BD.8634 Historische bewijzen van Jezus en Zijn werk van verlossing zijn niet voorhanden De dood van Jezus aan het kruis wordt door de mensen meestal alleen maar als een zuiver wereldlijke daad gezien, wanneer ze tenminste aan Zijn bestaan geloven. Ze beschouwen de dood als de voltrekking van het oordeel aan een opruier. Ze stellen Zijn dood voor als een gerechtszaak, waar een vergrijp van de mens Jezus jegens het openbaar gezag aan ten grondslag lag. En voor deze mensen kan Zijn kruisdood ook geen verlossing brengen, omdat ze er niet in geloven dat Hij is gestorven als genoegdoening voor een zware schuld die elke mens belast en waarvan nu diegene vrij kan worden die in Hem en Zijn werk van verlossing gelooft. Zolang de mensen dus niets weten van de motivatie voor het werk van verlossing, zolang ze niets weten van de grote oerschuld van de mensen die alleen wegens deze oerschuld op de aarde leven, zolang ze niets weten van de geestelijke samenhang die juist dit verlossingswerk van Jezus duidelijk maakt, zullen ze ook geen beroep doen op de genaden van het verlossingswerk. Ze zullen Hem steeds alleen maar zien als een mens aan wie een missie werd toegedicht, want ze hebben voor deze missie niet het minste begrip. En toch is het ’t belangrijkste van het aardse bestaan van een mens, dat hij zich uitspreekt voor Jezus Christus en Zijn werk van verlossing. Dat hij tracht vrij te worden van zijn grote oerschuld, die zonder Jezus niet teniet kan worden gedaan en daarom ook de erkenning van Jezus Christus vraagt om daar vrij van te kunnen worden. En juist het belang ervan, de grote betekenis van het erkennen van Jezus als Zoon van God en Verlosser van de wereld, zou het u mensen begrijpelijk moeten maken dat Ik u daarover steeds weer opheldering doe toekomen. Het zou alleen al een verklaring voor u moeten zijn voor Mijn buitengewoon werkzaam zijn, de zuivere waarheid van boven naar de aarde te leiden. Want historisch gezien zijn er geen bewijzen te leveren voor zowel de toedracht van de kruisiging als ook voor alle omstandigheden die deze gebeurtenis begeleidden. Voor de levenswandel van Jezus en Zijn talloze wonderdaden die ieder mens zal loochenen die niets van de kracht van de Geest en de kracht van de Liefde weet. Wat de mensen geloven zijn alleen maar overleveringen van mens op mens die niet door bewijzen hard gemaakt kunnen worden en die daarom net zo goed naar het rijk der fabelen kunnen worden verwezen. Maar de mensen moeten er steeds weer van in kennis worden gesteld, dat Jezus Christus hun enige redding is als ze na de dood van hun lichaam gelukzalige gebieden willen binnengaan. |