BD.7957
4 augustus 1961
Kosmos - Maan
Ook de geringste onduidelijkheid heeft een negatieve uitwerking,
want ze laat de mens twijfelen en verduistert het licht dat zijn hart
moet verlichten. Maar wanneer het hart zich opent om het licht binnen
te laten stralen, zal het toestromen van licht er steeds op volgen. Waar
onduidelijkheid bestaat, moet opheldering worden gegeven, want Ik wil
niet dat het denken van de mens die juist wil denken, verward wordt. Maar
Ik wil ook niet dat dwaling wordt verbreid, waar alleen de waarheid bevorderd
moet worden. Maar hebt u zoiets te vrezen, wanneer Ik zelf u onderricht
en u alleen doorgeeft, wat Ik zelf u vertel?
Dat u zelf verstandelijk niet alles begrijpt, hoeft u niet ongerust te
maken, want zolang u nog niet voltooid bent, is uw denken nog beperkt
en is niet in staat de tot nu toe ontvangen opvattingen in overeenstemming
te brengen met de verklaringen die Ik u geef, wanneer het gaat over gebieden
die de wetenschap meent te hebben ontsloten. Doch dat er in de kosmos
nog veel ondoorgrondelijke zaken bestaan, kan ook de wetenschap niet loochenen,
en wat ze denken te hebben onderzocht, daar ontbreekt elke bewijsvoering
aan, want de door hen geleverde bewijzen zijn verkeerd.
En zo ook zijn berekeningen gebrekkig die gemaakt werden over de afstand
en de verhouding van de stand van de maan tot de aarde. En daarom is het
ook moeilijk u, mensen die u het weten eigen hebt gemaakt, dat u meent
te kunnen bewijzen, een juiste verklaring te geven. En wanneer u alleen
al denkt aan de voortdurende draaiing van de aarde om haar eigen as, zult
u moeten inzien, dat de maan wel een satelliet is van de aarde, maar toch
een geheel van de aarde onafhankelijk hemellichaam, dat net als de aarde,
ronddraait in het bereik van dezelfde zon, dus ook van haar aanhoudend
licht ontvangt. De aarde is niet in staat deze lichtstroom noch tegen
te houden noch hem te beperken. Maar de bewoners van de aarde kunnen de
maan min of meer waarnemen, overeenkomstig de stand van de aarde die ze
gedurende haar draaiing om zichzelf inneemt.
De aanstraling van licht, voltrekt zich in wetmatige ordening en ook de
hemellichamen gaan in wetmatige ordening hun baan. Daarom ook de periodieke
gelijke herhaling van de verschijnselen, hetzelfde wisselen van dag en
nacht.
Maar u, mensen moet niet vergeten dat alles in beweging is, dat er niets
stil staat in het gehele universum en dat ook deze bewegingen wetmatig
zijn en toch de sterrenbeelden door u, mensen u toeschijnend als gelijkblijvend
aan de hemel, kunnen worden gevolgd, wat, zuiver in overeenstemming met
de natuur, een voortdurende draaiing van de aarde zou kunnen doen betwisten.
En toch draait de aarde om zichzelf, maar zal een eeuwig geheim van de
schepping blijven, dat nooit door u, mensen kan worden ontsluierd. Want
u zult wel steeds kunnen vermoeden of geloven bewijzen te leveren, die
echter nooit goede bewijzen zijn - om welke reden het u ook nooit zal
lukken, vreemde hemellichamen in bezit te nemen, waarvan de wetten geheel
andere zijn dan die van de aarde en die daarom ook een "leven"
voor u, mensen uitschakelen, want de levensvoorwaarden zijn op elk hemellichaam
andere en gemaakt voor de daarop wonende wezens en in overeenstemming
met hun geestelijke toestand. En Ik ken alleen elke wet, evenals ook het
geestelijke vol van licht, aan wie Ik dit weten doe toekomen. Maar u,
mensen zult ook dan pas van alles op de hoogte zijn, wanneer u in het
rijk van het licht zult zijn binnengegaan en uw denken dan niet meer beperkt
is.
Amen |