Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.8522
8 juli 1963

Eeuwig weerklinkt het woord van God

Ik heb beloofd bij u te blijven tot aan het einde van de wereld. En als een teken van mijn tegenwoordigheid, zal mijn woord voor eeuwig weerklinken voor u, mijn schepselen. Voor eeuwig zal de verbinding tot stand zijn gebracht tussen uw God en Schepper van eeuwigheid, en Zijn door Hem voortgebrachte wezens. Voor eeuwig zal mijn liefde zich tonen doordat zij u aanspreekt, omdat zij in het begin er de grootste zaligheid in vond met haar schepselen gemeenschap te hebben door het woord. Want de zaligheid aller wezens bestaat voor eeuwig daarin zonder ophouden mijn liefdeskracht te ontvangen. En deze grote krachtuitstraling komt tot uitdrukking door mijn toespreken.

Ik openbaar Mij zelf door het woord. Ik breng mijn gedachten op u over en vind mijn zaligheid daarin u tot een wederwoord aan te sporen, waardoor een uitwisseling kan plaatsvinden tussen Vader en kind, wat reeds de grootste zaligheid betekent.

Hoe volmaakter het wezen nu is, des te duidelijker weerklinkt mijn stem in diens hart wat in zoverre geestelijk te begrijpen is dat het wezen verkeert in het zuiverste inzicht en in gelijke wil en gedachten als Ik. Het is dan door zijn volmaaktheid ook innig met Mij verbonden.

Maar ook in een lagere staat van rijpheid kan het wezen Mij waarnemen wanneer het, bewust van zichzelf, de verbinding met Mij tot stand brengt. Maar daarmee in overeenstemming is ook de graad van zaligheid hoger of lager. Want het wezen is tot leven gekomen, zodra het weer met Mij verbonden is. De dode toestand, in welke het vernemen van mijn woord uitgesloten is, is overwonnen.

Maar slechts heel weinig mensen weten dat hun God en Schepper tot hen wil spreken, en dat zij Hem zouden kunnen vernemen als zij zouden leven naar Zijn wil. Maar heel weinig mensen ervaren het geluk van een direct aanspreken en een binnengaan in een innige verhouding met Hem. En als hun medemensen hiervan in kennis gesteld worden, is het voor hen ongeloofwaardig en zij maken degenen belachelijk die hun hierover vertellen. Maar "mijn woord zal blijven bestaan, ook al zullen hemel en aarde vergaan".

Ook deze belofte wordt door u mensen meestal anders uitgelegd, omdat u gelooft dat het neergeschreven woord onveranderd behouden blijft. Juist daarom is het nodig dat mijn woord steeds weer opnieuw naar de aarde wordt gebracht, omdat de wil van de mensen niets onveranderd laat en de zuiverheid van het eens gesproken woord niet gegarandeerd blijft.

Maar toch heeft mijn belofte dat "mijn woord zal blijven bestaan" nog een diepere betekenis. Voor altijd en eeuwig zal voor het wezenlijke mijn woord weerklinken. Voor altijd en eeuwig zal mijn woord getuigen van de verbinding van al het geschapene met Mij. Voor altijd en eeuwig zullen mijn schepselen Mij zelf mogen vernemen, want het is hun zaligheid dat zij direct door Mij worden aangesproken, dat zij mijn wil kennen en dezelfde wil nu ook in zich dragen. Zij mogen nu ook met hun God en Schepper omgaan zoals kinderen omgaan met hun Vader. En dan vervult hen het diepste inzicht en de hoogste wijsheid. En een waarheidsgetrouw weten maakt hen dan grenzeloos gelukkig.

Dit alles is het resultaat van het uitwisselen met Mij door het woord. Kon mijn woord niet weerklinken in het hart van alle wezens, dan kon er ook geen waar leven zijn. Want mijn woord is pas het leven, de kracht en ook de gelukzaligheid. Anders zou Ik voor mijn schepselen een eeuwig ver verwijderde God zijn, dus onbereikbaar. Er zou dan geen verbinding met Mij bestaan en mijn woord zou dus ook geen uitwerking hebben.

"Ik blijf bij u tot aan het einde". Zonder Mij en mijn tegenwoordigheid zult u er niet meer zijn, tenzij u nog toebehoort aan mijn tegenstander, wiens gebied Ik niet zal binnendringen omdat uw terugkeer tot Mij vrijwillig moet plaatsvinden.

Zodra u zich echter van hem heeft losgemaakt en Mij ernstig nastreeft, zal ook mijn woord in u weerklinken. Weliswaar eerst heel zacht als de stem van het geweten, maar u zult mijn stem steeds duidelijker kunnen vernemen als u zich maar zelf aan Mij overgeeft. Want daardoor zult u de innerlijke drang bespeuren in gedachten met Mij te spreken. En dan zal er ook een antwoord komen dat u echter in het begin niet als mijn antwoord herkent, maar als het resultaat van uw eigen gedachten ziet. Maar hoe meer u zich van de wereld terugtrekt en Mij zoekt, des te luider zal mijn stem in u weerklinken. En het geloof in mijn toespreken kan u ertoe bekwaam maken bewust mijn stem te verwachten, en u zult Mij horen.

Want dat ligt alleen aan de graad van rijpheid van uw ziel. Het ligt aan de graad van uw liefde, op welke wijze u Mij en mijn woord zult vernemen. En omdat u die Mij toebehoort, gestadig opwaarts gaat, zal mijn woord u ook niet meer overslaan. Ik zal bij u zijn en blijven en u voor altijd en eeuwig aanspreken. En u zult uw zaligheid voortdurend verhogen door een blijvende uitwisseling met Mij, door mijn woord.

Amen