BD.8401
3 februari 1963
Wat was de mens in 't allereerste begin?
Ik wil u steeds alleen dit ene in overweging geven dat u
van goddelijke oorsprong bent en dat u zich daarom moet beschouwen als
door mijzelf uitgestraalde vonken - die eeuwig blijven wat zij waren,
namelijk goddelijke schepselen van dezelfde oersubstantie als Ikzelf ben,
ook nadat zij zelf totaal waren veranderd en tot wezens werden die zich
van alle goddelijke eigenschappen beroofden. Doch deze toestand duurt
niet eeuwig, maar verandert ook weer, zodat hun oorspronkelijke natuur
weer tevoorschijn komt, zodat ze weer scheppen en werken in alle volmaaktheid
zoals Ik, dat ze weer tot mijn evenbeeld worden en dan ook blijven tot
in alle eeuwigheid.
Als u er over nadenkt dat u van mijzelf bent uitgegaan, dat het hoogste,
volmaakte Wezen u geschapen heeft vanuit Zijn liefde, dan moet u helemaal
openbloeien en geen ander verlangen meer hebben dan weer te zijn wat u
in het begin was. En uw gebrekkigheid en zwakheid, die u nu inziet moesten
u heel nederig laten worden en u tot innig gebed aansporen dat Ik u mag
helpen weer zo te worden, dat u zich met Mij verenigen kunt. En waarlijk
u zult genaden ontvangen in overvloed, want deze wil opent voor Mij uw
hart en Ik kan het nu ook vullen met mijn liefdekracht, die het u nu mogelijk
maakt u te veranderen en uw oerwezen weer aan te nemen.
En daaraan moet u altijd weer denken dat u van Mij zelf bent uitgegaan.
Dat u de mijne bent en ook blijven zult omdat Ik niets opgeef wat Mij
toebehoort. En al heeft het zich ook vrijwillig van Mij afgewend en volhardt
het in zijn weerstand tegen Mij, u bent en blijft door Mij eens uitgestraalde
liefdekracht die onherroepelijk ook eens weer tot Mij terugstroomt - omdat
dit wet is van eeuwigheid.
Maar het eigen besef van uw herkomst zou voor u de terugweg verkorten,
want dan beseft u goddelijke schepselen te zijn, dan is dit reeds de eerste
schrede op de terugweg tot Mij. Want eens wilde u Mij niet erkennen als
uw God en Schepper van eeuwigheid en dat was uw val. Het was hoogmoed
die u liet menen de toevoer van mijn kracht te kunnen ontberen, en die
zodoende uw ellendige toestand veroorzaakt heeft.
Bent u zich echter in dit aardse leven van uw goddelijke afkomst bewust,
dan weet u ook dat u alleen in verbinding met Mij weer licht en kracht
kunt ontvangen, dat u alleen als mijn liefdelicht u helder doorstraalt
uw goddelijke eigenschappen weer terug kunt winnen en dat het niet onmogelijk
is weer in uw oertoestand binnen te gaan. Dat u waarlijk tot goden kunt
worden zoals dit in het allereerste begin uw bestemming was. Beschouwt
u zichzelf echter als zwervers op aarde zonder doel, als kreaturen die
net zo als andere scheppingen de wereld bevolken en vergankelijk zijn,
dan is uw geest totaal verduisterd en de weg is nog eindeloos lang tot
uw uiteindelijke terugkeer, tot vanwaar u bent uitgegaan, tot uw God en
Vader van eeuwigheid. Dan zult u ook in het doel van uw leven op aarde
geen zin of bedoeling zien. Uw gedachten zijn alleen op het aardse gericht
en u geeft zelf uitdrukking aan uw totaal veranderd wezen, door uw verkeerde
houding tegenover Mij - uw God en Schepper.
Bezie slechts uzelf en vraag u des te vaker af wat de reden van uw menszijn
wel mag zijn. Denk er over na wat u bent en waar u vandaan bent gekomen.
Houd uzelf niet voor zo minderwaardig door te denken dat u met uw lichamelijke
dood weer vergaat in 'n niets. Want dan stelt u zichzelf nog onder een
dier dat niet denken kan, want u gebruikt uw verstand niet dat u gegeven
werd. Reeds uw vrije wil en uw verstand moesten een bewijs voor u zijn
van een Macht die u schiep en WIER scheppingen van de grootste wijsheid
blijk geven.
Deze "Macht" heeft beslist niets gebrekkigs buiten zich geplaatst,
maar wezens in hoogste volmaaktheid. Maar u, mensen weet niet dat u die
wezens bent die van Mij afvielen. Daarom wijs Ik u steeds weer op uw vrijwillige
afval en ook op mijn liefdevolle zorg, om u tot een vrijwillige terugkeer
te bewegen.
En daarom alleen probeer Ik u tot nadenken aan te sporen over uzelf, wat
u bent en om welke reden u op de aarde leeft. U moet er aan denken welk
een wonderwerk van de schepping u zelf bent, hoe kunstig uw lichaam geschapen
is en hoe al zijn functies uitermate knap zijn ingericht. Daaraan
zou u al moeten zien dat u van goddelijke oorsprong bent en dat uw Schepper
een hoogst volmaakt Wezen moet zijn, die buiten zich deze schepselen liet
ontstaan, die denken en willen kunnen en daarom tot wat anders bestemd
moeten zijn dan alleen maar uw weg over de aarde te gaan en de aardse
verplichtingen na te komen - en dan weer te vergaan. En kon u maar tot
dit inzicht komen dat uw aardse leven een zin en een doel moet hebben,
dan zou u ook moeite doen deze te doorgronden en dan zou ook de weg omhoog
voor u verzekerd zijn. Want dan was u zich bewust van uw verantwoordelijkheid
en de ene goddelijke eigenschap na de andere zou weer in u boven komen,
omdat uw oersubstantie goddelijke kracht is, die u tot het afstand doen
van uzelf aanspoort. Dan zult u ook de verbinding met Mij zoeken en Mij
dus ook de mogelijkheid geven u weer met mijn liefdekracht te doorstralen
- en dan zult u weer zijn wat u was vanaf het begin der tijden.
Amen |