BD.8272
14 september 1962
Het herkennen van Gods ware boden
De wil van een mens om in de waarheid te wandelen zal Ik zegenen,
want als hij de waarheid zoekt kan Ik mijzelf ook aan hem openbaren. Dan
kan Ik hem de waarheid doen toekomen, of door middel van gedachten of
persoonlijk doordat Ik "tot hem spreek", zodat hij mijn woord
verneemt. Ik wil in geen geval dat hij ideeën aanneemt die hem twijfelachtig
lijken.
Want deze twijfels zijn dan ook gerechtvaardigd als het hem ernstig om
de waarheid te doen is. Ja, dan zijn deze twijfels zelfs al een lichte
afweer tegen hetgeen niet met de waarheid overeenkomt.
U vraagt Mij dus waaraan u de waarheid herkennen kunt. U vraagt wie u
als mijn boden kunt beschouwen. Als Ik u een openbaring naar de aarde
toestuur, dan kunt u deze steeds als van Mij uitgaande herkennen aan de
heldere lichtstraal die uw hart verlicht. Want een goddelijke openbaring
moet u rijkdom verschaffen, u moet iets ontvangen wat u verblijdt en wat
u niet meer wilt afstaan. Steeds echter op voorwaarde dat u serieus naar
de waarheid verlangt, want pas dan openbaart zich de eeuwige Waarheid
zelf.
Dan is het ook hetzelfde of u dit geschenk rechtstreeks van Mij ontvangt
of door mijn boden, want ook dan zult u hetzelfde gevoelen ondergaan -
omdat zij datzelfde overbrengen wat van Mij uitgaat. Laten de geestelijke
gedachten u echter onberoerd of verweert u zich zelfs innerlijk daartegen,
dan kunt u het ook zonder bezwaar afwijzen. Want dan zal het nooit
een goddelijke openbaring zijn, maar eigen of overgenomen ideeën
die helemaal de uitwerking van kracht missen. U behoeft dan ook niet te
vrezen iets verkeerds te doen, want wie mijzelf verlangt te horen herkent
ook mijn stem.
Wordt u nu door anderen in kennis gesteld van twee verschillende, van
elkaar afwijkende leringen die beide van Mij afkomstig zouden zijn, dan
behoeft u zich maar innig met Mij in verbinding te stellen en Mij om het
juiste inzicht te vragen. En waarlijk, u zult het dan voelen welke leer
van Mij is uitgegaan en dan zonder bezwaar de andere kunnen afwijzen.
Wie mijn geboden onderhoudt, die is het die Ik liefheb en aan hem wil
Ik Mij openbaren. Dat betekent ook: Ik zal mijzelf aan hem bekend maken.
En de mens zal Mij kennen als hij opheldering ontvangt over mijn Wezen.
Als hem kennis gegeven wordt over wat voor hem tot nog toe verborgen was.
En vanuit deze kennis zal hij mijzelf kunnen kennen, want deze kennis
is een "licht dat u van binnen uit verlicht".
Niet ieder mens verneemt mijn woord persoonlijk, maar toch spreek Ik hem
aan als hem het rechtstreeks ontvangen woord wordt overgebracht. En als
Ik hem alleen kan aanspreken door mijn boden die het direct van Mij hebben
ontvangen, dan zal hij zelf zich toch door Mij aangesproken voelen. En
dat is voor u het zekerste bewijs dat u de zuiverste waarheid wordt verteld,
want dit gevoel leg Ik zelf in uw hart.
Verder heeft u een betrouwbaar bewijs van een goddelijke openbaring, wanneer
daardoor steeds weer bestaande dwaalleren onthuld worden, als de inhoud
van zulke openbaringen een kennelijke zuivering van het evangelie, dat
steeds weer door menselijk willen verwrongen is, ten doel heeft. En ware
boden kunnen dan altijd alleen die mensen zijn die dus voor de waarheid
van zo'n openbaring instaan. Die er voor zorg dragen dat deze openbaringen
de mensen worden verteld.
En omdat Ik de eeuwige Waarheid zelf ben, zal Ik er ook voor zorgen dat
de mensen in de waarheid kunnen wandelen als zij er ernstig naar verlangen.
En een openbaring die van Mij komt moet hun opheldering geven over alles
wat in het geestelijke van belang is.
Ik betitel dus alleen die mensen als mijn boden die mijn woord, rechtstreeks
naar de aarde gezonden, proberen te verbreiden. Ik giet wel mijn geest
uit over "alle vlees", zoals Ik het beloofd heb. Maar daaronder
is niet alleen zo'n duidelijke en ongewone openbaring mijnerzijds te verstaan
zoals u ze nu ontvangt, maar ook verlicht denken, juist spreken in geestelijke
debatten, het herkennen van mijn goddelijk woord en een volledig begrijpen
van de ongewone kennis dat de inhoud van mijn openbaringen van boven is.
En de ontvangers van mijn woord zullen steeds hetzelfde verkondigen en
verdedigen, als zij rechtstreeks door Mij aangesproken kunnen worden.
En daaraan kan steeds een ongewone openbaring als toetssteen voor de waarheid
worden beschouwd, als ze op de eerste plaats de kennis van mijn verlossingswerk
in Jezus Christus als inhoud heeft - dan is de goddelijke oorsprong van
de openbaringen bewezen en daarmee ook de volle waarheid gewaarborgd.
Amen |