BD.8120
9 maart 1962
Motivering van goddelijke openbaringen
Laat mijn genade voldoende voor je zijn en draag alle last geduldig, die je is opgelegd en tot het geheel rijp worden van je ziel zal dienen, en schenk Mij je oor opdat je mijn stem kunt vernemen. Open je hart zodat mijn liefdesstraal in je kan binnendringen en laat je vervullen door mijn Geest:
Steeds weer doe Ik u mensen mijn openbaringen toekomen, steeds weer spreek Ik u mensen aan door de mond van een Mij toegedane dienaar en Ik doe dat waarlijk niet zonder reden. Ik weet dat het nodig is de mensen daar opheldering te geven waar het nog donker is in hun harten. En Ik weet dat de duisternis nog groter wordt, hoe meer het richting het einde gaat. Ik weet ook wie de nacht nog tracht te ontvluchten, wie streeft naar de lichte morgen, wie Mij dankbaar is voor een schijnsel dat hem de weg zal verlichten. En dezen tracht Ik aan te spreken door u, die Mij zult willen dienen. Ik weet ook welke gedachten hen bezighouden, waar ze dwalen en waar dus het geloof in Mij in gevaar is, omdat ze niet duidelijk kunnen zien en toch nadenken. Dezen wil Ik te hulp komen en hun opheldering geven over dat wat hun twijfelachtig voorkomt, omdat Ik hen aan een overtuigd geloof wil helpen in Mij als volmaaktste Wezen dat in zich liefde, wijsheid en macht is. En dus openbaar Ik Me, Ik spreek zelf de mensen aan en leid de zuiverste waarheid naar hen toe, die ze aannemen kunnen en ook aannemen zullen wanneer hun wil maar goed is.
Ieder denkend mens houdt een ander probleem bezig en krijgen ze daar opheldering over, dan zullen ze zich steeds meer in geestelijk weten verdiepen. En dit is altijd een verrijking, zowel voor de mens zelf als ook voor Mij die steeds alleen maar wil dat de mensen het doel zullen bereiken dat hun voor hun leven op aarde is gesteld. En er zijn enige problemen van bijzonder belang die opheldering nodig hebben:
Er moet de mensen het juiste weten worden overgebracht over Jezus Christus en Zijn verlossingswerk, omdat ze Hem onvoorwaardelijk moeten erkennen om vrij te worden van vijandelijke macht. En ze moeten op de hoogte zijn van deze tegenstander, wat hij zelf voor de mensen betekent. En ze moeten weten dat hun gang over de aarde als mens door deze eerst is veroorzaakt. En dus moeten ze ook te weten komen over geestelijke samenhangen, over hun allereerste begin en over hun doel. Ze moeten zelf weten wat ze zijn, wat ze waren en wat ze weer moeten worden. Dit weten laat de mensen bewuster van hun verantwoording leven.
Juist dit weten is door inwerken van de tegenstander steeds weer misvormd en de mensen bevinden zich vaak in dwaling. En daar mijn tegenstander ook over een grote macht beschikt, die aan het einde van een verlossingsperiode bijzonder sterk op de voorgrond treedt, is het hem ook gelukt steeds weer mijn zuivere waarheid met dwaling te vermengen, wat Mij ertoe aanzet steeds weer de zuivere waarheid daar tegenover te stellen, omdat Ik de mensen wil helpen, hun laatste korte levenstaak te vervullen. Verkeert nu de mens in de waarheid, dan zal hij een licht bezitten voor welke heldere schijn de tegenstander vlucht. Dwaling echter staat een verder inwerken van de tegenstander toe en is een gevaar voor de mensen. En zo zult u begrijpen dat Ik steeds weer de zuivere waarheid naar de aarde zal leiden, maar deze niet lang behouden blijft. Dat ze niet zo zuiver blijft, zoals ze van Mij is uitgegaan.
Zodra het licht een vertroebeling ondervindt, is zijn schijnsel niet meer zo helder om een juist inzicht te garanderen. En dat het licht een vertroebeling heeft ondergaan door menselijk willen, blijkt weer doordat Ik Me opnieuw openbaar, wat niet nodig zou zijn wanneer de mensen in het licht van de waarheid verkeerden. Ik weet waarlijk waarom Ik de mensen weer in dringende noodzaak aanspreek. Ik weet dat ze ook over hun bestaan als mens geen duidelijkheid bezitten en Ik weet waarom Ik hun juist daarover opheldering moet geven, wanneer Ik wil dat ze de goddelijke Verlosser Jezus Christus zullen erkennen en in Hem Mijzelf herkennen. De mensen moeten daarover een duidelijk beeld krijgen en Ikzelf onderricht ze daarom op de begrijpelijkste manier en ieder zal gelukkig zijn over een weten dat hij als zuiverste waarheid inziet omdat het rechtstreeks van Mij is uitgegaan. En ook denkende mensen zullen dit weten aannemen, want Ik verlang geen blind geloof. Ik wil dat de mens nadenken zal, daar hij anders niet in staat is de waarheid van de dwaling te onderscheiden.
En omdat de duisternis steeds meer toeneemt, zal ook het licht buitengewoon helder stralen en alleen het verlangen naar licht is nodig om zich ook daarin op te houden. Want waarlijk, mijn liefde, wijsheid en macht bestemt Mij tegen de vijand van mijn en uw leven op te treden, opdat u de uitweg uit de duisternis zult vinden en u aan zijn macht zult kunnen ontworstelen. De wijsheid doorziet uw kwetsbare situatie, de liefde wil u helpen en de macht gebruikt ook waarlijk de juiste middelen. En u wil Ik zegenen, u die Mij in vrije wil zult dienen. Want Ik werk niet met dwang op de mensen in, wat ook mijn tegenstander niet kan. Het eeuwige Licht zelf openbaart zich aan u allen, die de nacht van de geest zult willen ontvluchten.
Amen |