BD.8042
18 november 1961
Gods grote liefde
Laat u door Mij bedenken, want mijn liefde voor u is overgroot
en wil steeds maar geven en gelukkig maken. En Ik vraag verder niets van
u dan een geopend hart, dat wil zeggen: uw wil om van Mij liefdegaven in ontvangst
te nemen. Maar dan zult u rijkelijk bedacht worden, Ik zal u geestelijk
en aards bedenken - alles wat u nodig hebt voor lichaam en ziel zal u
toekomen, opdat u uw weg over de aarde met succes zult kunnen afleggen,
geestelijk helemaal rijp te zijn geworden en de vereniging met Mij gevonden
te hebben - wat zin en doel is van uw bestaan op aarde. Laat u door Mij
bedenken, want in alle volheid wil Ik mijn genaden over u uitstorten,
omdat u zwak en hulpbehoevend bent en u zonder mijn hulp niet ten hogen
zult kunnen komen. Maar Ik wil dat u de top bereikt, Ik wil dat u weer
wordt wat u was in het allereerste begin: volmaakte wezens, die onuitsprekelijk
zalig zijn. U bent een deel van Mij en daarom moet u ook met Mij verbonden
zijn.
Maar nog houdt u zich verre van Mij, tenzij u uw hart vrijwillig voor
Mij opent en begeert dat Ik zelf bezit neem van u. Deze wil, dit verlangen
moet in u levend worden en daar hebt u kracht en genade voor nodig, want
u bent nog zwakke wezens en u bevindt u nog in de macht van mijn tegenstander,
zolang u zich nog niet bewust bij Mij heeft aangesloten door uw wil. En
daarom spant mijn liefde zich voortdurend in u zo tegemoet te treden,
dat u zich door haar laat aanraken - of ook: Ik schenk u voortdurend liefdegaven
opdat u zich naar de Gever zal wenden, want pas dan zijn deze liefdegaven
voor u van waarde. Ik houd van u en Ik wil alleen dat u mijn liefde voelt,
waartoe echter een openen van uw hart nodig is, een innerlijke bereidwilligheid,
de straling van mijn liefde in ontvangst te nemen. En dit laat u Mij zien,
wanneer u aan Mij denkt, wanneer u denkt aan een God en Schepper van wie
u als eigen persoon bent uitgegaan. Dan is uw wil al op Mij gericht en
Ik gebruik elke zodanige gelegenheid u dan liefdegaven te doen toekomen,
in welke vorm dan ook.
Ik leer u mijn woord kennen, Ik wakker in u het verlangen aan naar de
band met Diegene die u als uw Schepper erkent en Ik geef u door middel van gedachten
opheldering, of doe u geschriften toekomen die overeenstemmen met de waarheid,
of Ik breng u met mensen samen met wie u geestelijke gesprekken zult kunnen
voeren. Ik bekommer me om ieder afzonderlijk en zou graag in diens hart
liefde naar binnen willen stralen, opdat deze liefde beantwoord wordt
en u nu bewust streeft naar de vereniging met Mij, die de eeuwige Liefde
ben. Want Ik wil Mij voortdurend wegschenken, Ik wil u, mijn schepselen
voortdurend gelukkig maken, omdat Ik ook voortdurend uw wederliefde wil
verkrijgen, die de oorspronkelijke verhouding herstelt, die eeuwige gelukzaligheid
betekent.
En u kunt er zeker van zijn dat mijn liefde u nooit opgeeft, dat ze u
achtervolgt, ook wanneer u zich nog verre houdt van Mij. Ik zal nooit
eerder rusten tot Ik ook uw liefde gewonnen heb, want beantwoorde liefde
maakt pas gelukkig. Mijn liefde voor u houdt echter nooit op, omdat u
uit mijn liefde bent voortgekomen. En daarom zal Ik ook nooit ophouden
Mij aan u te schenken. Ik zal nooit ophouden u te ondersteunen naar Mij
terug te keren. Ik zal voortdurend uw harten treffen, al sluit u zich
ook nog zo af - eens zal de kracht van mijn liefde doorbreken, u zult
u vrijwillig aan haar overgeven, u zult u in liefde met aandrang een weg
banen naar Mij en aan de gelukzaligheid van het geven en ontvangen zal
geen einde komen. Want mijn oersubstantie is liefde en ook u zult weer
in uw oorspronkelijke staat terugkeren, omdat Ik u niet opgeef, omdat
Ik u voortdurend met mijn liefde achtervolg tot u de mijne bent geworden
en blijft voor eeuwig.
Amen |