Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.8460
6 april 1963

Er bestaan geen twee soorten openbaringen

Ik kan geen concessies doen waar het gaat om het toezenden van de zuivere waarheid. Begrijp, dat er maar één waarheid is en zijn kan en dat deze van Mij uitgaat omdat Ik alleen alles weet, en ook Ik alleen dat weten kan doen toekomen aan hen, die een diep verlangen naar de waarheid hebben en zich innig met Mij verbinden, dus zich waardig en geschikt maken helder licht te ontvangen. En Ik zal ook niet met twee monden spreken tot de mensen, door de een dit en door de ander iets anders te leren. Want de waarheid is eeuwig onveranderlijk en laat zich ook geen beperkingen opleggen door menselijk denken dat tevoren misleid werd.

Steeds zal Ik u, mensen opheldering verschaffen als u aan zulke dwalingen ten prooi gevallen bent. En zodoende moet Ik ook zaken aan de kaak stellen waarin mijn tegenstander reeds terrein heeft gewonnen, en Ik moet verkeerde opvattingen openlijk uit laten komen. En dat zal Ik ook doen zodra goddelijke openbaringen naar de aarde gezonden worden. Want aan de volledige overeenstemming kunt uzelf pas de herkomst van zulke openbaringen testen. Het zou echter mijn wijsheid volledig tegenspreken als Ik mensen iets afwijkends wilde leren, dus mijn onderricht wilde aanpassen aan hun tot dusver gebruikelijke denken, als dat verkeerd is.

De waarheid moet meedogenloos de dwaling blootleggen omdat alleen de waarheid de ziel tot heil strekt, omdat alleen de waarheid de weg is, die naar Mij voert. En die mensen die innig met Mij zijn verbonden, zullen ook altijd alleen door de zuivere waarheid gelukkig zijn en de dwaling bereidwillig opgeven. En dus zal een mens die in de liefde leeft zich geïmponeerd voelen door de waarheid, en ook inzien dat hij tot nu toe verkeerd onderwezen is. Want de dwaling, of ook mijn tegenstander, kan hem niet binden die zich aan Mij overgeeft. Hij zal zich zodoende los kunnen maken van verkeerde opvattingen en de waarheid zonder bezwaar aannemen. Wat moet men echter van openbaringen denken die kennelijk binnen zulke door mensen bepaalde grenzen voorkomen? Ik wil wel overal mijn woord heenleiden, Ik wil Mij aan alle mensen openbaren, doch Ik heb daarvoor lege opnamevaten nodig, mensen die niet aan zulke verkeerde opvattingen verankerd zijn, dat zij die niet vrijwillig opgeven of in twijfel trekken. Wil Ik Mij aan een mens openbaren, dan moet deze door twijfel aan de waarheid van datgene wat hij bezit, tot Mij gedreven worden, opdat Ik hem het licht van de geest schenk. Pas dan kan Ik hem opheldering verschaffen, nooit echter zolang hij nog gebonden is en zichzelf innerlijk niet vrij wil maken van dwaalleren.

Mijn openbaringen vereisen een leeg opnamevat dat Ik nu kan vullen. En dan zal Ik ook duidelijk uiteenzetten wat niet overeenkomt met de zuivere waarheid uit Mij. Want Ik kan geen twee verschillende geestelijke leringen van Mij uit verkondigen en Ik zal ook niets versluieren maar alles onthullen, omdat u, mensen licht nodig hebt om de juiste weg te vinden en terug te gaan naar Mij in het vaderhuis. Wat dus overeenstemt dat is ook door Mij aan u, mensen toegezonden - zodra de voorwaarden aanwezig zijn die mijn openbaringen toelaten. Zijn er echter tegenstrijdigheden, dan zult u op moeten letten en 'n ernstig onderzoek instellen, want Ik zelf kan geen concessies doen die de waarheid tegenspreken. Maar Ik wil alle mensen nog voor het einde winnen, en daarom wil Ik ook hun de goede weg wijzen die nog op 'n dwaalspoor worden geleid - en waarlijk, wie zich geheel en al aan Mij overgeeft, hem zal ook een waar licht verlichten en hij zal een uitweg vinden uit een wirwar, die voor de lauwe en onverschillige mens niet te ontwarren is.

Mijn tegenstander heeft de mensen zo in zijn macht, dat hij hen tot fanatici heeft gemaakt die niets anders meer willen laten gelden, of het nu leden zijn van kerkelijke organisaties of sekten - of van de meest verschillende geestelijke richtingen. Begrijpelijk dat zij niet voor rede vatbaar zijn wanneer mijn boden hun de zuivere waarheid willen brengen. Dat bewijst hun verbinding met hem die in hen geen heldere gedachten laat opkomen, maar ze aanzet met alle fanatisme dwaalleren uit te dragen en te verdedigen. En het zal moeilijk zijn om dezen dan voor de zuivere waarheid te winnen. Zelfs die van goede wil zijn laten zich verblinden, omdat de tegenstander op dezelfde wijze optreedt en de mensen weet te bewegen valse opvattingen als goddelijk werk te verbreiden.

Doch steeds zal Ik de mensen die zich geheel bewust aan Mij overgeven en van Mij altijd alleen de waarheid afsmeken, behoeden valse leren aan te nemen.

Maar opmerkzaam moet u allen zijn want de tegenstander beschikt over veel trucs om zijn aanhang voor zich te behouden. En hij zal tegen de waarheid ingaan tot het einde, tot Ik zelf aan zijn activiteiten een einde maak en hem opnieuw in ketenen bind, omdat het uur van het einde gekomen is.

Amen