Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.8141
1-3 april 1962

"En het Woord is vlees geworden!"

"En het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond!" Ik zelf, het eeuwige Woord kwam naar de aarde en nam een lichaam aan. Het was een daad van overgrote liefde en barmhartigheid dat Ik Mij bewogen voelde de verbinding met de mensen tot stand te brengen, die zich zo eindeloos ver van Mij verwijderd hadden. Die niet meer in staat waren mijn stem te vernemen, die mijn woord niet meer in zich konden vernemen en die geen enkele binding meer hadden met het Woord van eeuwigheid. Zij waren zelf schuld aan deze grote afstand tot Mij en nooit zou het hun mogelijk geweest zijn deze verwijdering van Mij, uit eigen kracht ongedaan te maken. Nimmer was het hun mogelijk geweest mijn woord te ervaren zoals in het allereerste begin, toen Ik met al de door Mij in het leven geroepen schepselen van gedachten kon wisselen door het woord. Daarom heeft mijn liefde zelf die grote verwijdering overbrugd. Ik kwam zelf naar de aarde en nam een lichaam aan en probeerde nu weer in verbinding te treden met mijn schepselen, om hen weer aan te spreken en voor hen een brug te bouwen die tot Mij terug voerde in het rijk van licht en zaligheid.

Ik zelf ben dat eeuwige Woord, maar Ik zou de mensen niet direct uit den hoge hebben kunnen aanspreken, om hen die eens als vrije schepselen van Mij zijn uitgegaan, daardoor niet in een dwangsituatie te plaatsen. Zij moesten die brug naar Mij uit vrije wil betreden, en dat kon Ik alleen bereiken door mijn aanspreken, dat echter niet op een ongewone manier maar als een van mens tot mens gesproken woord weerklinken moest. En daarom nam Ik een lichaam aan. Ik nam bezit van het menselijke omhulsel Jezus en sprak in dit omhulsel tot de mensen. Maar het was mijn woord dat tot hen sprak en Ik kon door dit woord de mensen de weg tonen. Ik kon hen onderrichten en hun mijn wil verkondigen. Ik kon hun het evangelie, de goddelijke leer van de liefde verkondigen, die hun zielen weer in die toestand brengen moest waardoor ieder mens zelf, als dat zijn ernstige wil was, mijn woord in zich zou kunnen vernemen. Maar eerst moesten de mensen verlost zijn van zonde en dood. Eerst moest de vroegere zondeschuld door de afval van Mij gedelgd zijn, opdat dan de verbinding met Mij bekroond kon worden met het uitgieten van mijn geest, opdat dan de mens zelf mijn stem weer in zich zou kunnen vernemen zoals het in het oerbegin was.

"Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond!". Hoe weinig mensen begrijpen de betekenis van deze woorden. Het eeuwige Woord daalde zelf naar de aarde af, want de mensheid verkeerde in grote nood en wist niets af van haar ellendige en troosteloze toestand, van de geestelijke duisternis waarin zij leefde. Zij waren geheel van Mij verwijderd en deden niets om deze grote afstand tot Mij te verminderen. En de mensen konden alleen geholpen worden door leringen die overeenstemden met de waarheid. Zij moesten de wil van hun God en Schepper leren kennen, en deze wil moest hun door mijzelf verkondigd worden. Ik zelf moest hen aanspreken, en dat kon alleen door een mens gedaan worden. Dus heb Ik mijzelf in deze mens belichaamd, want alleen zo was het mogelijk de mensen in alle waarheid te onderwijzen, ze opmerkzaam te maken op hun verkeerde levenswandel. Daardoor was het mogelijk hun mijn wil te verkondigen, en voor hen een levend voorbeeld te zijn hoe zij zelf hun leven moesten leiden om weer uit hun geestelijke duisternis te geraken en de weg te gaan die Ik de mensen toonde, opdat zij weer het eeuwige leven konden bereiken. Want zij waren door mijn tegenstander beïnvloed, die hen gedurig tot een liefdeloze leefwijze aanzette, waarin zij dan ook krachteloos waren en bleven en niets konden vergaren voor hun opwaartse ontwikkeling.

Ik zelf heb hun bewezen dat de liefde zich als een kracht doet gevoelen, want Ik heb de zieken genezen en ook andere wonderen gedaan die alleen de kracht van de liefde tot stand kon brengen. Ik heb hen ook onderwezen over de gevolgen van een liefdeloze levenswandel. Want Ik moest de mensen in de eerste plaats verklaren waarom zij zich in lichamelijke en geestelijke nood bevonden. Ik moest hen ervan overtuigen dat hun toestand als mens geen gelukkige genoemd kon worden en wat zij dus doen moesten om het ware geluk te bereiken. En dit alles moesten zij uit de mond van God vernemen. Mijn woord moesten zij kunnen horen, daarom kwam dat Woord zelf naar de aarde en werd mens. In de oertoestand weerklonk dat woord in ieder wezen en was het de oorzaak van onmetelijke zaligheid. Maar die zaligheid hebben de wezens zelf weggegooid omdat zij zich vrijwillig van Mij afkeerden, waardoor zij mijn woord niet meer konden vernemen omdat mijn woord een directe straling van liefde van mijn kant was, die de wezens nu echter afwezen.

De overgrote nood van de mensen op aarde bewoog mijn liefde en barmhartigheid hen zelf te benaderen en hen ondanks hun weerstand in het woord tegemoet te treden. En wie ook maar een vonkje liefde in zich liet ontbranden, die zag in Mij de Godheid en volgde Mij na. Maar meestal zag men in Mij slechts de mens en men beoordeelde dan ook mijn woord als dat van een mens. Ik was midden onder hen en zij herkenden Mij niet. En toch kon Ik het evangelie van de liefde verkondigen. Ik kon de goddelijke leer van de liefde steeds weer aan de mensen bekend maken. En Ik kon zelf mijn discipelen onderrichten en hen dan uitzenden in de wereld met de opdracht mijn evangelie te verkondigen en van Mij zelf te getuigen. Het Woord was zelf op de aarde gekomen en had een lichaam aangenomen tot zegen van de mensheid. En steeds als mijn woord weerklinkt, buigt zich mijn eindeloze liefde en barmhartigheid neer tot de mensheid en straalt haar liefde in de harten van de mensen die gewillig mijn woord aannemen, het aanhoren en als de stem van de Vader herkennen, en Mij dankbaar zijn voor deze grote genadegave. Want Ik zelf ben dat Woord van eeuwigheid. En wie Mij aanhoort verbindt zich ten nauwste met Mij en hij zal dan ook zijn laatste doel op aarde bereiken. Hij zal de totale vereniging bereiken met Mij - zijn God en Vader, tot wie hij nu voorgoed is teruggekeerd - en hij zal dan voor eeuwig zalig zijn.

Amen