BD.8207
5 juli 1962
Op de aarde belichaamde lichtwezens - Activiteiten van de
tegenstander onder een dekmantel
Ook de lichtwezens die zich in de laatste tijd vóór
het einde op aarde belichamen, zijn alleen volgens mijn wil werkzaam zodra
zij in een innige verbinding met Mij hun aardse leven leiden en er dus
van hun kant uit geen weerstand tegen Mij aanwezig is, dat wil zeggen: dat zij
zich bewust onder mijn wil stellen, waartoe echter een verbinding met
Mij vereist is die zij in vrije wil tot stand moeten brengen.
Er is dus geen lichtwezen op de aarde als mens belichaamd ten behoeve
van een zending, die tot deze missie door Mij daartoe gedwongen wordt,
maar de liefde in hem moet de reden zijn zich geheel aan Mij over te geven
en dan zal deze zijn missie ook waarlijk naar mijn wil uitvoeren. En u
mensen mag gerust geloven dat zij dan ook zo bezig zijn dat het u ten
zegen strekt, maar steeds als mens die zijn afkomst niet kent. Want deze
kennis zou geen zegen opleveren, noch voor het lichtwezen als mens, noch
voor de mensheid die hij te hulp wil komen.
Ze staan wel in het nauwste contact met Mij en vervullen hun aardse opdracht
met vreugde en overgave. Maar deze wezens die Mij nu op aarde helpen,
zijn niet als robots die van Mij moeten getuigen. Nee, in geheel vrije
wil zal zo'n mens, het belichaamde lichtwezen, mijn geest in zich laten
werken. Hij zal de waarheid verkondigen omdat zijn geestvonk zich verbindt
met de Vadergeest van eeuwigheid en hij nu dus in mijn opdracht spreekt,
dat wil zeggen: de medemensen op de hoogte brengt van het geestelijke woord dat
hij voortdurend van Mij ontvangt.
Maar laat u niet misleiden door valse profeten, want mijn tegenstander
zal zich ook uitgeven als vertegenwoordiger van Christus om de mensen
op een dwaalspoor te brengen - in het bijzonder in de tijd van het einde.
Hij zal zich achter een dekmantel verbergen en er ook niet voor terugschrikken
goddelijke woorden te gebruiken die hij kent, en op zijn manier probeert
uit te leggen. Laat u niet misleiden door valse christussen en profeten,
want mijn tegenstander zoekt voor zich een dekmantel om toegang te verkrijgen
bij die mensen die Mij toebehoren en serieus naar Mij streven. En hij
heeft daar vaak groot succes mee en bedient zich vaak van mijn naam, omdat
de wil van de mens hem dit zelf toestaat. De lichtgelovige mediamiek aangelegde
mens neemt alles voor waarheid aan wat mijn tegenstander hem, als zogenaamd
van Mij, vertelt. U moet dus onderscheid maken tussen het werken van de
geest in de mens en wat men mediamieke ontvangt, waarbij de eigen wil
uitgeschakeld wordt en de activiteit van mijn tegenstander daardoor mogelijkheden
wordt geboden, die hij ook waarlijk goed gebruikt.
Wie echter reeds het licht van het inzicht in zich heeft ontstoken, die
zal ook zijn schandelijke doen en laten doorzien en zich niet laten misleiden.
Want wie in de waarheid wenst te leven zal Ik ook de waarheid doen toekomen,
en Ik geef hem ook de bekwaamheid om mijn tot de aarde gezonden woord
te beoordelen en als van Mij uitgaand te herkennen. Hij zal mijn tegenstander
geen geloof schenken, al gaat hij nog zo listig te werk om de mensheid
te misleiden. Want het denken van de mens wordt goed geleid en er wordt
hem opheldering gegeven, zodra hij maar oprecht naar de waarheid verlangt.
Amen |