BD.8461
7 april 1963
Gebed om kracht - Het overwinnen van de eigenliefde
Ik houd met al uw zwakheden rekening en zal waarlijk niets
verlangen, wat voor u niet mogelijk is te verrichten. En opdat u te allen
tijde uw toestand van zwakte zult kunnen verhelpen, zult u alleen maar
de genade van het gebed hoeven te gebruiken. Want zodra u maar om kracht
bidt, om uw arbeid aan de ziel te kunnen verwezenlijken, zult u ze ontvangen.
Want door het gebed, wanneer het in geest en waarheid tot Mij is gericht,
is al het contact tussen u en Mij tot stand gebracht en kan de kracht
in u overstromen. Dus komt het er slechts op aan, dat u het besluit neemt
te bidden, Mij innig aan te roepen, dat Ik me over uw zwakheid moge ontfermen
en u moge helpen het doel te bereiken, dat u voor het leven op aarde gesteld
werd. Maar om innig te kunnen bidden zult u ook levend moeten geloven.
U zult ervan overtuigd moeten zijn, dat uw God en Schepper ook uw Vader
is, die geen van zijn kinderen spaarzaam bedenkt, wanneer het zich tot
Hem wendt en hulp vraagt, omdat het zich zelf te zwak voelt om mijn wil
te vervullen.
Maar mijn wil is, dat de mens in liefde leeft. En omdat de eigenliefde
steeds nog sterker is, moet hij hiertegen strijden en hij voelt zich daar
te zwak voor. Maar smeekt hij vol vertrouwen mijn hulp af, dan zal hij
steeds minder aan zichzelf denken en de zorgzame liefde voor de naaste
zal sterker worden. En hoe meer hij nu liefde beoefent, des te meer zal
hij ook zelf gelukkig zijn, daar de liefde zelf ook de kracht is, die
zijn toestand van zwakte opheft. U zult waarlijk vol vertrouwen kunnen
zijn, dat uw gebed om kracht wordt verhoord. Want dat u naar Mij komt
in vrije wil, zal Ik u ook lonen en Ik zal u geven wat u voor uzelf afsmeekt.
En bent u vooreerst bezorgd om het heil van uw ziel, dat u dus kracht
vraagt voor uw geestelijke vooruitgang en Mij zodoende laat zien, dat
u ernaar streeft bij Mij en in mijn rijk te komen, dan zult u ook al het
andere ontvangen, wat u aards nodig hebt. Maar of Ik u aardse wensen zal
vervullen, wanneer alleen die uw hart bezighouden of u aanleiding geven
om te bidden, hangt af van de rijpheid van uw ziel, of ook wel van het
gevaar, dat zo'n aards vervulde wens voor u kan zijn.
Maar mijn oor zal steeds voor u geopend zijn, zodra uw roep uit het hart
komt en u zich innig met Mij verbindt. Daarom hoeft u geen toestand van
krachteloosheid te vrezen. U hoeft nooit te denken, dat Ik u taken opleg,
die u niet aankunt, want Ik wil niets anders, dan dat u liefde beoefent
en dit is alleen door een strijd tegen de eigenliefde te bereiken, waartoe
u daarom kracht zult moeten en mogen vragen. Want u bent zwakke schepselen
door uw vroegere zondenval, waar u kracht en licht weggaf, daar uw denken
verblind was. Is uw denken echter toch zo sterk veranderd, dat u het op
Mij richt, dan zal ook uw toestand van zwakte veranderen en u zult verbaasd
staan, waartoe u nu in staat bent met mijn kracht, die Ik u onherroepelijk
toezend, als gevolg van een innig gebed in geest en in waarheid.
Daarom hoeft u nooit moedeloos te zijn, ofschoon u zich steeds weer van
uw krachteloze toestand bewust wordt. Want die zelf de Krachtbron is van
eeuwigheid, die voorziet ook al Zijn schepselen er onbeperkt van, alleen
moet het schepsel zelf zich openstellen, om te ontvangen. En dat gebeurt
door de band met Mij in gebed. Daarom is het gebed een genade van de grootste
betekenis, omdat u daarmee alles zult bereiken. Alleen de sterkte van
uw geloof bepaalt de mate van het ontvangen van kracht. En dit geloof
zal steeds sterker worden, wanneer u maar eenmaal de proef doet; wanneer
u zich innig bij Mij aanbeveelt en hoopvol wacht op mijn hulp.
Ik laat waarlijk geen gebed onverhoord, omdat Ik zelf wil, dat uw kracht
zal toenemen, dat u weer wezens vol van kracht en licht zult worden, zoals
u het was in het allereerste begin. Alleen kan Ik u niet tegen uw wil
van kracht voorzien, maar u zult zelf tot Mij moeten komen en kracht moeten
wensen, u zult zich door een innig gebed zelf moeten openstellen en u
zult waarlijk alles mogen ontvangen, wat u nodig hebt om nog op aarde
rijp te worden. En ook het lichaam zal worden bedacht, opdat het de ziel
zal dienen rijp te worden, omdat het de kracht nu zal gebruiken om werkzaam
te zijn in liefde en zo het doel van het leven op aarde vervuld wordt.
Wees niet bang voor uw zwakheid, want in de zwakke zal Ik machtig kunnen
zijn, wanneer hij zich maar in zijn zwakheid tot Mij zelf wendt en Mij
vraagt om kracht en licht en genade.
Amen |