BD.8692
4 december 1963
Opheldering over sacramenten
Ik wil u verder onderrichten met het doel dat u zich van de
dwaling moet los maken, als u opheldering ontvangt over het feit dat u
tot nog toe mijn woord alleen werelds begrijpt - maar niet geestelijk.
U moet weten dat uiterlijke ceremoniën niet voldoende zijn dat mijn geest zich openbaart, en dat evenmin door uiterlijke ceremoniën iemand
aangesteld kan worden in een ambt om te onderrichten, of in het ambt als
leider of hoofd van een gemeente. Velen zijn geroepen maar weinigen uitverkoren.
En deze weinigen geef Ik zelf de opdracht voor het ambt. Ik zelf plaats
hen in die positie van waaruit zij kunnen werken voor Mij en mijn rijk.
Maar Ik stel ook voorwaarden aan zo'n mens die Ik uitkies, opdat hij geschikt
is als leraar en leider zijn medemensen te dienen. Mijn geest moet in
hem kunnen werken opdat hijzelf in de waarheid wandelt, waardoor hij mijn
plaatsvervanger op aarde zal zijn, die in mijn naam, volgens mijn wil
en door Mij zelf geleid zijn ambt uitoefent.
Het is niet te loochenen dat er ook onder hen die zich mijn "plaatsvervangers"
op aarde noemen, enkelen zijn die overeenkomstig mijn wens leven en die
niet anders willen dan Mij dienen. Maar ook dezen zijn door Mij zelf in
hun ambt aangesteld, maar niet zo dat zij eerst door uiterlijke handelingen
door anderen uitgevoerd tot mijn dienaren werden. Want hun roeping is
een innerlijke aangelegenheid van de vrije wil die zich geheel aan Mij
overgeeft, zodat deze mens nu innig met Mij verbonden is door de liefde
zodat Ik zelf hem nu dat ambt kan opdragen dat hij bekleden moet.
Deze innige overgave en hun leven in liefde verzekeren dan ook in hen
het ontwaken van de geest, en dan dringen zij ook in de waarheid door.
Zij verzetten zich dan tegen iedere dwaling, tegen het misvormen van wat
van Mij is uitgegaan. En ten laatste zullen zij zich losmaken van hen
die in de dwaling volharden. Het zal voor u nu begrijpelijk zijn dat u mijn ware vertegenwoordigers niet daar vindt waar de mensen menen dat
ze zijn en hen achten. Want deze door de wereld erkende vertegenwoordigers
sluiten zichzelf daardoor van mijn dienst uit, omdat zij de dwaling verdedigen
en de waarheid niet serieus zoeken. Zij kunnen mijn dienaren en plaatsvervangers
niet zijn omdat zij in dwaling verkeren en niets doen om in het bezit
van de waarheid te komen.
Zodoende zult u nu ook wel weten wat u van het sacrament van de priesterwijding
moet denken. Want al is een mens van goede wil, dan moet hij dit ook bewijzen,
dat hij Mij zijn bereidwilligheid toont geheel in mijn wil op te gaan.
En dat betekent de in hem opduikende twijfel te onderzoeken, die Ik zelf
in zijn hart leg - opdat hij nader tot Mij en de waarheid komt. Schrikt
hij er echter voor terug om over deze twijfel na te denken, dan houdt
hij zichzelf met geweld voor de gek. Hij zou tot het licht kunnen komen
maar hij sluit er de ogen voor, en zo is zijn hart niet voor Mij geopend,
zodat Ik er een lichtstraal in zou kunnen laten vallen.
U mensen kunt niet beweren dat het zelfs voor een mens die ernstig naar
Mij verlangt, niet mogelijk is zich van de dwaling los te maken. Want
u allen kent mijn macht en liefde, die waarlijk een ieder bijstaat die
zich gedrongen voelt Mij, de eeuwige Waarheid te zoeken, maar eerst moet
u zich laten onderrichten. U moet op de hoogte gesteld worden van de zuivere
waarheid, van de activiteiten van mijn tegenstander en van de dwaling
waarin hij u verstrikt heeft. U moet dus de ernstige wil hebben van hem
vrij te komen, en daartoe moet u Mij om bijstand bidden.
Gelooft u niet dat Ik u die bijstand geven zal, terwijl het toch altijd mijn streven is u mensen uit de duisternis van geest te verlossen en u
licht te geven? En als u vanuit een goede wil uw verstand laat werken,
dan moet u toch wel de ongeloofwaardigheid inzien van wat van u geëist
wordt te geloven. U hebt echter verstand gekregen, anders zou u zich niet
onderscheiden van een dier dat niet voor zijn handelingen verantwoordelijk
gesteld kan worden. Maar u moet eens rekenschap afleggen, of en hoe u
uw verstand gebruikt hebt. Want het verstand kan u helpen tot een waar
inzicht te komen, aangenomen dat uw wil goed is en u naar het ware licht
verlangt. Ik leg er steeds weer de nadruk op dat de twijfel aan de waarheid
overal daar is, waar uiterlijke handelingen een geestelijk resultaat moeten
verzekeren. Dus zal uw ziel ook nooit zo'n resultaat kunnen boeken, zij
het op aarde of in het hiernamaals, als zulke uiterlijke handelingen aan
de mens voor zijn heengaan worden voltrokken, die niets anders zijn dan
ceremoniën en gebruiken maar zonder enige waarde voor de ziel. Ik zelf ken iedere ziel afzonderlijk en waardeer ze naar de graad van haar
liefde. Want alleen deze is doorslaggevend voor het niveau van licht waarin
de ziel binnengaat na haar lichamelijke dood - als zij niet in het rijk
der duisternis binnengaat, omdat zij geheel zonder liefde is en daardoor
tot hem behoort die het rijk der duisternis beheerst.
Amen |