BD.7893
14 mei 1961
Volmaaktheid betekent aanpassing aan de goddelijke wil
Een levend geloof kan waarlijk bergen verzetten. En u zou
over alle elementen van de natuur kunnen gebieden, als u dit levend geloof
zou hebben. U zou uw wil op mensen en dieren kunnen overdragen, wanneer
u in een levend geloof daardoor zou willen helpen in aardse nood. En u
zou dan werken met mijn kracht, omdat u in levend geloof heel innig met
Mij bent verbonden en dan mijn kracht onbeperkt zou kunnen gebruiken.
Maar wat wil dat zeggen, een levend geloof bezitten?
Het wil dit zeggen: een zo hoge graad van liefde te bezitten, dat u het
volledige inzicht hebt, kennis hebt van alle samenhang en nu ook uw vroegere
gesteldheid kent, toen u buitengewoon machtig en wijs uit Mij bent voortgekomen.
Dit weten, dat u - als zelf tot liefde geworden - nu bezit, laat u aan
niets meer twijfelen, omdat u nu ook Mij en mijn Wezen juist ziet, dat
in zich liefde, wijsheid en macht is. En daar u eens als mijn evenbeelden
was geschapen, ziet u ook in dat in u dezelfde macht aanwezig is, wanneer
u met Mij in verbinding staat, of ook wel: omdat u met Mij in verbinding
staat. Dan dus is uw geloof levend. U bent helemaal overtuigd dat u tot
alles in staat bent. Maar u gebruikt nu ook uw macht volgens uw innerlijk
inzicht. U zult nu nooit iets proberen te verwezenlijken, wat niet volgens mijn wil zou zijn, want uw wil is dan ook dezelfde als de mijne, omdat
u tot inzicht, tot het licht, tot het juiste weten bent gekomen.
Een levend geloof hebben zonder de liefde is niet mogelijk. Maar de liefde
garandeert ook een inzicht in mijn heilsplan van eeuwigheid. De liefde
waarborgt dat u juist denkt en handelt, dat uw wil gelijk gericht is aan
de mijne, dat u niet tegen mijn heilsplan van eeuwigheid in zult werken,
wanneer in u het juiste weten is, wanneer u in het licht van de waarheid
wandelt. Want al bezit u dan ook een levend geloof dat u in staat stelt
alles te volbrengen, zo zult u toch niet de nu in u aanwezige geloofskracht
gebruiken om te werken tegen mijn liefde en wijsheid in. Want uw wil,
die zich dan ook aan de mijne heeft aangepast, verhindert zoiets, zodat
dus ook elk werk van liefde aan de naaste, dat het levend geloof volbrengt,
in overeenstemming met mijn wil zal zijn, wanneer het voor diens zielenheil
dienstig is. Want mijn doel is en blijft het gelukzalig worden van mijn
schepselen, het rijp worden van de zielen, het naar Mij terugvoeren van
het eens gevallen geestelijke. En mijn liefde en wijsheid zal zich steeds
alleen in overeenstemming met dit doel uiten. En daar Ik sinds eeuwigheid
op de hoogte ben van de wil van de mensen, is ook mijn heilsplan sinds
eeuwigheid vastgesteld. En het zal niet omver kunnen worden geworpen door
mensen, bij wie nog het diepe inzicht ontbreekt.
Wilt u machtig zijn op aarde en iets groots volbrengen, dan zult u de
liefde in u moeten doen ontvlammen tot de hoogste gloed. Deze liefdegloed
echter straalt het helderste licht uit en in dit licht herkent u Mij en mijn Wezen, dat liefde, wijsheid en macht is. Maar dan kent u ook mijn
doel en mijn buitengewoon wijs liefdeplan. En het zou dan waarlijk niet
in u opkomen tegengesteld aan dit plan werkzaam te zijn. U zou alleen
steeds trachten in liefde op uw medemensen in te werken, dat ook zij zich
tot liefde vormen, omdat u inziet dat de liefde de enige weg omhoog is,
naar Mij en naar het eeuwige leven.
Een levend geloof is het teken van een grote zielenrijpheid, een hoge
graad van liefde die dit geloof het leven geeft. En u zult waarlijk in
een dergelijk geloof ook bergen kunnen verzetten. U zult echter steeds
in samenhang met Mij werken, omdat uw liefde u innig met Mij heeft aaneengesloten.
En dan bent u op de hoogte van mijn wil. U voelt hem in uw hart en u handelt
daarnaar. Maar deze wil zal nooit tegen mijn liefde en wijsheid zijn gericht.
Want ook in u kan geen verkeerde wil werkzaam zijn, ook u zult dan alleen
nog denken en willen als Ik. Ook voor u zal dan alleen nog de verlossing
van het geestelijke belangrijk zijn en u zult de zielen willen helpen,
die nog in de duisternis smachten. Maar aardse begeerten zullen u vreemd
zijn en u nooit aanleiding geven de kracht van het geloof werkzaam te
laten worden.
Amen |