Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.8453
30 maart 1963

Waarom is het noodzakelijk Jezus te erkennen?

Steeds dringender zult u, mensen moeten worden gewezen op de goddelijke Verlosser Jezus Christus, omdat de tijd ten einde loopt die uw ziel is toegekend om vrij te worden uit de vorm.

U zult echter de volledige vrijheid niet kunnen verwerven, wanneer niet eerst de delging van uw oerschuld is geschied, die alleen door de erkenning van Jezus als Verlosser van de wereld verkregen kan worden. Om vrij te worden van een schuld, moet ze worden ingezien als schuld en moet om de vergeving ervan bewust worden gebeden.

En dat zult u mensen alleen bereiken, wanneer u in Jezus als Gods Zoon en aan Zijn verlossingswerk gelooft.

Wanneer u zelf weet dat u de aanleiding van Zijn bittere lijden en sterven was, omdat u eens schuldig werd en eerst van uw schuld bevrijd zult moeten worden, voordat u weer in het rijk van licht en gelukzaligheid zult kunnen binnengaan.

Dat Jezus Zijn weg over de aarde, die eindigde met de dood aan het kruis, waarlijk is gegaan, wordt ook nog door veel mensen bestreden, daar - ter wille van het vrij geloven - er zich daar geen bewijzen voor laten leveren.

Maar steeds weer zullen de mensen ervan in kennis worden gesteld, dat God zelf Zijn Zoon naar de aarde zond, dat een door Hem in het leven geroepen lichtwezen zich aanbood, als mens de weg over de aarde te gaan, om voor de grote schuld van de afval van weleer van veel wezens boete te doen.

Het wordt de mensen ook met redenen omkleed waar de afval in bestond en waarom de genoegdoening moest worden gegeven.

De mensen worden helder en duidelijk in kennis gesteld van wat zich in het allereerste begin afspeelde in het rijk van de geesten, om het de mensen gemakkelijk te maken te geloven aan het verlossingswerk van Jezus. En alle mensen zouden ook dit geloof kunnen verkrijgen wanneer ze zich maar door een leven in liefde gereed zouden maken, opdat de geest uit God in hen zou kunnen werken.

Doch juist daaraan mankeert het de mensen en dus wijzen ze alles af wat hun ook wordt verteld, op enkele mensen na die nu weer van hun kant hun best doen de medemensen te wijzen op Jezus Christus, opdat dezen worden verlost uit hun toestand, waarin ze geraakt zijn juist door de oerschuld, die nog niet tenietgedaan op hen drukt.

En het einde komt naderbij.

Een eindeloos lange tijd van positieve ontwikkeling moest in het leven op aarde als mens ter afsluiting komen, maar dit aardse leven wordt niet meer benut op een zodanige manier, dat de mens zich bewust tot die Ene wendt, die hem vrij kan maken voor alle eeuwigheid.

Een zeer voorname gelegenheid laat hij voorbijgaan, wanneer hij zijn bestaan op aarde leeft zonder Jezus Christus, wanneer hij zich niet in gedachten verbindt met Hem in wie God zelf zich aan alle mensen en alle wezens voorstelbaar heeft gemaakt.

En zijn berouw zal eens heel smartelijk zijn, wanneer hij in het rijk hierna zal beseffen wat hij op aarde verzuimde.

Want hij zal ook daar de weg naar Hem moeten vinden alvorens het licht om hem wordt. En de zondeschuld zal zo lang op hem drukken tot hij Jezus heeft gebeden om vergeving. Doch dan heeft hij niet meer de mogelijkheid uit te groeien tot een "kind" Gods, wat hem op aarde wel mogelijk was.

Het is een volledig nieuwe geestelijke periode waar de ziel in binnengaat, wanneer ze verlost wordt door Hem, die haar oerschuld heeft goedgemaakt aan het kruis. Dan is de duisternis van haar afgevallen waarin de ziel verbleef sinds haar afval van God. En het licht dat haar nu bestraalt, maakt haar buitengewoon gelukkig en zij herkent zichzelf nu ook als goddelijk wezen, omdat elke onvolmaaktheid van haar geweken is, zodra ze vrij is van zonde en de gevolgen ervan.

Dat God rechtvaardig moet handelen en dus genoegdoening eist vindt zijn oorzaak in Zijn volmaaktheid en de goddelijke ordeningswet. En zo moet ook de mens in het aardse leven boeten voor alles, wat hem als zonde, als overtreding tegen de goddelijke ordening belast, of dit in het rijk hierna doen.

Doch te boeten voor de grote oerzonde is hem noch op aarde, noch in het rijk hierna mogelijk, omdat deze schuld te groot was en een verzoening vereiste die een mens nooit in staat zou zijn te volbrengen.

Daarom heeft Jezus voor de mensen deze schuld op zich genomen en ze door Zijn dood aan het kruis teniet gedaan.

Maar Hij eist dat de mens ook zelf vrij wil worden van zijn schuld en zich dus bewust onder het kruis plaatst, bewust aan Hem de schuld overdraagt en om vergeving vraagt.

En is hem deze vergeving ten deel gevallen, zodat hij verlost is van deze grote oerschuld, dan heeft bij ook vergeving van alle andere zonden die hij in het leven op aarde heeft begaan. Want de mens Jezus stierf voor alle zonden, die begaan werden en worden in het verleden, het heden en de toekomst.

Hij heeft alle zondeschuld uitgewist, doch om daarvan verlost te worden, moet bewust worden gevraagd, daar anders al het gevallen geestelijke ineens weer in zijn oertoestand zou zijn teruggeplaatst. Maar dan zou er geen voltooiing mogelijk zijn van de wezens tot zogeheten goden, waarvoor de vrije wil vereist is. Wanneer echter een mens de goddelijke Verlosser Jezus Christus bewust erkent als Gods Zoon, in wie God zelf zich belichaamde, dan vertrouwt hij zich ook in alle deemoed aan Hem toe en vraagt Hem om hulp, daar hij alleen uit eigen kracht de tegenstander van God geen weerstand vermag te bieden en Jezus nodig heeft, die deze vijand heeft overwonnen, die Zijn tegenstander de koopprijs heeft betaald voor alle zielen die zich willen laten verlossen.

Het is en blijft een aangelegenheid van de vrije wil, vrij te worden van de grote schuld, van alle zonden die de mens in het vlees heeft begaan.

Maar hij kan volledige vergeving vinden, hij kan vrij worden van elke schuld, omdat Eén die schuld op zich heeft genomen uit liefde en barmhartigheid, omdat Hij onuitsprekelijk heeft geleden en de smartelijkste dood is gestorven om de mensen dat ontzettende lijden te besparen dat zij op zich hadden moeten nemen om een gerechtvaardigde verzoening tot stand te brengen.

U zult van elke schuld vrij kunnen worden, maar het ligt aan uzelf of u die onmetelijke genade aanneemt, of u zich laat verlossen, want daartoe wordt u niet gedwongen. En het verlossingswerk kan ook niet tegen uw wil een uitwerking op u hebben en u volledige vrijheid schenken die u niet begeert.

Daarom zult u er ook steeds alleen maar op gewezen kunnen worden, u tot de goddelijke Verlosser Jezus Christus te wenden.

U zult steeds alleen maar kunnen worden aangespoord, niet aan Hem voorbij te gaan.

Er zal u alleen naar waarheid opheldering kunnen worden verschaft over Jezus en Zijn verlossingswerk. Doch de weg naar het kruis zult u zelf moeten gaan in vrije wil. En u zult er waarlijk geen spijt van hebben, wanneer u diegenen aanhoort die u op uw weg ophouden om u als boden van God opheldering te verschaffen.

Dan is uw gang over de aarde geen nutteloze gang, want dan zult u heel zeker ook het doel bereiken, vrij van zonden binnen te gaan in het rijk van licht en gelukzaligheid.

Amen