Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.8158
22/23 april 1962

Verrijzenis van Jezus

Op de derde dag is mijn lichaam verrezen. En al schijnt deze gebeurtenis voor u mensen ook ongelooflijk omdat er geen bewijzen voor gegeven kunnen worden, toch zal door mijn geest de mensheid steeds verkondigd worden dat Ik waarlijk ben opgestaan uit de dood. Want Ik heb door mijn verlossingswerk de dood overwonnen, die mijn tegenstander door zijn val in de diepte voor het eerst in de wereld had gebracht.

En Ik heb u door mijn verrijzenis tegelijk bewezen dat er geen dood meer is voor het vergeestelijkte wezen. Dat dus de terugkeer tot de oorspronkelijke staat dat door een leven in liefde zoals Ik het de mensen voorgeleefd heb bereikt wordt - ook iedere doodse toestand, iedere onmacht en iedere krachteloosheid uitsluit, en de ziel nu het eeuwige leven kan ingaan zodra zij deze verandering in het aardse leven heeft voltrokken.

De dood is overwonnen door mijn kruisoffer, want de oerschuld werd daardoor gedelgd en het schepsel weer de mogelijkheid gegeven weer te worden zoals het als oerwezen was, wat nu ook een eeuwig leven waarborgt. Ik wilde u een bewijs geven dat ook het vleselijke lichaam zich vergeestelijken kan, en dat het daarom de dood niet meer hoeft te vrezen als de vergeestelijking van zijn lichaam de mens reeds op de aarde zou gelukken.

Ik zelf heb als de mens Jezus door mijn leven vanuit de liefde alle nog onrijpe substanties van mijn lichaam vergeestelijkt. Ik heb ze tot voltooiing gebracht. De liefde heeft al het niet geestelijke in Mij gekalmeerd en het ertoe gebracht zich met mijn ziel te verenigen, zodat lichaam en ziel zich totaal met de eeuwige goddelijke Geest in Mij konden verbinden - en dus de totale samensmelting met deze heeft plaatsgevonden.

En een volledig vergeestelijkt wezen kan niet meer aan de dood onderworpen zijn, want de dood is een toestand van krachteloosheid - terwijl een wezen dat vergeestelijkt is vol licht en kracht, en vrij van iedere gebondenheid is. De gebeurtenis van mijn opstanding was voor u mensen duidelijk te zien, want zij vonden mijn graf leeg. Dat nu de ongelovigen de ontvoering van mijn lichaam voor hun medemensen geloofwaardig wilden maken was begrijpelijk, maar ook dat konden zij niet bewijzen. En mijn opstanding als waarheid aannemen zullen steeds alleen de gelovigen - die mensen die reeds innig met Mij verbonden zijn door de liefde of hun goede wil juist te leven voor mijn ogen. Dat zij echter plaatsgevonden heeft is waar, want daarmee werden de beloften vervuld die de mensen gegeven waren door zieners en profeten. Mijn verrijzenis was een grote nederlaag voor mijn tegenstander, die Ik het bewijs gaf dat de liefde sterker is dan de haat en dat hij zijn aanhang niet voor eeuwig in de toestand van de dood kan houden, omdat Ik zelf de dood had overwonnen en dus het leven kan geven aan ieder die mijn verlossingswerk erkent - en een beroep doet op de aan het kruis verworven genaden.

Voor mijn tegenstander was mijn verrijzenis dus een nederlaag, en daarom probeert hij de mensen van de wijs te brengen en hun mijn opstanding als twijfelachtig voor te stellen. En toch kan hij de opstanding van hen die Mij navolgen, die in Mij geloven en die Ik nu ook het eeuwige leven kan schenken zoals Ik het beloofd heb, niet verhinderen. Zijn aanhang zal gestadig verminderen, want steeds weer zullen mensen verrijzen en eeuwig leven omdat Ik de dood overwonnen heb. Omdat hij niet eeuwig het innerlijk terneer kan drukken van hem wiens wil het is naar Mij terug te keren, en die daarom onder mijn kruis bescherming zoekt om aan de macht van mijn tegenstander te ontsnappen. Voor deze is de dood overwonnen en de opstanding ten leven verzekerd.

(23 april) Ook mijn discipelen wilden niet geloven dat Ik was opgestaan van de dood, ofschoon Ik het hun toch al tevoren voorspeld had. Maar Ik sterkte hun geloof en zij herkenden Mij toen Ik bij hen kwam. Zij hadden dus het bewijs dat Ik de dood overwonnen had, want zij moesten Mij met volle overtuiging verkondigen, zij moesten van mijn sterven evenals van mijn verrijzenis gewag maken.

Deze kennis moesten de mensen vernemen die aan Mij geloven, zij zouden dan de weg naar het kruis op gaan omdat zij dan alleen verlossing konden verkrijgen als ook zij hun schuld bij Mij brachten onder het kruis. Maar mijn grootste werk van erbarmen zou spoedig in vergetelheid geraakt zijn als mijn geest niet steeds weer in die mensen had kunnen werken, die zich volledig en helemaal overgaven aan Mij. Die Ik daarom ook, als verlost, vullen kon met mijn geest, die hen weer innerlijk kon onderwijzen en die hun de kennis over het verlossingswerk van Jezus Christus ontsloot.

Want alles wat de mensen aan overlevering werd medegedeeld, behield zijn waarheidsgehalte niet lang. Waar alleen het mensenverstand bezig was, daar ontstonden ook onjuiste opvattingen die als overleveringen werden doorgegeven en die zodoende geen garantie meer boden voor de zuivere waarheid.

Waar echter mijn geest in een mens kon werken, daar werd ook steeds de zuivere waarheid benadrukt en zowel de kennis van mijn lijden en sterven aan het kruis alsook mijn verrijzenis, aan de mensen overgedragen, omdat deze kennis onvoorwaardelijk nodig is dat ook de mensen helemaal vervuld zullen zijn van dit geloof. En steeds weer zal mijn geest dan in de mens werkzaam zijn die zich aan Mij overgeeft om de zuivere waarheid te ontvangen.

Steeds weer zal de mensen de boodschap worden verkondigd en juiste opheldering worden gegeven, zodat u mensen ook met overtuiging aan mijn verrijzenis kunt geloven, en ook daaraan dat Ik waarlijk de dood overwonnen heb. Dat er voor u geen dood meer behoeft te zijn als u zich aan mijn zijde plaatst; als u zelf wilt dat Ik voor u gestorven ben, als u een levend geloof heeft in Mij en mijn verlossingswerk, dat Ikzelf in de mens Jezus heb volbracht.

Ik ben opgestaan uit de dood en zo zult ook u opstaan na de dood van uw lichaam en eeuwig leven. En u hoeft geen dood meer te vrezen zodra u vrij bent geworden van de vijand van uw ziel, van mijn tegenstander. Zodra u zich door Mij laat verlossen bestaat er voor u geen dood meer, want dan zult u in en met Mij leven en dit leven voor eeuwig niet meer verliezen.

Amen