BD.7918
13 juni 1961
Alleen een gewekte geest kan een juist oordeel vellen
Als u een geestelijke lering wordt voorgelegd om die te onderzoeken,
wend u dan tot Mij, dat Ik uw denken juist leid, dat Ik u in staat stel
een juist oordeel te vellen. Want uw verstand is niet tot een juist oordeel
in staat op geestelijk gebied. Het moet een geest zijn die gewekt is,
die u leidt om juist te denken, en altijd moet Ikzelf - als de Vadergeest
van eeuwigheid - in verbinding kunnen treden met de geestvonk in u, als
een juist denken gewaarborgd moet zijn, als uw oordeel ook waarheidsgetrouw
moet uitvallen, als u geestelijke leringen onderzoekt op hun herkomst.
Het verstand kan zo'n onderzoek niet verrichten en als het 't doet, dan
is de garantie voor de waarheid geenszins gegeven, want de waarheid gaat
van Mij uit en zij wordt alleen ingezien door diegenen die zich met Mij
in verbinding stellen, die Mij vragen om verlichting van hun denken -
die dus niets anders dan de waarheid willen laten gelden.
Daarom moet u, mensen uw verstand niet te hoog aanslaan, want zodra het
om geestelijke gebieden gaat wil Ik zelf gevraagd worden, daar anders
de waarheid altijd alleen een privilege van die mensen zou zijn, wier
verstand hoog ontwikkeld is. Ik echter stel een andere voorwaarde voor
een juist waarheidsgetrouw denken: Ik verlang de liefde van u, mensen,
die uw geest wekt, die uw gedachten verlicht, die een rechtstreekse band
is met Mij, die de eeuwige Liefde en de eeuwige Waarheid ben.
Een scherp verstand garandeert echter nog geen leven in liefde en derhalve
kan een scherp verstand ook door mijn tegenstander gebruikt worden, daar,
waar de liefde ontbreekt en daar zal dan nooit een juist denken te verwachten
zijn omdat mijn tegenstander zijn invloed uitoefent om tegen Mij te werken,
om de waarheid te ondergraven, die hem ontmaskert. Begrijp het, dat alleen
die mens wijs is die in de liefde leeft, omdat deze mens dan in de goddelijke
ordening leeft en hij zich dus dan ook in het licht bevindt, inzicht heeft,
op de hoogte is van de zuivere waarheid. Wat helpt dus een nog zo'n hoog
ontwikkeld verstandelijk denken een mens, als de liefde ontbreekt?
Het zal u niet de waarheid kunnen geven, het zal uw denken veelmeer op
dwaalwegen leiden, want het is een werktuig van mijn tegenstander die
altijd daar tussenbeide zal komen waar de mens in strijd met de goddelijke
ordening leeft, waar niet het principe van de liefde de overhand heeft.
De liefde beschermt hem tegen die invloed, de liefde kenmerkt hem als
goddelijk schepsel, de liefde is een bewijs van de band met Mij en dus
ook van een altijd juist denken. En zo zal hij ook altijd in de waarheid
verkeren, hij zal in staat zijn juist te oordelen, als het erom gaat geestelijke
leringen te onderzoeken en hij zal ieder onware lering afwijzen. De graad
van liefde is dus bepalend hoe ver een mens in de waarheid verkeert -
niet de mate van de hem van buiten aangebrachte leringen, die nog zolang
een dood weten blijven, als de geest door de liefde niet gewekt is. Daarom
is er zoveel dwaling in de wereld verbreid en daarom wordt ook de dwaling
veel eerder aangenomen dan de waarheid, omdat de mensen het vermogen om
juist te oordelen ontbreekt en zij daarom zonder bezwaar alles aannemen
wat hun geboden wordt van de kant van diegenen die met 'n scherp verstand
begaafd zijn - en derhalve als "bevoegd" gelden om een geestelijke
lering op zijn waarheid te toetsen.
Altijd moet u Mij zelf om hulp vragen, altijd moet u mijn ondersteuning
afbidden, wilt u niet op dwaalwegen gevoerd worden. Steeds moet u Mij
om verlichting van geest smeken, om 'n juist denken en om het onderkennen
van de waarheid. En uw verlangen naar de waarheid zal u ook garanderen
juist te denken, want Ik zelf wil dat u in de waarheid wandelt. Ik zelf
wil ook dat u een juist oordeel uitspreekt zodra u daarom verzocht wordt.
Maar Ik wil ook altijd gezien worden als Degene van wie de waarheid uitgaat
en aan wie deze dan ook gevraagd moet worden, want slechts Ik alleen kan
ze u verschaffen. En Ik doe ze u ook toekomen door diegenen wier geest
gewekt is - omdat zij in de liefde leven.
Amen |