
zuivere waarheid konden worden bestempeld. Daarom openbaar Ik mezelf
steeds weer, omdat Ik de duisternis ken die over de aarde ligt. Alleen
door mijn rechtstreekse openbaringen, alleen door het werkzaam zijn van mijn geest in u, wordt u de zuivere waarheid toegestuurd, waarvoor u nu
echter ook zult moeten opkomen en ze beschermen tegen elke vermenging
met vreemde geestelijke leren.
Maar wie mijn woord zelf van Mij ontvangt, moet er zich serieus voor inzetten
in het besef, dat hij van Mij alleen maar de zuiverste geestelijke leringen
kan ontvangen. Dan moet hij ook ijverig werkzaam zijn voor Mij, doordat
hij deze goddelijke lering onveranderd aan zijn medemensen doet toekomen
en zich ook van elke tekstverklaring onthoudt, want zijn verstandelijke
werkzaamheid kan alweer leiden tot veranderingen, die niet in overeenstemming
zijn met mijn openbaringen, tenzij de mens spreekt in mijn naam voor Mij
en mijn rijk, zodat Ik hem de woorden in de mond leg. Dan hoeft hij niet
bang te zijn er eigen gedachten tussen te voegen, die mijn openbaringen
tegenspreken. En zo geef Ik ook een ieder van mijn medewerkers die taak,
die hij moet vervullen. Ik zet ieder op de plaats, waar hij voor Mij werkzaam
kan zijn. Toch is de graad van rijpheid van mijn dienaren op aarde verschillend.
En overeenkomstig daarmee zijn ook mijn openbaringen verschillend van
aard, echter niet afwijkend van elkaar wat hun waarheidsgehalte betreft.
En evenzo zijn ook de verschillende ontvangers al naar gelang hun toestand
van rijpheid voor hun werkzaamheid bestemd. Ze zullen steeds gunstig op
hun omgeving kunnen inwerken en ook hun eigen geestelijk inzicht tegenover
de medemensen gebruiken. Dus zullen ze ook "licht uitstralen".
Maar weer op een andere manier dan het jouw opgave is: de thans bestaande
leer - die zij de naam "leer van Christus" geven -
te reinigen van alle leugen en bedrog, van alle dwaling die is binnengeslopen
en die ook grote geestelijke nood heeft veroorzaakt, waarin de mensheid
in de eindtijd zal wegkwijnen. Want er straalt geen waar licht meer, waarin
de mensen de weg naar Mij vinden. Ze gaan duistere wegen, die naar de
afgrond voeren en er is een helder stralend licht nodig, dat binnenstraalt
in de donkerte. Deze taak is groot en geweldig, maar die zal van Mij uit
elke ondersteuning ondervinden, als mijn wil maar wordt vervuld, wanneer
maar op alle voorwaarden acht wordt geslagen, die Ik steeds weer stel,
die een waar licht garanderen: dat mijn dienaar zelf de zuivere waarheid
begeert. En daar hoort ook bij, dat hij ze beschermt tegen elke bijkomstigheid,
die hem niet rechtstreeks van Mij uit is toegestroomd. Begrijp het, u
mensen, hoewel Ik uw beoordelingsvermogen scherp, dan zult u toch niet
de wegen van mijn tegenstander kunnen volgen, die vaak onder het mom van
een lichtengel u tegemoet treedt en u weer zijn geestelijke leringen aanbiedt,
omdat hij steeds probeert de waarheid te ondermijnen en zijn macht in
de eindtijd bijzonder groot is. En omdat u van zijn aanvallen niet helemaal
zeker bent, zolang u als mens over de aarde gaat, zo weersta alle verzoekingen,
mijn zuivere geestelijke leer te vermengen (met eigen bijzaken). Laat
het u voldoende zijn, wat Ik zelf u bied en ga niet in op een gemeenschap,
die een vermenging met andere geestelijke leringen als doel heeft, zelfs
wanneer het volgens uw oordeel niet tegen de waarheid is gericht. En denk
er steeds aan, dat Ik zelf u alles geef wat u nodig hebt en dat u niet
nodig hebt datgene wat Ik u niet geef. Denk eraan, dat het mijn tegenstander
gemakkelijk lukt verwarring te stichten, wanneer hij maar één
verkeerd woord in de zuivere waarheid kan brengen. Want er speelt zich
een hardnekkige strijd af tussen het rijk van het licht en dat van de
duisternis. Maar van Mij gaat alleen de zuivere waarheid uit en deze zult
u zuiver moeten houden met al uw krachten en Mij alleen uw wil schenken
en u zult dan ook alles doen, wat overeenstemt met mijn wil.
Amen |