BD.8253
27 augustus 1962
De tegenstander in lichtgewaad - Het paradijs op de nieuwe
aarde
Het mag u niet verwonderen dat in de eindtijd mijn tegenstander
naar ieder mogelijk middel grijpt om zijn macht te versterken, en om zijn
aanhang te hinderen hem te ontvluchten en Mij te volgen. Want er staat
geschreven dat hij ook grote wonderen zal doen om de mijnen te verleiden
af te vallen van Mij, om ze voor zich terug te winnen. En hij zal ook
niet schuwen zich te camoufleren als een "lichtengel" en zich
van de woorden der schrift te bedienen.
Wie echter ernstig naar de waarheid verlangt die zal hij niet kunnen bedriegen,
al treedt hij op in mijn naam. Want zodra dat inhoudt Mij in Jezus en mijn werk van verlossing in alle ernst te belijden, zal hij dit ontwijken
en zijn masker laten vallen. Want het verlossingswerk zal hij niet accepteren,
en zijn streven zal zijn en blijven de mensen van het geloof in het verlossingswerk
af te brengen. Hij heeft in het einde grote macht en zal die ook gebruiken,
en waar reeds duisternis is van geest zal hij niet herkend worden. Waar
echter mijn licht reeds helder kan schijnen daar zal hij ook doorzien
worden. En daarom behoeven de mijnen hem ook niet te vrezen, want zij
doorzien zijn spel vol listen en intriges en bieden hem weerstand. Want
de hel heeft al haar bewoners uitgebraakt en naar de aarde gezonden, en
door deze demonen wordt nog sterk op de mensen ingewerkt.
Maar toch kan en zal Ik mijn tegenstander niet hinderen, want het is zijn
laatste tijd. Want daarna wordt hij weer gekluisterd voor een lange tijd
en heeft geen invloed meer op al wat geestelijk is en dat nu weer over
de aarde gaat in een gekluisterde of in een vrije toestand; in de scheppingen
van de nieuwe aarde of in de mens. Het zal dus een tijd zijn van vrede,
waarin al wat geestelijk is zich sneller kan ontwikkelen, omdat het gekluisterde
veel gelegenheid wordt geboden om te dienen. De mensen zullen in het begin
ook geen geestelijke tegenpool meer nodig hebben, die toegelaten is voor
hun wilsbeproeving. Zij hebben hun wilsbeproeving doorstaan op de oude
aarde en klimmen nu gestaag omhoog omdat zij in voortdurende verbinding
staan met Mij en het lichtvolle geestelijke, dat nu onder de mensen kan
vertoeven om ze te onderrichten en te leiden.
En daarom woedt satan voor die tijd zoveel heviger, want hijzelf is een
verduisterde geest en weet niet dat zijn activiteiten zonder effect zijn.
De mensen die hij voor zich wint worden hernieuwd gekluisterd, en aan
zijn macht onttrokken voor een lange tijd. En de anderen hebben Mij een
bewijs gegeven van hun liefde tot Mij, en van hun sterk geloof. En dezen
kan Ik nu ook belonen met een leven in het paradijs op de nieuwe aarde,
daar zij als stam van het nieuwe mensengeslacht deze aarde weer zullen
bewonen.
Eens moet de wettelijke ordening weer hersteld worden op aarde, en deze
tijd waarin geen verbetering van het mensengeslacht meer te verwachten
is, is nu gekomen. Maar de meningen lopen in deze eindtijd nog uiteen,
en Ik zal daarom waarlijk alles doen om te redden wat nog niet geheel
aan de tegenstander vervallen is. En slechts een goede wil is nodig om
tot erkentenis te komen of Ikzelf, of mijn tegenstander aan het werk is.
Vooral, wanneer er dingen gaan gebeuren die ongewoon schijnen en een "Kracht"
verraden welke boven de natuurlijke kracht van een mens uitgaat.
Maar wilt u de waarheid en Mij erkennen, dan wordt u ook voor misleidingen
behoed. Zijn echter uw zinnen en uw streven nog op de wereld gericht,
dan zult u ook door de wereld beïnvloed worden en door hem, die heer
is van de wereld en zijn macht ook werelds tot uitdrukking brengt. Dan
heeft hij u gewonnen om u weer te verliezen, want het wezenlijke wordt
hem weer ontnomen zodra het einde gekomen is. Ik ben waarlijk Heer van
hemel en aarde. Mij is onderworpen het rijk van het licht en van de duisternis,
en Ik weet wanneer mijn tegenstander zijn bevoegdheid overschrijdt. En
daarom stel Ik hem een einde zoals het verkondigd is in woord en geschrift,
omdat dan de tijd gekomen is waarin alles volgens de eeuwige ordening
weer in de juiste staat gebracht moet worden.
Amen |