BD.8071
1 januari 1962
Het laatste uur van de aarde
Het laatste uur van de aarde komt steeds nader. Deze woorden
betekenen voor u, mensen niet veel want u gelooft niet dat u zo dicht
voor het einde staat. Maar Ik kan u geen dwingend bewijs geven ter wille
van uzelf, want u zou van angst niet meer in staat zijn uw levensopdracht
nog te vervullen. Dus u kunt het geloven of afwijzen, maar uw lot zal
zijn naar uw geloof - als dat uur gekomen is.
Mijn heilsplan is vastgesteld sinds eeuwigheid. De diepste liefde en wijsheid
tot mijn schepselen heeft Mij doen besluiten dit plan vast te stellen
en zal Mij ook bewegen het ten uitvoer te brengen, omdat de tijd vervuld
is. Mijn Wezen is voor eeuwig onveranderlijk, en wat Ik eenmaal nodig
acht en succesvol voor de nog van Mij gescheiden wezens, zal Ik ook doen
en Mij niet door mensen laten overreden mijn plan te veranderen. Want
dit plan werd opgesteld vanwege de wil der mensen, omdat Ik sinds eeuwigheid
voorzag dat de mensen op deze aarde niet meer in staat zouden zijn hun
wil te veranderen.
Mijn plannen en handelingen zijn niet willekeurig, maar onmetelijke liefde
en wijsheid bewegen Mij tot alles wat er voorvalt. Dus is er geen reden
om van mijn heilsplan van eeuwigheid af te zien, daar Ik alles tot in
het kleinste toe doorzie. Daarom weet Ik ook dat er geen succes te behalen
was, zou Ik mijn heilsplan veranderen of tijdelijk wijzigen. En u, mensen
moet bedenken dat u waarlijk genoeg tijd ter beschikking stond en u uzelf
niet veranderde omdat u niet in Mij gelooft. En al zou u nog meer tijd
ter beschikking hebben, u zou uzelf toch niet veranderen. Dus zou een
uitstellen van het einde geheel zin- en doelloos zijn, want dan zouden
de mijnen toch nog gevaar lopen aan mijn tegenstander ten offer te vallen,
als Ik hem niet zou kluisteren zoals het bepaald is.
Als u Mij de grootste wijsheid en de diepste liefde toekent, zult u ook
niet vragen om een afwenden van het einde van deze aarde. Want u zult
de komende tijd dan tegemoet zien met een vol vertrouwen in mijn liefde,
die een ieder zal beschermen die Mij wil toebehoren en die ook waarlijk
macht gebruiken zal als het gaat om de mijnen te helpen in moeite en gevaar.
En al wilt u, mensen niet geloven dat de tijd voor u ten einde loopt,
reken toch met de mogelijkheid dat u plotseling opgeroepen wordt van deze
aarde. U weet dat u zelf dit leven niet verlengen kunt en dat u zelf ook
niet weet wanneer de laatste dag voor u gekomen is. Houd rekening met
de dood die u niet kunt tegenhouden en denk er aan wat dan met uw ziel
zal geschieden, die onvergankelijk is. Zij is uw eigenlijke "ik"
- over wiens lot u zelf beslist in dit aardse leven. Maar u gelooft ook
niet aan een voortleven van uw ziel, en daarom bent u allen in grote nood
vanwege uw ongeloof. Want niets zal Mij verhinderen ten uitvoer te brengen
wat verkondigd is in woord en geschrift.
De tijd is vervuld, en iedere dag is nog een genade als u van goede wil
bent. Maar verlaat u niet op valse profeten die een einde ontkennen, die
geloven Mij tot een andere mening te kunnen brengen. Zij spreken niet
in mijn naam, maar zijn een instrument van hem die u in duisternis van
geest wil houden en die daarom de mensen wil laten geloven dat zij nog
onbegrensd de tijd hebben. De mensen geloven eerder deze valse profeten
en zoeken alleen in een luxueus leven hun vervulling. Zij denken echter
niet aan hun ziel, wier bestaan zij betwijfelen of loochenen.
Het zal gebeuren zoals het tevoren verkondigd is. Ik zal zelf komen in
de wolken om de mijnen weg te nemen, voordat het vernietigingswerk aan
de oude aarde begint. Er zal geen steen op de andere blijven want de aarde
moet vernieuwd worden. Er zal een nieuwe aarde ontstaan, een paradijselijke
schepping die al het nog onontwikkelde geestelijke weer zal opnemen dat
vrij werd bij de verwoesting van de oude aarde, en een nieuwe omvorming
nodig heeft om verder uit te kunnen rijpen. En deze nieuwe aarde zal tot
verblijfplaats dienen voor hen die Mij trouw blijven tot het einde, want
dezen hebben de graad van rijpheid bereikt die hun een ingaan in de lichtsferen
mogelijk maakt, en die daarom ook het paradijs mogen bewonen. Het zal
voor hen waarlijk dezelfde zalige toestand betekenen alsof zij hun lichamelijk
omhulsel afgelegd hebben en in mijn geestelijk rijk zouden ingaan.
Zij moeten als stam van het nieuwe mensengeslacht Mij dienen, en dan kan
weer een nieuwe verlossingsperiode beginnen met geestelijk rijpe mensen,
die dan ook het nog gekluisterde geestelijke in hun omgeving tot een snel
uitrijpen helpen. Zij zijn door de liefde zo innig met Mij verbonden dat
zij daardoor hun kinderen en kindskinderen weer tot liefde opvoeden, en
kunnen getuigen van de heerlijkheid van hun God en Schepper. En zo kan
de verlossing uit de vorm sneller plaats vinden omdat Ik in Jezus levend onder hen vertoeven kan, omdat alle mensen die dan de nieuwe aarde
bewonen zich toevertrouwen aan hun goddelijke Heiland en Verlosser Jezus,
en in het bewustzijn van hun oerschuld bewust de weg tot Hem gaan, daar
dan iedere weerstand gebroken is. Want ieder mens gaat dan bewust de weg
terug tot Mij, zodat Ik zelf bij hem vertoeven kan, daar zijn grote liefde
tot Mij dat toelaat.
Dit is dus het duizendjarige rijk waar de overwinning op satan zichtbaar
is, want hij kan en zal geen mens meer kunnen bedreigen omdat ieder zich
volkomen van hem heeft vrijgemaakt, en de terugkeer tot Mij heeft volbracht.
Hij heeft dan in mijn rijk geen toegang meer totdat deze zalige tijd langzaam
weer verandert, en de mensen weer een neiging vertonen tot de materie.
Daardoor worden mijn tegenstander weer de ketenen verbroken en zijn invloed
gaat weer merkbaar worden.
Maar voordat die tijd aanbreekt is veel van het vergeestelijkte als helemaal
verlost mijn rijk ingegaan, en Ik heb een goede oogst kunnen binnenhalen.
En dan begint er ook weer de strijd met mijn tegenstander om de zielen,
maar Ik zal overwinnaar zijn. Steeds weer zal Ik zielen aan hem ontworstelen,
en zijn staat, waarin hij zijn sterkte ziet, verkleinen. Steeds weer zal
hij er zelf toe bijdragen dat de verlossing van het gevallene doorgaat,
want wat van Mij is geef Ik nooit en te nimmer op, al zijn er ook eeuwigheden
mee gemoeid. Het gevallene keert eenmaal tot Mij terug en blijft dan met
Mij verbonden tot in alle eeuwigheid.
Amen |