BD.7898
22 mei 1961
De Vader spreekt tot Zijn kinderen
Mocht u toch maar tevreden zijn met mijn aanspreken, mocht
u toch mijn woord aannemen het in uw hart overwegen en er dan ook naar
leven. U zou dan zeker de kracht van mijn woord ervaren en zou bemerken
dat het uw Vader is die tot u gesproken heeft, die Zijn kinderen liefheeft
en het beste met hen voorheeft opdat zij zalig worden.
Het is immers vanuit mijn oneindige liefde dat u aangesproken wordt, want mijn onbegrensde liefde is de reden van alles wat u ziet, wat u omgeeft
en wat u ondervindt. Ik toon u voortdurend mijn liefde maar u herkent
ze niet en u verlangt andere bewijzen om mijn boodschappen als waarheid
aan te kunnen nemen. Een ieder van u wil om die reden persoonlijk aangesproken
worden, maar Ik spreek toch tot u allen wanneer mijn woord van boven weerklinkt.
Bedenk dat u eens als mijn schepselen van Mij bent uitgegaan, dat u echter
als mijn kinderen tot Mij terug moet keren. Maar deze verandering tot
kinderen moet door uzelf volbracht worden omdat het aan u zelf ligt of,
en in hoeveel tijd u dit volbrengt. En als het uw oprechte wil is tijdens
uw aardse leven dit doel te bereiken, dan zult u in uw diepste wezen deze
verandering ook teweeg brengen. In uw hart zult u deze verbinding met
Mij herstellen en u zult dan ook in uw hart mijn spreken zelf kunnen vernemen
en zalig zijn. Dan herstelt u de juiste verhouding van het kind tot de
Vader, waarbij de Vader Zijn kind ook zal aanspreken. En het kind dat
de stem van de Vader in zich hoort zal er niet meer aan twijfelen, dat
het werkelijk de Vader is die tot hem spreekt.
Deze rijpheid van ziel moet eerst in ieder mens aanwezig zijn voordat
hij door Mij aangesproken kan worden, maar woorden alleen kunnen deze
innige verhouding niet laten zien. U moet niet alleen geloven mijn kinderen
te zijn, u moet er ook naar streven mijn ware kinderen te zijn. En bijgevolg
heeft mijn aanspreken van boven tot doel u, mijn schepselen tot een levenswandel
te bewegen die van u ware kinderen maakt, die in alles de wil van de Vader
vervullen en die Ik dan ook zal aanspreken zoals een Vader zijn kinderen
aanspreekt.
Mijn woord dat van boven tot u klinkt geeft u steeds weer inzicht in mijn
oneindige liefde voor u, dus is het vanuit mijn liefde dat Ik u de onverdiende
genade van mijn aanspreken laat toekomen. U bent immers nog lang niet
in een staat van rijpheid dat u waardig zou zijn Mij persoonlijk te kunnen
horen, maar omdat mijn liefde voor u niet minder is dan voor uw afval
van Mij, ziet zij uw gebrekkige toestand over het hoofd en geeft u genaden
in overvloed.
Het ontvangen van mijn woord moet door u mensen echter ook opgevat worden
als een overgrote genade, waardoor u een inzicht verkrijgt in mijn Wezen
dat liefde, wijsheid en macht is. Wie mijn woord dus aanneemt weet dat
hij door mijn liefde omringd wordt dat zij hem verzorgt en behoedt en
hem niet verloren laat gaan, en dat zij hem eeuwige zaligheid wil bereiden.
Een zodanig mens verlangt geen bewijzen van mijn liefde want zijn hart
voelt die liefde, zodra het zich opent voor Mij in vrije wil. Dan weet
hij ook mijn kind te zijn en eeuwig mijn kind te blijven, omdat hij dan
gestadig naar Mij streeft. Hij beantwoordt dan ook de liefde die Ik hem
schenk en is dan innig met Mij verbonden, want elk uiterlijk vertoon is
hem vreemd omdat zijn innerlijk leven geheel gericht is op het geestelijke
omdat de wereld zijn aantrekkingskracht verloren heeft. Zijn zielenrijpheid
is daaraan te herkennen, dat hij nu zelf liefde uitstraalt - niet echter
aan woorden en gebaren die iedereen kan aanwenden, ook als hij de zielenrijpheid
nog niet bereikt heeft.
Wees dus voorzichtig met het al te snel afgaan op uiterlijkheden, want
daarachter kan zich een innerlijk leven verbergen dat voor u niet valt
na te gaan dat Mij echter van iedereen bekend is. Evenzo mag u u niet
ergeren aan mijn uiterlijk woord en het alleen met uw verstand begrijpen,
maar u moet het diep in uw hart overwegen, want pas dan zal het in u werkzaam
worden als u er naar leeft en mijn wil vervult. Mijn woord zelf moet u
overtuigen en zal dat ook doen zodra uw wil Mij geheel toegewijd is, zodra
u ernstig naar Mij uw Vader streeft, van wie u eens bent uitgegaan.
Amen
|