BD.8397
30 januari 1963
Geestelijke toestand van de mensen voor de kruisdood - Boek der
boeken
U mensen vraagt u vaak af waarom in het boek der boeken niet helder en duidelijk over mijn heilsplan van eeuwigheid melding wordt gemaakt zodat de mensen zouden kunnen weten wat aan hun menszijn ten grondslag ligt. En u trekt daarom ook de openbaringen in twijfel die u daarvan nauwkeurig kennis geven. U moet echter bedenken dat de geestelijke toestand van de mensen voor mijn geboorte zulke kennis niet toeliet. Dat de mensen het niet hadden kunnen begrijpen, omdat mijn tegenstander voor mijn kruisdood nog de heerschappij bezat en deze nooit een licht zou hebben toegelaten. Veeleer werd de duisternis steeds dieper omdat weinig mensen een licht in zich ontstaken door een leven van liefde.
Weliswaar wisten ze van een God die hen geschapen had, maar ieder dieper inzicht ontbrak hun en eveneens welk verband er was tussen henzelf en hun God en Schepper. Ze wisten wel dat Ik van hen gehoorzaamheid vroeg tegenover mijn geboden, die hun ook werden overgebracht door verlichte mensen die Ik naar de aarde zond met het doel te onderrichten. En ze zouden ook, als ze volgens mijn geboden hun leven leidden, tot een lage graad van inzicht hebben kunnen komen. Nooit echter kon een weten over alles wat hun nog verborgen was, schools worden aangeleerd. Want het verstand zou het niet hebben kunnen bevatten en als gevolg van hun nog niet gedelgde oerzonde bezaten hun zielen geen grote rijpheid. Daarom werden ook de profeten meestal met tegenzin aangehoord, omdat de mensen zich in de genoegens van hun leven zouden hebben moeten beperken wanneer ze die profeten gehoor hadden geschonken.
Het waren altijd alleen maar uitzonderingen die het verlangen hadden gehoorzaam te zijn aan hun God en Schepper en Hem te dienen. En in enkele gevallen is aan dezen ook een weten geschonken dat ook werd opgetekend, maar niet bewaard bleef toen mijn tegenstander steeds sterker inwerkte op de mensen die zich kort voor mijn geboorte ook op een buitengewoon geestelijk dieptepunt bevonden en daarom ook niet meer in staat waren zo'n weten op te nemen.
Toen kwam Ik zelf naar de aarde en bracht een licht in deze ongewone duisternis. Maar ook alleen maar daar kon mijn licht schijnen waar mijn tegenstander zich niet kon handhaven, waar het verlangen om in de door God gewilde ordening te leven de mensen ook ertoe aanzette een leven in liefde te leiden. Dezen kon Ik al een klein licht schenken en hun over hun verhouding tot hun God en Schepper uitsluitsel geven. Toch vonden ook deze leringen slechts van mens tot mens plaats, omdat Ik de graad van rijpheid van ieder afzonderlijk kende en verhinderde dat ook daaruit een schoolse kennis werd gemaakt, dat wel door middel van traditie had kunnen worden overgedragen, dat echter onbegrijpelijk gebleven zou zijn voor ieder die in zichzelf geen licht ontstak door de liefde.
Door mijn werk van verlossing was nu de oerzonde gedelgd. En nu kon dus ook mijn geest werkzaam zijn in de mens die dit toeliet door werken van liefde. Want ook nu leerde Ik dat liefde het voornaamste is. Wie dit gebod nakwam, werd ook door mijn geest onderricht en hij verkreeg het weten dat voor hem nodig was om het doel van zijn aardse leven te vervullen. En daar gaat het om, wat u nodig hebt opdat uw ziel tot volledige ontwikkeling komt. De arbeid aan de ziel is het voornaamste en alles wat u daartoe aanzet zal de geest uit Mij u doen toekomen. En wie een groot verlangen heeft in diepere wijsheden door te dringen, hem zal ook de verwezenlijking ervan ten deel vallen.
Daar echter slechts weinig mensen hun geest in zich tot leven wekken, zou een traditioneel overgedragen weten diegenen alleen maar in verwarring brengen zolang hun geest nog niet gewekt is. En daarom is zo'n weten ook niet opgetekend in mijn opdracht, want eenieder zou daartoe kunnen komen die het ernst zou zijn tot mijn heilsplan door te dringen. Maar voor het merendeel van de mensen die onverschillig door het leven gaan en genoegen nemen met het geestelijke goed dat hun schools werd bijgebracht, zou het nooit een zegen zijn wanneer alle samenhang duidelijk verklaard zou worden, want het zijn zeer diepe geestelijke beweegredenen, die zelf het verstand niet vatten kan, integendeel, die een gewekte geest vereisen om begrepen te worden.
Geen mens wordt het juiste inzicht geweigerd die daar ernstig naar streeft, wat echter ook het naleven van mijn wil vraagt, die aan alle mensen werd geopenbaard en waarvan ook alle mensen op de hoogte zijn, omdat hun ook de innerlijke stem, de stem van het geweten, zegt wat ze moeten doen of laten. En daar het mijn tegenstander steeds alleen daarom te doen is duisternis te verbreiden en tegen elk licht te strijden, zal hij ook steeds proberen de mensen zo te beïnvloeden dat ze zelf elke innerlijke helderheid verhinderen. En hij zal de mensen ook een misvormde voorstelling van de waarheid geven, zodat hun elk begrijpen ontbreekt van een weten dat tot diep in mijn scheppingsplan reikt - en dit begrijpen juist een gewekte geest vereist.
Dat wat het boek der boeken aan inhoud bevat, is volop voldoende om de ziel van de mens te voltooien wanneer alles maar ter harte wordt genomen. Maar ook deze inhoud is voor de meeste mensen onbegrijpelijk, want steeds blijven de letters dood zolang ze niet met een gewekte geest gelezen word. En zo gaat het ook met elk weten dat door openbaringen steeds weer naar de aarde wordt gebracht en zuivere waarheid is. Het zal ook alleen juist worden begrepen en in praktijk worden gebracht door een mens die bereid is liefde te geven, wiens geest gewekt is. En deze zal dan ook kunnen doordringen tot de diepste geheimen en ook mijn heilsplan van eeuwigheid begrijpen.
Amen |