Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.8149
12 april 1962

Waarschuwing voor mediamieke ontvangst

"Iedere geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees is gekomen, is van God".

Daaraan zult u dus de toetssteen kunnen aanleggen of u door mijzelf wordt onderricht of dat u aan een valse geest ten offer bent gevallen, want deze zal nooit mijn belichaming in Jezus, mijn komen op aarde ter wille van de verlossing van de mensheid, aan u, mensen ter kennis brengen, integendeel daar tegen getuigen. U zult nu echter ook moeten weten, dat de vijandige geest vaak tussen beide komt, waar hem deze mogelijkheid wordt geboden, wanneer de mens afziet van zijn wil en dus een vreemde geest bezit van hem kan nemen, die hij niet altijd vermag te herkennen.

Wel zoek Ik steeds verbinding met u, mensen en Ik verheug me op elke band die u zelf met Mij tot stand tracht te brengen; en waar Ik ook heel zuivere vaten vind, zal de straal van mijn liefde hier binnen kunnen stromen. maar deze daad moet bewust gebeuren; u moet u zo innig aan Mij overgeven dat u in een toestand van bewustheid nu mijn stem kunt horen, en dan zult u er ook zeker van zijn dat uw Vader zelf tot u spreekt. Bent u echter wel op de hoogte van de toestand van rijpheid van al diegenen die u omgeven, weet u of u beschermd bent tegen de invloed van een onzuivere geest, die verwarring onder u tracht te stichten?

U hoeft niet in dwaling te verkeren, maar u bent niet zeker van hem, dat hij binnensluipt, wanneer u zich als medium aan geestelijke krachten toevertrouwt, wanneer u van uw wil afziet en u dus ook niet zult kunnen verweren, wanneer een valse geest bezit van u neemt. Maar deze lage geesten wachten alleen maar op de gelegenheid binnen te kunnen sluipen, en elke onzuivere gedachte, elke vooropgezette mening, elke liefdeloosheid kan de opening zijn die het hem mogelijk maakt binnen te sluipen en dan wordt ook diens "geestelijke lering" (mee naar binnen) gebracht en u neemt het aan als "mijn woord".

Ik wil tot ieder van mijn kinderen spreken, maar geloof Mij, de innige band die ieder van mijn kinderen met Mij tot stand brengt, levert hem ook zeker mijn aanspreken op, maar dit kan ieder van mijn kinderen in zichzelf vernemen, en al naar zijn innigheid, zijn samenspraak met Mij, zal mijn woord duidelijk in hem zelf klinken, zijn gedachten zullen zo gestuurd worden, dat het kind voelt dat zijn Vader hem onderricht en dat hij zich aan deze gedachten helemaal kan toevertrouwen, dat ze waarheid zijn.


Van de grootste waarde is de innerlijke band, die de mens zelf met Mij tot stand brengt in vrije wil, want deze beschut hem voor dwaling en geeft hem ook de innerlijke vrede en de zekerheid in mijn liefde geborgen te zijn.

Wel heb Ik gezegd: "Waar twee of drie in mijn naam verenigd zijn, daar ben Ik in hun midden". En ook deze zekerheid zult u mogen hebben, dat Ik zelf bij u ben en uw gedachten de juiste richting geef. En dan zal ieder ook in volledig bewustzijn spreken wat Ik hem in de mond leg en Ik zelf kan me dan ook uiten en u onderrichten, terwijl u wederzijds van gedachten wisselt en door de innige band met Mij geheel met mijn geest vervuld bent; u dus dan spreekt vanuit mijn wil, die u nu allen tot zege strekt. Want de innige band met Mij is en blijft de voorwaarde dat Ik bij u tegenwoordig ben, en die zult u te allen tijde en op elke plaats tot stand kunnen brengen. U bent dan niet gebonden aan vastgestelde uren die nooit garanderen of ieder zich zo heeft voorbereid, dat ieder de innigste verbinding met Mij heeft en dan ook mijn aanwezigheid in het hart van ieder mens gewaarborgd is. Want alle voorwaarden moeten aanwezig zijn wanneer Ik zelf Mij aan een mens wil openbaren.

Amen