BD.8065 17 t/m 19 december 1961 De Messias kwam ter wereld Hoe duister was de wereld toen Ik naar de aarde afdaalde. Slechts zelden begon er een licht te schijnen. Slechts zelden waren er mensen in wie een licht van liefde ontstoken was. En dezen onderkenden de grote nood en riepen om een Redder die de wereld zou verlossen van zonde en dood. Want hun was het weten overgebracht dat de Messias zou komen om de mensen redding te brengen. En op deze Messias wachtten ze, want ze hadden door profeten de tijding ontvangen van Zijn verschijnen op deze wereld. En dit gebed van de weinigen verhoorde Ik. Ik daalde zelf af naar de aarde, omdat de profetieën in vervulling moesten gaan en omdat de nood ook zo groot was dat er iemand moest komen als Redder en Verlosser van de wereld. En Ik straalde mijn licht uit. Ik liet mijn liefde uitstralen op alle mensen en die zich in de stroomkring van mijn liefde ophielden. Die werden waarlijk zelf van het licht der liefde vervuld en zij herkenden Mij als de Messias die de wereld zou verlossen van zonde en dood. Waar duisternis is, daar heeft mijn tegenstander de opperheerschappij. En hij woedt waarlijk onder de mensen om ze te gronde te richten. Maar Ik kwam als helder stralend licht in deze wereld en belichtte zijn doen en laten, zodat hij werd herkend als satan en verderver van diegenen die in het licht wensten te wandelen, die de liefde in zich ontstaken en die daarom gewillige toehoorders waren toen Ik hun mijn woord verkondigde: mijn goddelijke liefdesleer - en alleen de vervulling daarvan betekende voor de mensheid redding uit hun geestelijke nood. Het Licht daalde zelf af naar de aarde. De Liefde belichaamde zich in een mens die zich toebereidde als vat voor het goddelijk liefdeslicht van eeuwigheid. Ik bekleedde Me met vlees, omdat Ik zelf als onuitputtelijke Krachtbron Me een omhulsel moest kiezen om onder u mensen te kunnen vertoeven. U zou zijn vergaan wanneer mijn onmetelijke volheid van licht en kracht u zou hebben bestraald. Wanneer Ik u zonder omhulsel tegemoet zou zijn getreden. En zo bood een ziel van het licht, een door Mij in het leven geroepen engelengeest, zich aan om deze menselijke buitenkant te bewonen en Mij dus een vat toe te bereiden in welke mijn liefdeskracht zich nu kon uitgieten. Ik zelf kon dus in dit menselijk omhulsel onder u mensen vertoeven. En u kon van mijn liefdeslicht ontvangen zoveel u wenste, wanneer de duisternis u mensen bedrukte en u ze verjagen wilde door het licht dat van Mij uit naar u toe straalde en de donkere nacht verlichtte. Ik leefde als mens Jezus te midden van u mensen. Ik was naar de aarde afgedaald omdat Ik u mensen hulp wilde brengen in de zeer grote geestelijke nood. Ik wilde u verlossen uit de macht van degene die u eens vrijwillig gevolgd bent in de diepte en aan wie u zich niet alleen kon ontworstelen. Daarom kwam Ik zelf als Redder naar de aarde. Want in de mens Jezus volbracht Ik het verlossingswerk voor u. Ik deed door mijn kruisdood de schuld teniet die u van Mij verwijderd hield en die eerst haar rechtvaardige verzoening moest vinden, wanneer Ik u weer op wilde nemen in mijn rijk. Wanneer u weer in het licht wilde vertoeven, zoals in het allereerste begin. Het Licht ging de duisternis binnen. Er moest een wezen van het licht naar de aarde komen in hetwelk het eeuwige Licht zich kon manifesteren. Een menselijk omhulsel moest een ziel van het licht in zich opnemen die Mij dan zijn lichaam toebereidde, zodat het niet verging als Ik zelf in deze menselijke vorm mijn intrek nam. Want Ik zelf was liefdeskracht die zich uitstraalde in de oneindigheid, maar die een uiterlijk omhulsel nodig had, zolang ze onder u mensen vertoefde - u mensen die van elk licht had afgezien. Maar slechts door weinigen werd Ik herkend omdat in hen nog een klein vonkje liefdeslicht gloorde dat op Mij aanstuurde en ze ook uit de duisternis werden verheven. Maar tevoren moest het verlossingsplan zijn volbracht. De oerschuld moest teniet zijn gedaan, de kostprijs moest worden betaald voor de zielen die zich nog in de macht van mijn tegenstander bevonden, die hen niet vrij wilde laten. En de mens Jezus legde op aarde een moeilijke weg af. Hij bereidde zich voor om Mij tot woning te worden en Mij in zich op te nemen. En zo was Zijn hele levenswandel alleen een wandel in liefde, omdat de liefde Hem innig met Mij verbond en Mij aanleiding gaf in Hem mijn intrek te nemen. En zo bood Zijn overgrote liefde Mij een offer aan voor Zijn gevallen broeders. Hij nam hun schuld op zich en ging daarmee naar het kruis. Hij leed en stierf onder vreselijke pijnen en kwellingen en hield vol op grond van Zijn grote liefde. Want Hij had Mij zelf in zich opgenomen. Hij had zich volledig met Mij verenigd. Hij was zelf liefde geworden die mijn oerelement is, zodat Ik zelf dus in de mens Jezus het verlossingswerk volbracht. En Ik verloste u van zonde en dood. Ik herstelde voor u de toestand die voor uw zondeval bestond, maar Ik maakte het van uw wil afhankelijk, Mij zelf in Jezus Christus te erkennen en te geloven dat u verlossing vindt. Ik straalde als helder licht op deze aarde neer en in dit licht nu kon de mensheid de weg herkennen die ze moest gaan om weer naar Mij terug te keren, in het huis van de Vader. Tevoren, in de duisternis, vonden de mensen de weg niet. En daarom dwaalden ze voortdurend. Ze bevonden zich in het gebied van mijn tegenstander en kenden geen weg die naar buiten leidde, naar mijn rijk. Ik zelf moest u eerst deze weg banen waarop u allen Mij nu zult kunnen volgen. En daarom ben Ik naar de aarde afgedaald. Daarom heb Ik vlees aangenomen en voor u het zwaarste offer aangeboden in de mens Jezus. Ik heb een licht ontstoken dat nooit meer zal doven, want het verlossingswerk is voor alle tijden volbracht. Het zal voor de mensen steeds weer de weg naar het kruis zijn die naar Mij terug voert, in mijn rijk. En steeds weer zult u mensen worden gewezen op die Ene die voor u gestorven is aan het kruis. Steeds zal u de grote liefde van de mens Jezus worden voorgesteld als "weg die nagevolgd moet worden". En u zult waarlijk ook in het licht wandelen, omdat u het zelf in u ontsteekt zodra u Zijn geboden van de liefde nakomt, zodra u zich met Mij zelf verbindt door de liefde. Want u zult de duisternis hebben overwonnen. U zult vrij zijn van uw vijand en tegenstander. U zult weer terugkeren naar de Vader, van Wie u eens bent weggegaan. Amen |