BD.8352
10 december 1962
Paradijselijke staat op de nieuwe aarde
Ik wil de aarde weer tot een plaats van vrede maken waar alleen
nog maar de liefde regeert. Waar geen vijandschap bestaat en al het geschapene
met elkaar leeft in harmonie en gelukzaligheid. Waar de uitstraling van
de liefde der mensen ook het nog gebonden geestelijke weldadig aandoet,
en waar een ieder moeite doet zijn medemensen bij te staan, geestelijk
en lichamelijk. Waar Ik zelf als de eeuwige Liefde onder de mensen vertoeven
kan, omdat niets negatiefs mijn tegenwoordigheid onmogelijk maakt. Ik
wil dat de aarde weer dient om het mensengeslacht tot de hoogste rijpheid
te brengen, zo dat veel; mensen als volmaakt deze aarde verlaten kunnen
omdat zij innig met Mij verbonden zijn, en ook de uitwerking van de eertijdse
oerzonde de mensen niet meer bezwaart. Want zij zijn allen reeds verlost
door Jezus Christus en kunnen daarom ook op de nieuwe aarde geplaatst
worden. En deze wegneming van de oude aarde voor de dag van het gericht
is ook het bewijs van hun saamhorigheid met Mij. Het is een bewijs dat
zij de verbinding met Mij op de oude aarde gevonden hebben, en dat zij
vrij zijn van alle ondeugden en begeerten. Dat Ik ze daarom ook op de
nieuwe aarde plaatsen kan.
En weer zal er een verlossingsperiode beginnen die aanvankelijk veel mensenzielen
tot uitrijpen zal brengen, omdat mijn tegenstander gekluisterd is. Hij
kan deze zielen niet meer lastig vallen omdat zij vrijwillig iedere weerstand
opgegeven hebben, dus reeds de mijnen geworden zijn en alleen ter wille
van de navolgende generaties nog op aarde leven. Want zij moeten getuigen
zijn van mijn macht en heerlijkheid. Zij moeten uit eigen ervaring kunnen
spreken over de toestand op de oude aarde, en ook hun nakomelingen de
liefde tot Mij prediken. En ook hun kinderen en kindskinderen zullen vervuld
zijn met liefde, en hun zielen zijn niet ver meer af van hun oerstaat.
Want in reine onzelfzuchtige liefde zijn zij verwekt, omdat mijn tegenstander
geen invloed had op de mensen die de nieuwe aarde bewonen.
De liefde is echter een kracht, en zij kan waarlijk ook het rijp worden
van de zielen bespoedigen. Zij vermag ook het nog gebonden geestelijke
te helpen bij het verlaten van de vorm, en ook dit zal zijn weerstand
opgeven en naar mijn wil zich opwaarts ontwikkelen. Deze toestand zal
een lange tijd duren, en in die tijd zal veel van het eens gevallen geestelijke
als voltooid tot Mij terugkeren. En in die tijd zal Ik veel "kinderen"
winnen en hun alsook mijn zaligheid, kent dan geen grenzen. Want Ik weet
dat al het gevallene tot Mij terug zal keren en mijn heilsplan van eeuwigheid
niet zonder succes zal zijn.
Maar toch zal ook deze toestand op de nieuwe aarde eenmaal weer anders
worden - want steeds meer en meer zielen die door de aardse scheppingen
zijn gegaan zullen zich weer belichamen. De lust naar de materie zal weer
te voorschijn komen, eerst maar sporadisch maar dan steeds vaker. Het
verlangen van de mensen naar materiële goederen ontbindt ook weer
de ketenen van mijn tegenstander, want de vrije wil der mensen is maatgevend
en kan nu ook door mijn tegenstander worden beïnvloed, omdat de mensen
zich niet meer tegen hem verweren. Maar steeds weer zal mijn liefde ook
dat geestelijke te hulp komen, en er zal weer geworsteld worden om deze
zielen. Maar de wil van de mensen zelf zal beslissend zijn welke heer
de overwinning zal behalen.
Want ook deze nieuwe generaties zal de kennis van Jezus Christus, de goddelijke
Verlosser gebracht worden. Daardoor zullen zij niet machteloos aan mijn
tegenstander overgeleverd zijn, en ook sneller hun weerstand opgeven -
want hun geloof in Mij als God en Schepper is nog sterk genoeg, en dus
heeft ook mijn invloed door middel van de "stem van het geweten"
nog effect.
Maar het zal niet meer dat paradijselijke leven zijn zoals in het begin.
Er zullen innerlijke gevechten voor de mensen op komst zijn en de verzoekingen
van mijn tegenstander zullen niet uitblijven. De strijd om het bestaan
zal harder worden maar gemakkelijk te verdragen zijn voor hen die Mij
trouw blijven en de liefde in zich tot ontplooiing brengen.
En ook dan zullen mijn lichtboden de mensen bijstaan. Gedeeltelijk tussen
hen als mens belichaamd, deels ook door geestelijk de mensen te beïnvloeden
die zich aan hen overgeven en gestadig met Mij in verbinding blijven.
En zolang nog de liefde regeert zullen de mensen ook vooruitgaan in hun
ontwikkeling. Zolang de liefde regeert is ook mijn invloed sterk op de
mensen en is er geen terugvallen in de diepte te vrezen, want tegen de
liefde vecht mijn tegenstander vergeefs.
Amen |