Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.8594
23 augustus 1963

Pijnlijke middelen kunnen helpen om te geloven

Als de mensen toch maar wilden geloven in een God van liefde die hun hemelse vreugden zou willen bereiden. Doch gelet op de grote nood waardoor de mensen steeds weer getroffen worden, en bij het zien van de rampspoed en catastrofen van allerlei aard, kunnen zij dit geloof niet opbrengen dat ook elke nood alleen een werk van liefde mijnerzijds is omdat Ik weet waardoor de mens nog gered kan worden en tot zaligheid komt. De middelen die minder smartelijk zijn missen bij u hun uitwerking, en als Ik zachtzinnig tot u spreek, dan luistert u niet naar Mij. Toch moet u er toe gebracht worden u naar Mij te keren. En als alle lichtere middelen vergeefs zijn, moet Ik smartelijke middelen aanwenden opdat u aan Mij denkt en Mij om hulp vraagt en deze dan ook mag ondervinden, opdat u nu een God van liefde herkennen kunt. U zou waarlijk allen mijn liefdevol vaderlijk aanspreken kunnen vernemen, dat u alleen mijn wil bekend maakt. En zodra u deze wil vervult, kan ook uw leven rustig en toch succesvol verlopen. Slaat u echter geen acht op mijn zachtmoedige woorden, dan moet Ik Mij zelf duidelijker kenbaar maken, daar mijn liefde u niet opgeeft, omdat Ik alles probeer om u voor Mij te winnen, om u tot het leven te wekken dat eeuwig duurt. Want u behoort Mij toe en u houdt u alleen zelf van Mij verwijderd. Ik echter wil dat u uit eigen beweging weer tot Mij terugkeert. En wat u nu ook overkomt aan leed en zware beproevingen zijn altijd alleen maar middelen waarvan Ik inzie dat ze succes beloven en die Ik aanwend daar Ik u liefheb en u nimmer zal opgeven, al zou u zich nog zo lang tegen mijn liefde verzetten.

Verwonder u daarom niet wanneer de nood en ellende toenemen, want het einde nadert en Ik wil nog steeds zielen redden van het lot opnieuw verbannen te worden, wat alleen mogelijk is als Ik door u erkend word als God en Schepper, als u Mij in uw nood aanroept, gelovend dat er een Macht is die u helpen kan, uit Wie u zelf bent voortgekomen. En u mensen, geloof dat dan ook uw nood zal afnemen, dat u mijn hulp duidelijk zult ervaren. En dan zult u Mij ook als een God van liefde kunnen herkennen, want uw band met Mij geeft u ook een innerlijk licht over Mij zelf.

In de komende tijd echter zal er nog veel onheil over de aarde komen. En alleen zij die Mij reeds gevonden hebben zien daarin hulpmiddelen om de mensen uit hun geestelijke nood te helpen. De anderen echter zullen twijfelen, of een God van liefde geheel loochenen. Want zij zijn zo aan de wereld gebonden dat zij geen enkele binding hebben met het geestelijke rijk, met het rijk dat niet van deze wereld is. Hun denken en streven is louter werelds gericht en elke verwijzing naar een God slaan zij spottend af, tot zij eens in nood geraken waaruit ze geen uitweg meer zien. Dan kom Ik weer heel dicht bij hen. Ik laat gedachten aan een God die helpen kan in hen opkomen en de grote nood kan hen dan ook ertoe aanzetten zich tot deze God te wenden. Zo zullen u alle smartelijke gebeurtenissen, alle catastrofen en alle andere slagen van het noodlot begrijpelijk worden, want het is geen toeval. Integendeel, alles is door Mij beschikt of toegelaten opdat de zielen nog hulpmiddelen worden geschonken die hen Mij moeten laten vinden. Wanneer echter ook dan nog de harten verhard blijven, kan alleen nog maar een natuurcatastrofe van zeer grote omvang de mensen tot bezinning brengen. Maar ook dat dwingt niet om te geloven, want de totaal verstokte mensen zullen ook daarin geen hogere Macht willen zien en erkennen. Dan echter zijn zij geheel een prooi van mijn tegenstander geworden en het lot van een hernieuwde kluistering wacht hun zielen met zekerheid. Zolang echter de aarde nog in haar oude vorm bestaat probeer Ik de mensen te bewegen hun wil te veranderen en Ik wend nog vele middelen aan die u niet met de liefde van een God verenigbaar vindt. Doch Ik weet wat voor ieder persoonlijk van nut is. Ik weet de geaardheid van zijn ziel en daaraan beantwoordend werk Ik op hem in.

Maar u mensen bent gelukkig te noemen als u overtuigd bent van een liefhebbende God en Vader. Dan zult u alles wat u overkomt - al treft het u nog zo hard - met gelatenheid dragen, en steeds alleen tot Mij uw toevlucht nemen. En Ik zal u waarlijk niet teleurstellen, want een gelovig mens zal Ik altijd te hulp komen, omdat zijn geloof ook een ongewone inwerking toelaat. Het ware geloof echter komt voort uit de liefde, en die liefde snelt ook op Mij als de eeuwige Liefde toe. De mens knoopt een hechte band met Mij aan en hij zal zich nimmermeer van Mij verwijderen. Hij heeft op aarde de laatste wilsproef afgelegd, hij heeft in vrije wil voor Mij gekozen en zich definitief van mijn tegenstander losgemaakt. En dat alleen probeer Ik te bereiken zolang de mens nog op aarde vertoeft. Want Ik wil dat hij weer zijn ware vaderland kan binnengaan, dat hij het rijk betreden kan waar geluk en zaligheid is, waar al het leed voorbij is en hij nu dat leven vindt dat eeuwig duurt.

Amen