BD.7908
3 juni 1961
De eindtijd geeft aanleiding tot genadegaven
Het is een onverdiende daad van genade, als u mensen het woord
uit den hoge mag vernemen. Want in de tijd kort voor het einde is de mensheid
op zo'n laag geestelijk peil aangeland dat er een oplossing voor de aardse
schepping nodig is. Een omwenteling en een nieuwe opwekking van al het
geestelijke dat nog in een gekluisterde toestand is. Echter ook van de
geesten die nu als mens belichaamd over de aarde gaan, en waarvan het
grootste deel de proef van het aardse leven niet kan doorstaan. Zodoende
streven de mensen niet meer bij zichzelf naar een verbinding met Mij.
Zij houden zich van Mij verwijderd en zijn door hun afwijzen niet waardig
door Mij aangesproken te worden.
Daarom is het een ongewone genade dat Ik Mij desondanks neerbuig, en de
mensen aanspreek. dat Ik ook hun mijn woord laat toekomen die zich nog
ver van Mij houden. Ik zie de staat van onwaardigheid over het hoofd.
Ik heb zorg voor de mensen die zich van Mij afkeren omdat de tijd van
het einde gekomen is. Omdat dit einde voor veel mensen de hernieuwde kluistering
in de materie betekent, die Ik nog wil afwenden van hen zolang er nog
tijd is.
Ik lok en roep en Ik laat overal heen een straal van mijn liefdelicht
oplichten. Ik raak de mensenharten aan met deze straal om maar te bereiken
dat zij zich bezinnen. Dat zij mijn woorden opnemen in hun harten, ze
in het hart overwegen en dan hun levenswandel daar naar richten. Ik wil
slechts dat zij niet verloren gaan, weer voor eeuwig lange tijden.
En dat grote gevaar bestaat, want slechts weinig mensen hebben een levend
geloof in Mij wat hen zou beschermen voor de ondergang, wanneer het uur
van het einde is gekomen. Daarom schenkt mijn liefde deze laatste genadegave
aan u mensen. U moet u slechts niet verweren als mijn dienaren u mijn
woord willen brengen. Luister naar hen en denk na zonder innerlijke weerstand
over wat Ik tot u spreek, en u kunt zich dan ook een geloof verwerven
in uw God en Schepper, dat geen blind geloof is.
En u zult dan ook spoedig mijn liefde tot u bemerken. Want gedachten zullen
in u boven komen die u niet verwerpt, omdat u inziet dat zij de waarheid
zijn. Geef slechts uw innerlijke weerstand op en u bent gered voor tijd
en eeuwigheid. Luister naar Mij en de kracht van mijn woord zal zijn uitwerking
op u niet missen, omdat het goddelijke liefdekracht is die u door mijn
woord bestraalt.
Het zijn geen holle mensenwoorden die u hoort, wanneer mijn boden mijn
genadegaven tot u brengen. Want mensenwoorden zijn gemakkelijk te verwerpen.
Goddelijke woorden echter hebben invloed, aangenomen dat de wil van de
mens zich niet verweert tegen deze invloed. Daarom verlang Ik alleen van
u dat u zich niet onwillig afkeert, maar er eens over na denkt. En Ik
zal u waarlijk helpen de waarheid van mijn woord te erkennen. Uw hart
zal zich aangesproken voelen en uw denken zal zich langzamerhand naar
Mij toe wenden. Uw weerstand zal zwakker worden, en de kracht van mijn
woord begint op u in te werken.
Geef slechts uw weerstand op en waarlijk, Ik zelf zal een ieder persoonlijk
aannemen. Ik zal hem woorden geven van liefde en genade, woorden van troost,
goede raad en wijsheid. Net zoals hij ze nodig heeft voor zijn ziel, opdat
hij Mij zelf herkent in de woorden die mijn boden hem brengen. Want waarlijk
Ik zeg u: Het is de tijd van het einde, en mijn liefde en barmhartigheid
wordt u steeds weer opnieuw geschonken en wil u behoeden voor het lot
van de hernieuwde kluistering, als het einde is gekomen.
En daarom giet Ik mijn genadegaven nog uit in rijke mate. En hem wiens
hart niet geheel verhard is, zoek Ik nog te winnen voor Mij en mijn rijk.
Aan hem probeer Ik Mij te openbaren als een liefdevolle God en Vader van
eeuwigheid, en hij zal waarlijk door de straal van mijn liefde geraakt
worden. Hij zal mijn woord kunnen herkennen als de stem van de Vader, die Zijn kind helpen wil. Die het wil behoeden voor de afgrond en die
het nog wil redden voordat het einde is gekomen.
Amen |