BD.8407
9 februari 1963
Het beproeven van geestelijke leringen
Er zullen nog heel veel geestelijke leringen aan u worden
verteld die zogenaamd van Mij moeten zijn uitgegaan en u zult steeds zorgvuldig
moeten beproeven of deze geestelijke leringen ook in Mij hun oorsprong
hebben. U zult dit ook kunnen, zodra het u er maar om te doen is de echte
zuivere waarheid in ontvangst te nemen en u Mij vraagt om bijstand. Wel
is mijn geest overal werkzaam omdat het noodzakelijk is dat voor de mensheid
in haar geestelijke duisternis een licht wordt ontstoken. Maar hiervan
maakt ook mijn tegenstander gebruik, doordat hij zich camoufleert om de
mensen in de war te brengen, want hij is niet in staat een waar licht
te geven, het zullen steeds schijnlichten zijn die hij voor u ontsteekt
en uw ogen worden door dit valse licht verzwakt, zodat ze dan ook moeilijk
het zachte schijnen van een waar licht herkennen. Want hij verbergt zich
achter grote namen en schept daardoor verwarring. De mensen durven het
niet aan om af te wijzen en toch worden ze op een dwaalspoor geleid door
diegenen die zich tegen hen uiten. En u zou schrikken als u zou weten
in welke mate zijn tegenwerking in de strijd is geworpen en die hij zal
blijven inzetten tot het einde toe.
De mensen verlangen naar ongewone kennis en deze begeerte maakt voor hem
zijn werkzaam zijn mogelijk, doordat hij hun voorspiegelt ze met zulk
een weten bekend te maken, dat echter niet de geringste waarde heeft voor
de ziel van de mens, die alleen met het doel om rijp te worden over de
aarde gaat. Wel zullen deze "leraren" woorden spreken die zullen
bedriegen, maar wie opmerkzaam beproefd zal moeten toegeven geen winst
te behalen uit zulke onderrichtingen, dat hem geen "licht opgaat"
omdat mijn tegenstander zelf geen licht bezit dus dit ook niet kan uitdelen.
En steeds weer kan Ik u er alleen maar toe aansporen Mij innig om verlichting
van de geest te vragen, dan zal het in u ook helder en duidelijk worden
en u zult afwijzen wat niet van Mij is uitgegaan.
Van vele kanten zal u steeds hetzelfde worden aangeboden, want mijn tegenstander
bezit geen weten en kan daarom ook geen weten overdragen. En pas een juist
weten overeenkomstig de waarheid schenkt diegene een licht die het serieus
begeert. Wat u dus in werkelijkheid licht geeft, neem dat aan - wat u
juiste kennis geeft over Mij en mijn Wezen en over mijn heilsplan van
eeuwigheid, zodat u nu ook helder en duidelijk uw eigen opgave inziet,
is een licht dat Ik zelf voor u ontsteek. Maar wordt u met lege woorden
bedacht die geen diep weten schenken over datgene wat u was, wat u bent
en weer worden moet, wanneer u opgeroepen wordt om te werken voor het
rijk Gods maar u geen uitleg wordt gegeven waarin deze arbeid bestaat
en waarom ze verricht moet worden, dan zult u het terecht kunnen afwijzen
als holle frasen die u alleen maar moeten overbluffen. En u zult u moeten
afvragen of u wel winst zou kunnen boeken wanneer u helemaal niets anders
bekend zou zijn, wanneer u, als totaal onwetend, alleen maar uit zulke
mededelingen opheldering zou trachten te verkrijgen. U zou waarlijk geen
enkele winst kunnen behalen, omdat alles slechts lege woorden zijn, die
alleen maar van mijn tegenstander uitgingen om u in de war te brengen
en de zuivere waarheid van u verwijderd te houden.
Steeds weer zal hij proberen ook in mijn rijen verwarring te stichten,
opdat ook onder de mijnen verschillende meningen bestaan en de mensen
het geestelijke streven moe worden, wanneer hun niet volledige duidelijkheid
wordt geschonken. Maar u bezit al zoveel licht dat u ook zijn activiteiten
zult herkennen, zodra u onbevoordeeld deze zult onderzoeken.
Neem daarom steeds alleen maar de weg naar Mij en wens opheldering en
u zult het in het hart voelen wat u zult kunnen aannemen en wat u zult
moeten afwijzen. Want de macht van mijn tegenstander is gebroken zodra
hij die bij diegenen wil gebruiken die Mij door hun wil al toebehoren,
want dezen zal Ik beschermen tegen dwaling, omdat ze de waarheid begeren.
Amen |