Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.8445
22 maart 1963

Kennis over het verlossingswerk van Jezus Christus

Het grootste mysterie, mijn menswording in Jezus, met het doel om al het eens gevallen geestelijke te verlossen en de onmetelijke oerschuld te delgen, veroorzaakt door de afval der wezens van Mij - zal voor de mensen ook een geheim blijven zolang zij niet in alle waarheid onderwezen worden en ook niet verlangen de waarheid daarover te vernemen.

U mensen wilt niet geloven dat u zich in de diepste duisternis bevindt, juist tengevolge van die oerschuld die eerst gedelgd moet worden voordat het licht in u kan worden. Dan zal u echter onherroepelijk alles duidelijk worden en twijfelt u niet meer. De zuivere waarheid daarover kan u echter alleen gegeven worden door de eeuwige Waarheid zelf, die u ook onderrichten wil omdat zij zelf dat Licht van eeuwigheid is - en ook wil, dat haar schepselen in dat licht wandelen.

Maar uw vrije wil beslist of u de waarheid aan wilt nemen, en u bent ook in staat uit te maken of u naar waarheid onderwezen wordt. Alleen een voorwaarde bestaat er: dat u in de liefde leeft, want de liefde is het vuur dat het licht der wijsheid uitstraalt. Een liefdesvonk is in u gelegd als goddelijk deeltje dat met Mij, de eeuwige Liefde, in verbinding staat. En zodra u in vrije wil deze vonk in uzelf ontbranden laat, streeft dit naar dat Oerlicht en vandaar uit straalt dat licht in de vorm van diepe wijsheid terug. U wordt wetend, het "licht van het inzicht" verlicht u en uw denken is juist en bevindt zich in de waarheid.

En deze waarheid wil Ik u doen toekomen, opdat u uw opdracht op aarde inziet en vervult. En dus moet u kennis hebben van uw oerschuld en van mijn heilsplan van eeuwigheid. En het voornaamste dat u weten moet is de verlossing door Jezus Christus, mijn menswording in Hem en dat u voor alles onderwezen moet worden dat u aan Jezus Christus niet voorbij mag gaan als u eens het eeuwige leven verwerven wilt. Hij kwam op de aarde om aan de mensen het evangelie van de liefde te prediken, om hun de juiste levenswandel voor te leven en de juiste weg te wijzen die tot het eeuwige leven voert.

Maar de mensen, belast met de oerzonde, zouden toch hun doel niet kunnen bereiken zolang deze oerzonde niet van hen weggenomen was. En dat bracht pas het verlossingswerk van Jezus, Zijn dood aan het kruis tot stand. Hij volbracht het werk van verzoening voor deze schuld en kon dat als mens alleen volbrengen omdat Ik zelf in Hem was, want mijn Wezen is liefde. De liefde is niet alleen een eigenschap van mijn Wezen, maar Ik ben die Liefde zelf. Dit zult u niet kunnen begrijpen zolang u op de aarde leeft, en toch kan alleen op deze manier mijn menswording in Jezus u begrijpelijk gemaakt worden - zodat de eenwording u niet meer twijfelachtig toeschijnt.

Mijn Wezen kan niet als persoon worden voorgesteld, maar in Jezus vormde zich mijn alles omvattende Geest tot iets wat u zich voor kunt stellen. De totale versmelting van Jezus met Mij vond echter pas plaats nadat het verlossingswerk volbracht was, om welke reden Jezus gedurende Zijn leven op aarde soms ook sprak over de Vader als over "Iemand buiten zich zelf" - en toch steeds weer op die Eenheid wees. De mensen bevonden zich in de tijd van Zijn leven op aarde in een verduisterde toestand, en een licht, dat wil zeggen: een duidelijk inzicht in het verlossingswerk kon alleen de weinige gegeven worden die zich bewust onder het kruis plaatsten. Die verlangden verlost te worden en zich zo in vrije wil overgaven aan Jezus, en om vergeving baden van hun zondeschuld.

Daarom bleef de geestestoestand van de mensen duister. En op het verlossingswerk, de grootste daad van ontferming van de goddelijke liefde, wordt geen acht geslagen en Jezus zal slechts als mens een begrip blijven, Zijn verlossingswerk wordt echter afgewezen. De mensheid blijft daarom ook met de oerschuld belast, ze blijft geestelijk in duisternis en beseft ook het licht niet als het bijwijlen uitstraalt - want zij sluit de ogen om het niet te zien. Maar dat licht van boven laat zich niet meer uitdoven. Want steeds zullen er mensen zijn die de geestesvonk in zich zullen laten ontbranden, en nu ook rechtstreekse onderwijzingen door hun Vadergeest van eeuwigheid kunnen aannemen.

Eens zal dat licht ook helder stralen en het zal de duisternis geheel verdrijven, als mijn wil de tijd daarvoor gekomen acht. Want u mensen staat voor het einde van een verlossingsperiode en er begint een nieuwe, waarin echter helder licht zal schijnen omdat hij die de duisternis in de wereld gebracht heeft voor een lange tijd verbannen is, en omdat de mensen in deze komende tijd zich door Jezus Christus laten verlossen, waardoor de oerschuld van hen is weggenomen.

De kennis over Jezus Christus en Zijn verlossingswerk en mijn menswording in Hem is van zulk een grote betekenis, dat Ik waarlijk alles doen zal om het de mensen te doen toekomen. Maar het moet aan hun vrije wil overgelaten worden of zij het willen aannemen, of zij nu de weg tot het kruis gaan - of zij nu hun zondeschuld willen overdragen aan die Ene, die hen er alleen van bevrijden kan en ook bevrijden wil, als Hij daarom gebeden wordt. Want Hij is gestorven aan het kruis voor de zondeschuld van de mensen. Hij heeft die grote schuld verzoend en de gerechtigheid van God werd daardoor genoegdoening gegeven. Want Gods liefde erbarmde zich over hen die eens van Hem afgevallen waren, en de Liefde zelf bracht dat offer. God heeft in Jezus de mensen van de zonde verlost en de weg weer geopend in het rijk van licht en zaligheid.

Amen