Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.8384
18 januari 1963

Het op de hoogte zijn van het doel van het aardse leven

Alleen een geestelijk weten volgens de waarheid zal u de zin en het doel van uw leven op aarde laten inzien. En u dit weten overeenkomstig de waarheid toe te zenden, zal steeds mijn zorg zijn, opdat u niet zonder resultaat het aardse leven aflegt, omdat u zich in volledige onwetendheid bevindt, wanneer u uw bestaan als mens begint. En daarom zeg Ik steeds weer, er moet een klein lichtje in u worden ontstoken, dat u uitsluitsel geeft over uzelf en uw verhouding tot Mij. En dit kleine licht kan uw vrije wil telkens versterken, zodat het in u helder wordt en er geen enkele geestelijke duisternis meer op u drukt, daarentegen de inzichten steeds toenemen en u ook zeker uw doel bereikt op aarde: algehele omvorming van uw wezen tot liefde, naar uw oertoestand, waarin u gelukzalig was.

Dat Ik u dit licht schenk, is een onverdiende genade, omdat u het eens bewust afwees en daarom Mij zelf ontrouw werd. Het was verwaandheid, die u aanzette tot deze afval van Mij. U voelde zich net als mijn eerst geschapen geest Lucifer, zijnde volkomen krachtig en geloofde Mij te kunnen overtroeven. U geloofde Mij zelf aan de kant te kunnen zetten en daarom maakte u zich vrijwillig los van Mij, steeds staande onder de invloed van die eerst geschapen geest, die meende zo sterk te zijn, dat hij geloofde Mij te kunnen onttronen. Maar hij bevond zich in het helderste licht. Hij wist dat hij als wezen uit Mij was voortgekomen. Hij wist dat hij van Mij de kracht ontving, dat Ik dus zelf de Bron was en toch maakte hij zich los van Mij, ondanks beter inzicht, want de hem van Mij uit onbeperkt toestromende kracht heeft hem verwaand doen worden. Ze heeft zijn denken verward, omdat hij ze Mij misgunde, dus een zondige verkeerde wil, die de beweegreden van zijn val was, leverde hem al geestelijke duisternis op, zodat hij geloofde zich van Mij los te kunnen maken en toch in het bezit van volheid van kracht te blijven. Maar het losmaken van Mij betekende ook steeds verminderde kracht van liefde, want de kracht van mijn liefde verloor haar werkzaamheid door diens weerstand. En de duisternis om hem verdichtte zich meer en meer. En in dezelfde toestand geraakten ook de wezens, die zijn wil, met gebruikmaking van mijn kracht, had geschapen.

Ze werden niet door hem gedwongen hem te volgen en ze waren ook in staat zichzelf te zien als schepselen, die uit mijn kracht waren voortgekomen. En daarom was hun schuld enorm groot en kon deze niet door de wezens zelf worden goedgemaakt. Ze bleven, ondanks het eeuwig lange terugvoeringsproces door de scheppingen van de aarde, door de materiële wereld, belast met deze schuld en zouden nooit meer het rijk van het licht kunnen binnengaan, wanneer Ik zelf hen niet zou hebben verlost van zonde en dood, doordat Ik in de mens Jezus mijn leven gaf aan het kruis, om voor deze zware schuld te boeten. Doch slechts één mens kon zo'n offer aanbieden, die in staat en gewillig was te lijden, die zo'n grote mate van liefde opbracht voor Zijn gevallen broeders, dat Hij al het maar denkbare leed op zich nam en bijgevolg de schuld teniet deed door Zijn kruisdood. In deze mens Jezus daalde Ik zelf af naar de aarde en maakte voor de mensen weer de weg vrij naar Mij. Ik leidde ze uit de duisternis omhoog, naar het licht. Mijn overgrote liefde, die naar al het wezenlijke uitgaat en gelden zal tot in alle eeuwigheid, heeft een werk van erbarmen volbracht. Ze heeft de zondige mensheid weer een geschenk van genade aangeboden, dat ze alleen maar hoeft aan te nemen en er gebruik van hoeft te maken. Want het verlossingswerk van Jezus Christus moet in vrije wil worden erkend en aangenomen. De mens moet zelf in het aardse leven de weg nemen naar het kruis en de zondenlast naar Hem dragen, hij moet Jezus vragen, dat Hij ook voor hem Zijn bloed mocht hebben vergoten en dus in Hem Mij zelf weer erkennen.

Zoals hij Mij eens vrijwillig afwees en van Mij afviel, zo moet hij weer vrijwillig naar Mij terugkeren, daar hij anders eeuwig in duisternis en een onzalige toestand blijft, tot hij zijn verkeerde wil ten goede heeft veranderd. En dit weten moet u in alle waarheid worden overgebracht en dan zult u ook zeker de terugweg naar Mij aanvaarden. U zult de juiste wilsbeslissing nemen in het aardse leven als mens en opgenomen kunnen worden in het rijk van het licht en gelukzaligheid, omdat dan uw vroegere zondenschuld voor u teniet is gedaan door Jezus Christus, in wie Ik Mij zelf heb belichaamd, om de mensheid te verlossen.

Amen