BD.8072
5 januari 1962
Het dichtbij zijnde einde vereist vergrote arbeid in de wijngaard
Naar ieder van u gaat de oproep uit te denken aan de ernst
van de tijd.
Niemand van u moet het licht opvatten, niemand moet geloven
nog veel tijd te hebben, ieder van u die dit doen wil, moet nog vlijtig
arbeiden in mijn wijngaard, want de arbeid van ieder is nodig wil hij
nog als gevolg de redding van een ziel hebben, wanneer hij in liefdevolle
wil om te helpen wordt gedaan. Ik zie de vele ongelukkige zielen die nog
op de grootste afstand van Mij verblijven, omdat ze zonder geloof voortgaan
en hun aardse leven alleen aards benutten.
En waar Ik nog een mogelijkheid
zie hen door mijn aanspreken te winnen, daar leid Ik u heen, dat wil zeggen: Ik
leid uw gedachten en uw activiteiten zo, dat zij in het bezit van mijn
genadegave komen, in bezit van mijn woord dat u uit den hogen toestroomt. Geloof het, u zult nog veel kunnen bijdragen aan de verlossing van dwalende
zielen, maar u zult u niet mogen laten ontmoedigen, u zult onophoudelijk
bezig moeten zijn, en van Mij uit zal u waarlijk de kracht toekomen dat
u in mijn wil werkzaam zult kunnen zijn. En ook van datgene zult u nota
moeten nemen dat u 'n werelds vergrote wil om te leven en verhoogde genotzucht
zult kunnen vaststellen, hoe dichterbij het einde is.
Want aan een einde
geloven de mensen niet en daarom zijn ze helemaal ongeremd in hun wensen
en begeerten. En het zal zijn zoals ten tijde van de zondvloed: ze aten
en dronken, ze trouwden en lieten zich huwen, ze zullen leven in bruisende
levenslust en voor de zonde worden de deuren wijd opengezet. Want mijn
tegenstander bezit de overmacht en hij benut die waarlijk ten volle.
En
deze tijd gaat u tegemoet en ieder is in gevaar die niet aan Mij denkt
en mijn bescherming en hulp voor zich afbidt. Maar wie in Mij gelooft, zal zich ook tot Mij wenden en hij zal niet verloren
gaan.
En wie Mij wil dienen, zal ook mijn bijzondere genade mogen ondervinden,
maar hij moet ook acht slaan op mijn instructies, die steeds alleen daaruit
zullen bestaan, verlossend werkzaam te zijn. En dit zult u steeds maar
door kunnen doen, wanneer u de mensen om u, wijst op het komende, wanneer
u hen aanmaant en waarschuwt, wanneer u hun mijn woord overbrengt waar
het u maar mogelijk is. Elke zodanige bezigheid zal gezegend zijn, ofschoon
het resultaat niet onmiddellijk te zien is.
Zo, laat u niet ontmoedigen wanneer tegenwerking van allerlei aard zich
voordoet, geef de wil niet op voor Mij een behulpzame medewerker te zijn,
denk aan de grote geestelijke nood en verricht verlossingswerk door mijn
evangelie uit te dragen, door het verbreiden van mijn
woord, dat een uitwerking van grote kracht heeft en zielen kan treffen
die nog niet helemaal verhard zijn en mijn tegenstander toebehoren. En
u zult ook zeer spoedig de waarheid van mijn woord onderkennen, want u
gaat met reuzenschreden het einde tegemoet.
Want de tijd is vervuld en
het zal gebeuren zoals het is verkondigd in woord en geschrift.
Amen |