BD.8501
19 mei 1963
Opgave van de tijd (Vervolg van BD.8500)
Nooit zal er u een tijdsaanduiding toekomen, omdat het voor
uw ziel alleen een schadelijke uitwerking zou kunnen hebben precies op
de hoogte te zijn van het tot werkelijkheid worden van datgene wat u wordt
voorspeld. U zult er wel kennis van moeten nemen, omdat Ik wil dat u zich
voorbereidt, omdat Ik u wil aanmanen en waarschuwen: aansporen om ijverig
te werken aan uw ziel en waarschuwen voor onverschilligheid, die u eens
bitter zult berouwen. En daarom maak Ik u bekend met dat wat op u toekomt
en heb de mensen ook gewezen vanaf het begin van deze verlossingsperiode
op dat wat komen gaat, want de gedachte dat u er vlak voor staat, moet
u aansporen te leven in overeenstemming met mijn wil, en dus te beantwoorden
aan het doel van uw leven op aarde. Maar nooit is u de tijd opgegeven,
wanneer u met datgene wat is aangekondigd rekening hebt te houden en dat
heeft u lauw doen worden.
Steeds verwacht u de vervulling van mijn voorspellingen in de verre toekomst.
Maar u denkt er niet aan dat de tijd voortdurend verloopt, dat u ook dit
toekomstige steeds dichterbij haalt en dat ook eens de toekomst tegenwoordige
tijd wordt. Zo ook zeg Ik u nu weer vooraf, dat het einde van deze aarde
vlak voor u staat, het beëindigen van een verlossingsperiode. En
steeds dringender wijs Ik er op, omdat het u ongeloofwaardig voorkomt
dat u in deze eindtijd terecht zult moeten komen. Wederom geef Ik u geen
precieze tijd en zal het niet doen tot aan het einde, om uw vrije wil
niet te dwingen. Doch dit ene zeg Ik U, dat u niet veel tijd meer hebt,
dat zeer snel de tijd is gekomen waarin al mijn voorspellingen vervuld
worden en dat u er zich niet op zal mogen verlaten dat voor Mij een dag
is als duizend jaar.
Ook duizend jaar gaan eens voorbij en zo ook zal de verlossingsperiode
waarin u zich bevindt eens haar einde vinden, want eens moet een nieuwe
tijd beginnen, al is het alom het vele geestelijke dat in de scheppingswerken
is gekluisterd, dat door moet gaan in zijn ontwikkeling. En weer zeg Ik
u alleen maar, u staat er dicht voor.
Maar Ik herhaal deze woorden steeds weer met zo'n aandrang, dat u toch
achterdochtig zou moeten worden. Ik tracht altijd maar weer arbeiders
te winnen in de laatste tijd voor het einde, omdat Ik ze dringend nodig
heb met het oog op wat komen gaat, Ik doe u, mensen een weten toekomen
dat ongewoon is, opdat u ook mijn voorspellingen leert begrijpen, dat
u zult weten welke beweegredenen aan de aankondigingen ten grondslag liggen.
En Ik doe het daarom, omdat het einde zeer nabij is en omdat u erin zult
mogen geloven dat mijn woorden in vervulling gaan. Maar ook nu kan Ik
de tijd niet vermelden, als Ik geen onoverzienbare chaos over u wil laten
losbarsten. Want een precies weten van de dag en het uur zou u in een
ontzettende verwarring storten, maar u geen enkele rijpheid opleveren.
Ik kan steeds weer en steeds dringender erop wijzen dat u met de vervulling
van alle voorspellingen rekening zult moeten houden, dat u er zich niet
op zal mogen verlaten dat u het zelf niet meer meemaakt.
Geen mens weet het uur van zijn dood en zo ook weet geen mens of hij
zelf door dat wat is aangekondigd, door het grote vernietigingswerk en
zijn voorboden, het ongewone natuurgebeuren, verrast wordt en hij alles
moet meemaken wat zich in de eindtijd afspeelt, want Ik zeg u steeds weer: u staat er vlak voor en u hebt niet veel tijd meer
en zult elke dag en elk uur erop moeten rekenen, dat Ik door de elementen
van de natuur me op een ongewone wijze zal openbaren, en dan weet u ook
dat het einde niet ver meer is.
Daarom moet u leven volgens mijn wil. U zult al het gebeuren zonder vrees
tegemoet kunnen gaan. U zult u alleen moeten verbinden met Mij door werken
van liefde, gebed en het veelvuldig denken aan Mij en waarlijk, u zult
geen schade oplopen aan uw ziel, zelfs wanneer Ik u voortijdig wegroep.
Maar Ik zal u ook lichamelijk beschermen, wanneer het mijn wil is dat
u Mij nog moet dienen tot het einde. Maar reken er nooit op dat Ik u inwijd
met betrekking tot de tijd, want op geen enkele manier zou dat voor u
die Mij dient van nut zijn, maar ook niet voor uw medemensen, wier staat
van rijpheid zo'n weten al helemaal niet verdraagt. Maar wat u maar mogelijk
is, de medemensen in kennis te stellen van dat wat komt, van mijn heilsplan
van eeuwigheid en te vertellen over de oneindige liefde van de Vader, die al Zijn kinderen zou willen redden voor het einde, doe dat
en verricht zo voor Mij een heel vruchtbaar werk in de wijngaard nog tot
het einde. Want elke ziel die nog gered wordt, is winst voor Mij, die
Ik waarlijk zal lonen.
Amen |