BD.8175
11 en 12 mei 1962
De waarheid van de profetieën over het einde
Wanneer Ik u steeds weer het weten doe toekomen over datgene
wat voor u ligt, wanneer Ik u voortdurend wijs op de tijd van rampspoed,
wanneer Ik u een groot Oordeel voorspel, dat korte tijd erna op het einde
van deze aarde zal volgen, dan zult u de aankondigingen van Mij als waarheid
kunnen aannemen. Want Ik herhaal slechts wat steeds al voorspeld werd
over het einde van deze aarde. En Ik laat nu alleen maar weten, dat al
deze gebeurtenissen aanstaande zijn, dat de tijd is gekomen, waarin al mijn profetieën worden vervuld, tot leedwezen van al diegenen, die
niet geloven. U mag niet zonder waarschuwing de toekomst tegemoet gaan
en u moet weten, dat de "toekomst", waarin u het einde plaatst,
spoedig tot "tegenwoordige tijd" is geworden.
En u moet erop rekenen dat u wordt verrast, dat er u geen lange tijd meer
rest en Ik u daarom steeds weer deze aankondigingen doe toekomen, omdat
Ik niet wil dat u onvoorbereid al het komende zult meemaken, omdat Ik
u niet in onwetendheid wil laten in welke tijd u leeft. Ik weet dat al mijn aankondigingen, gedaan door zieners en profeten, weinig geloof zullen
vinden. Ik weet, dat de mensen alle boden zullen uitlachen, dat ze dezen
beschuldigen van een vals profetendom. Maar er zal geen lange tijd meer
voorbijgaan en ze zullen zich van de waarheid van datgene kunnen overtuigen,
wat mijn profeten in mijn opdracht de mensen verkondigen.
Nooit werd het geloofd, wanneer grote veranderingen plaatsvonden op deze
aarde, wanneer een verlossingsperiode ten einde liep en een nieuwe weer
begon. En er waren dan steeds maar weinigen, die mijn boden geloof schonken
en die daarom ook gered werden. Maar ook het weten van het lang geleden
alles omverwerpende gebeuren is voor de mensen verborgen. De tijden zijn
eindeloos lang tot er weer een dergelijke verandering van de aarde plaatsvindt.
En daarom hebben de mensen ook geen bewijzen en houden ze ook nu een einde
van de oude gedaante van deze aarde voor uitgesloten.
En toch staat u mensen er kort voor, want Ik weet wanneer een omvorming
nodig is. Ik weet wanneer de mensen op het geestelijk lage niveau zijn
aanbeland, dat zoiets vereist. Maar Ik kan niets anders doen dan u daarover
bericht te doen toekomen, dat u nu zult kunnen aannemen of ook afwijzen,
omdat u tot aan het einde in volledige wilsvrijheid zult moeten leven
en een bepaald weten u ook niet tot heil zou strekken.
Maar u zou erover moeten nadenken, dat Ik u niet zonder reden deze aankondigingen
doe toekomen. En u zou er steeds aan moeten denken, dat uw God en Schepper
een God van liefde is en dat alles wat gebeurt ook op deze liefde van
Mij is gegrond. Daarom stuur Ik ook door mijn openbaringen een weten naar
u toe, dat u het begrip voor mijn heilsplan zou moeten ontsluiten en u
zou dan ook geloven, dat de tijd is vervuld, dat eenmaal weer de ordening
moet worden hersteld, waarin alle mensen moeten binnen gaan om geestelijk
rijp te worden en dat ook voor het nog in de vaste materie gekluisterde
geestelijke de mogelijkheid moet worden geschapen zich positief te ontwikkelen.
Want al het geestelijke moet eens tot voltooiing komen. En Ik alleen weet
hoe dat mogelijk is en wanneer de juiste tijd daarvoor is gekomen, dat
alles weer nieuw geordend zal worden. En Ik houd de tijd aan zoals die
in mijn heilsplan van eeuwigheid is vastgelegd.
Amen |