BD.8411
14 februari 1963
Verlossend meewerken in de eindtijd
Wanneer u zich Mij ter beschikking stelt, dat u mijn medewerkers
zult willen zijn in de laatste tijd voor het einde, dan hoeft u ook niet
bang te zijn dat u niet bent opgewassen tegen deze arbeid, want Ik weet
waar Ik u kan inzetten dat u succesvol bezig bent. De capaciteiten van
ieder mens zijn anders en al naar deze capaciteit zal Ik hem ook de arbeid
toewijzen, en is hij bereid Mij te dienen, dan zal hem deze arbeid ook
goed afgaan. En daar het in de eindtijd voor alles erom te doen is, dat
de mensheid een licht zal worden gebracht, kies Ik me ook de juiste lichtdragers
uit. Mensen in wie Ik een juist licht kan ontsteken en die nu, ook dienstwillig
zijn het licht te verbreiden, die zelf in het licht van hun inzicht op
de hoogte zijn van de lichtloze toestand van de medemensen en al hun krachten
inzetten om deze toestand te veranderen.
Het uitstralen van het licht, de verbreiding van mijn woord, is een geweldige
opgave, omdat ze een verlossend gevolg kan hebben en ook hebben zal, omdat mijn woord kracht in zichzelf is en zijn uitwerking niet mist. Maar die
taak vereist doorzettingsvermogen, wilskracht en een liefdevol hart tot
hulp bereid, ze vraagt een voortdurende band met Mij, voortdurende bereidheid
de lichtstralen van Mij in ontvangst te nemen, dus onvermoeibare geestelijke
activiteit, die niet veel mensen willen verrichten. Maar in volledig vrije
wil moet deze arbeid voor Mij worden verricht, dan pas zal hij het succes
hebben dat de lichtstralen door de duisternis heendringen. Want deze vrije
wil wordt door de liefde bepaald en alleen liefde heeft een verlossende
uitwerking.
En u mijn medewerkers geef Ik altijd de verzekering dat u gestuurd en
geleid zult worden, dat Ik uw denken juist richt, dat Ik u steeds van
kracht voorzie en u zal beschermen tegen alle vijandigheid, omdat deze
arbeid van u zo dringend en voornaam is, dat Ik waarlijk alles zal doen
om mijn medewerkers, die in mijn naam werkzaam zijn en door wie Ik zelf
kan werken tot zegen van de mensheid, voor Mij te behouden. U zult u alleen
totaal aan Mij moeten toevertrouwen, u moet in het grootste vertrouwen
uw arbeid verrichten en steeds weten dat Ik u nodig heb, in het bijzonder
dan, wanneer Ik u met een ongewone missie zou kunnen belasten, waarvan
het zielenheil van ontelbare mensen afhankelijk is. U allen weet niet
hoe hard de toevoer van de zuivere waarheid nodig is, omdat u ook niet
weet in welke mate de dwaling al ingang heeft gevonden en dat de mensheid
met heel verkeerde denkbeelden verder leeft.
De wereld, dat wil zeggen: het rijk van mijn tegenstander, van de vorst der duisternis,
dringt zich overal op de voorgrond en neemt het denken van de mensen helemaal
in bezit. Maar van mijn rijk, dat niet van deze wereld is, begrijpen ze
niets en daarom moet Ik dit hun steeds weer trachten dichterbij te brengen, mijn rijk moet weer tot de mensen komen en zalig zij die zich naar mijn
rijk keren, die hier een duidelijke blik in kunnen werpen, wanneer hun
de zuivere waarheid wordt gebracht.
Bedenk, u mijn dienaren op aarde, hoe kort de tijd op aarde is en welke
hersenschimmen de mensen najagen. Maar u zult ze daar opheldering over
kunnen verschaffen, omdat u zelf mijn rijk al in bezit hebt genomen door
uw band met Mij en het rechtstreekse toestromen van mijn kracht die van
het geestelijke rijk uitgaat. U bent dus alleen maar de tussenpersonen
tussen Mij en de mensen die de weg naar Mij nog niet hebben gevonden.
En van u bedien Ik Me, omdat Ik niet rechtstreeks tot de mensen kan spreken,
wat ze me door hun geestestoestand beletten. Maar Ik heb al mijn schepselen
lief en wil daarom ook die anderen mijn genadegaven laten toestromen,
wat nu ook gebeurt.
De stroom van mijn liefde vloeit onophoudelijk naar de aarde en die zich
wel leent de mensen uit het donker van de nacht weg te voeren in het licht
van de dag. En wie Mij daarbij behulpzaam is, wil Ik ook waarlijk zegenen
en hem alle bescherming en hulp ten deel laten vallen. Want de eindtijd
vereist ononderbroken arbeid voor Mij en mijn rijk, de eindtijd vereist
een daadkrachtige arbeid, tegen het werkzaam zijn in van mijn tegenstander
die evenzo tracht de duisternis te vergroten en juist in de laatste tijd
veel onheil en verwarring aanricht, die slechts door de zuivere waarheid
verhinderd en bestreden kan worden. Mijn macht is wel groter dan de zijne,
maar de vrije wil van de mens beslist en deze moet daarom ook door de
waarheid juist worden gericht. De mensen die het serieus wensen, moeten
tot het licht komen. En dit licht zult u die vrijwillig voor Mij werkzaam
bent, hun moeten bezorgen.
Amen |