BD.8370
2 januari 1963
Gods besluit is onafwendbaar
Dat u voor een keerpunt staat dat zich aards en ook geestelijk
zal voltrekken, is zeker. En zodra u alleen maar het gebeuren in de wereld
evenals het lage geestelijk niveau bekijkt, moet het voor u ook begrijpelijk
zijn dat dat peil alleen op zo'n manier verholpen kan worden dat
een geheel nieuwe ordening ingevoerd wordt en dat de orde die wet is van
eeuwigheid weer hersteld moet worden.
De mensen hebben de goddelijke ordening omver gestoten en het in de mens
belichaamde geestelijke dat zijn ontwikkeling ten hoge moest voltooien
en ook kon, heeft totaal gefaald. En juist daarom moeten nieuwe mogelijkheden
geschapen worden om de ontwikkeling voort te zetten, of zelfs de gehele
ontwikkeling van voren af aan te beginnen.
Aards is een chaos vast te stellen, want de mensen zijn door hun begeren
naar de wereld geheel uit de ordening getreden. Zij staan geheel onder
invloed van hem aan wie de wereld toebehoort, en zij hebben daarom zo'n
laag geestelijk niveau bereikt dat dit hun aardse leven nutteloos doet
worden. Onherroepelijk is daarom de tijd gekomen die als een aards en
geestelijk keerpunt beschouwd moet worden. Want op aarde zal alles anders
worden omdat de oude aarde een gehele omvorming ondergaat en er ook een
totale scheiding van het geestelijke plaats vindt, zodat de mensen die
faalden weer in de materie gekluisterd worden, en het nog in de harde
materie gebondene vrij gezet wordt om de weg van ontwikkeling voort te
kunnen zetten in de scheppingen van de nieuwe aarde. De oude toestand
op aarde kan onmogelijk bestaan blijven, daar er anders geen mogelijkheid
meer zou zijn voor een verdere ontwikkeling van het geestelijke.
Eerst moet alles weer opnieuw in orde worden gebracht al het geestelijke
moet worden verplaatst naar waar het volgens zijn rijpheid hoort. Daarom
moet ook de mens die naar de materie verlangt in die toestand terugkeren
die hij reeds lang overwonnen had maar zijn bereikte vrijheid misbruikt
heeft en daardoor weer weggezonken is naar de diepte. Dan zal er weer
goddelijke orde op de nieuwe aarde heersen en de mensen zullen zich in
de goddelijke ordening bewegen omdat de nieuwe aarde bevolkt is door diegenen
die op de oude aarde een staat van rijpheid verkregen hebben, die een
overplaatsen op de nieuwe aarde rechtvaardigt. Maar niet alleen de aarde
zal geheel vernieuwd worden maar ook de mensheid die in geestelijke rijpheid
een nieuwe aardperiode begint, evenals al het in de scheppingen gekluisterde
geestelijke hulp ontvangt bij de opwaartse ontwikkeling die zich weer
in de wettelijke orde zal voltrekken.
U mensen mag niet geloven dat op deze aarde een omkeer zal plaats vinden,
dat de mensen zullen veranderen, dat wil zeggen: beter worden en er daardoor een
verandering ontstaan zal. Deze mogelijkheid is uitgesloten want alleen
een daad van geweld kan de reiniging nog teweegbrengen. De bokken moeten
van de schapen worden gescheiden en er moet van God uit een verandering
worden veroorzaakt, want de mensen zijn er zelf niet meer toe in staat
in goed vaarwater terecht te komen. Zij zinken steeds verder af hoe langer
hun de tijd blijft. Daarom is ook de tijd vastgesteld in Gods heilsplan
en hier wordt ook aan vastgehouden. Want wat Hij in Zijn wijsheid als
nodig ingezien en besloten heeft, staat vast en zal nooit veranderd worden
omdat Zijn wijsheid onovertreffelijk en Zijn besluit onveranderlijk
is.
Daarom kan van Zijn kant uit al het gebeuren wat met deze omvorming in
verband staat aan de mensen geopenbaard worden, en kan er geloof geschonken
worden aan de profetieën die steeds weer door zieners en profeten
verkondigd worden aan de mensen.
Dat het laatste gericht en de hervorming der aarde geen parallel vindt
in de tot dusver door mensen beleefde gebeurtenissen geeft niet het recht
aan te nemen, dat de profetieën verkeerd zijn. Maar de mensen moeten
rekening houden met wat hun verkondigd wordt en te wachten staat, en zich
daarop voorbereiden. Want nog is er een korte genadetijd die nog benut
kan worden, en als de wil van de mens er maar naar streeft op aarde aan
zijn opdracht te beantwoorden, dan behoeft hij ook het einde niet te vrezen.
Want God zal een ieder helpen die Hem aanroept en Hij geeft zich steeds
te kennen aan de mensen, door Zijn woord. Hij kondigt wel de gebeurtenissen
aan maar Hij laat ieder mens de vrije wil, zodat deze ook zijn eigen lot
in handen heeft.
Amen
|