BD.8416
19 februari 1963
Onderscheid in "het werkzaam zijn van de geest"
en "het ontvangen op mediamieke wijze"
U moet altijd bedenken dat de waarheid overal verbreiding
moet vinden, dus moet Ik haar ook overal naar de aarde sturen en dat is
altijd mogelijk, zodra een mens de voorwaarden vervult die aan het werkzaam
zijn van mijn geest in een mens verbonden zijn. Als eerste moet de bereidwilligheid
Mij te dienen een mens aansporen zich met Mij in innige verbinding te
stellen, en hij zal ook aangenomen worden als knecht in mijn wijngaard.
Hij zal dan ook een leven in liefde leiden, daar hij zich anders niet
aan Mij als medewerker zou aanbieden. De liefde is dus eveneens voorwaarde
dat Ik hem kan uitkiezen als bruikbaar vat, waarin Ik mijn geest uitstort.
Een verdere voorwaarde is het sterke levende geloof dat Ik als Vader spreek
tot mijn kind, als dit mijn aanspreken verlangt. En weer een onvermijdelijke
voorwaarde is, dat zijn verlangen in de volle waarheid onderwezen te worden
hem vervult, en hij zich daarom tot de eeuwige Waarheid zelf wendt - om
haar te ontvangen.
Nu zult u wel zeggen dat al deze eisen door veel mensen vervuld worden,
en Ik daarom mijn rechtstreekse aanspreken tot veel mensen zou kunnen
richten. En bijgevolg zult u ook mededelingen uit de geestelijke wereld
lichtgelovig aannemen, die echter niet als "werkzaam van de goddelijke geest" kunnen worden aangezien. Want er bestaat een overgrote drang
in veel mensen een verbinding tot stand te brengen met de bovennatuurlijke
wereld en omdat u, mensen allen omgeven bent door bewoners van de wereld
hierna, zal het u ook begrijpelijk zijn dat dezen iedere gelegenheid benutten
ook met u in verbinding te treden,om zich tegenover u, mensen te uiten.
Het is dan voor u moeilijk het onderscheid te zien tussen zulke uitingen
van de geestenwereld en een "werkzaam zijn van mijn geest".
Doch een ding wil Ik u in overweging geven, dat Ik enkel en alleen uw
ziel behulpzaam wil zijn, zich te voltooien op aarde, en dat daarom het
evangelie van de liefde inhoud van de geestelijke leer zal zijn die u
door het werken van de geest wordt overgebracht. En verder, dat u om
op de aarde verlossing te vinden van uw oerschuld op de hoogte moet worden
gebracht van Jezus Christus en Zijn verlossingswerk, van de aanleiding
en de grond van Zijn missie en van mijn menswording in Hem. Ook moet u
van Mij een licht ontvangen over het uitgaan van u (uit Mij) en uw doel,
over mijn eeuwig heilsplan, waardoor Ik eenmaal het doel bereik dat Ik
Mij gesteld heb, toen Ik u schiep.
Dit omvangrijke weten komt alleen tot u door de "werkzaamheid van mijn geest" in u en alleen die mensen kunnen zich als ware ontvangers
van het woord uitgeven die Ikzelf met de waarheid vertrouwd heb gemaakt,
rechtstreeks of door mijn lichtboden - door volmaakte wezens uit het geestelijke
rijk, die de lichtstraal van mijn liefde opvangen en hem verder leiden
in mijn opdracht. En zo moet in de eerste plaats een ieder die gelooft mijn woord te ontvangen zich ernstig afvragen, of hij dit weten van Mij
heeft aangenomen, of hij met overtuiging kan zeggen dat hij door "Mij"
bekend werd gemaakt met de waarheid - met een weten dat hem tevoren nog
onbekend is geweest. Het op de hoogte zijn van mijn heilsplan kan alleen
door Mij rechtstreeks aan de mensen worden toegezonden. Want
wie het alleen met het verstand aanneemt van medemensen die zal het niet
bevatten, ook al stemt het met de waarheid overeen, want om het te kunnen
begrijpen is de verlichting door de geest vereist.
En dit weten breng Ik naar de aarde op duidelijke, goed te begrijpen wijze
in alle landen der aarde, en het zal geheel met elkaar overeenkomen, omdat
uit Mij alleen de zuivere waarheid kan uitgaan en deze zich nooit zal
tegenspreken. En voor zo'n omvangrijk weten moeten zich nu ook de ontvangers
met alle kracht inzetten en dit trachten te verbreiden. En steeds kan
hieraan de maatstaf worden aangelegd voor boodschappen uit de bovennatuurlijke
wereld, want zodra ze de mensen niet eveneens het diepe weten van mijn
heilsplan van eeuwigheid overbrengen, gaan ze niet van Mij uit, maar zijn
het uitingen van die geesten die nog niet toegelaten zijn om te onderrichten,
omdat zij zelf nog niet met het licht doorstroomd zijn dat zij verder
moeten leiden in mijn opdracht.
En het is bijzonder belangrijk te weten op welke wijze zulke mededelingen
een mens bereiken. Of hij bij volle bewustzijn duidelijke woorden door middel van
gedachten of hoorbaar verneemt, of dat in mediamieke staat een geestelijk
wezen zich door de mond van een mens uit, die derhalve niet controleren
kan door welke geest hij in bezit genomen is. Altijd moet dit onderzoek
eerst ingesteld worden, want hoewel ook in een mediamieke toestand waarheidsgetrouwe
mededelingen naar de aarde kunnen komen, zal toch nooit een zo geweldig
omvangrijk weten op deze wijze tot de mensen komen dat volledige opheldering
geeft over mijn eeuwige heilsplan van eeuwigheid.
Er kunnen dan wel gedeeltelijke waarheden worden overgebracht, maar er
kunnen in dezelfde mate ook verkeerde leren binnenstromen, zoals die van
de valse voorstelling van de Godheid in Jezus, waarvan echter een juiste
opvatting van het grootste belang is. En zodra de mensen juist in dit
opzicht verkeerd onderricht worden, verkeren zij steeds nog in dwaling
en iedere dwaling heeft een noodlottige uitwerking op de ziel van de mens.
Niet zonder reden geef Ik juist daarover steeds weer opheldering, omdat
het verlossingswerk van Jezus Christus en mijn menswording door u, mensen
volledig begrepen moet worden. Want dat is het doel van uw aardse bestaan,
dat u vrij van schuld bent als u het rijk hierna binnengaat. En alleen
als u over het verlossingswerk van Jezus Christus een waarheidsgetrouwe
opheldering bezit, gaat u bewust de weg naar het kruis. U die Mij eertijds
uw erkenning onthield, erkent Mij weer bewust in vrije wil. Zolang echter
juist dit probleem van de menswording voor u nog niet is opgelost, doolt
u nog rond in de duisternis van geest.
En wordt u nu vanuit het geestelijke rijk onderwezen door hen die van
Mij de opdracht hebben gekregen u te onderrichten en u mijn woord te doen
toekomen dan zullen deze lichtwezens u op de eerste plaats dit belangrijke
weten brengen. Daaraan herkent u dan het "werkzaam zijn van mijn geest" in u. Dan hoeft u niet te vrezen door andere geestelijke krachten
gebruikt te worden, die zich ook wel camoufleren en beweren uw leiders
te zijn - en toch zelf niet de wetenschap bezitten dat zij u onderwijzen
kunnen. Doch u, mensen weet niet hoe mijn tegenstander zowel op de mensen
alsook op de nog onrijpe wezens in het hiernamaals inwerkt. U weet niet
dat hij alles probeert om de zuivere waarheid te ondermijnen, en de mensen
te doen geloven dat zij in de waarheid wandelen. Hun handige camouflage
zal veel onheil aanrichten omdat de mensen zich laten gebruiken en zelf
te lichtgelovig zijn, want het ontbreekt hun aan een juist oordeelsvermogen.
Zij verwisselen uitstralingen uit de bovennatuurlijke sferen met "de
werkzaamheid van mijn geest" - die onweerlegbare waarheid schenkt
aan hen die van Mij uit de opdracht hebben de waarheid uit te dragen in
de wereld. En deze waarheid moet u aannemen en mijn wil vervullen. U moet
niet alleen luisteren maar er ook naar handelen, en
u zult dan
ook niet meer hoeven te twijfelen en te vragen, maar weten dat u in de
waarheid vaststaat.
Amen |