BD.7881
28 april 1961
Kennisneming van het heilsplan van God
Dat Ik u mijn eeuwige heilsplan onthul, moet u de belangrijkheid
van de tijd waarin u leeft, laten beseffen. In alle duidelijkheid doe
Ik u een weten toekomen dat u inzicht verschaft in mijn besturen en werkzaam
zijn, dat u uw levensdoel op aarde, de zin en het doel van de schepping,
duidelijk maakt - een weten dat zo geweldig en omvangrijk is zoals u van
menselijke kant uit niet zou kunnen worden aangeboden - een weten dat
u alleen door het werkzaam zijn van mijn geest kan worden overgebracht.
Ik breng een licht naar de aarde, dat uitermate helder straalt en dat
het donker verjagen kan wanneer u, mensen u openstelt, als u onder de
indruk raakt zodra Ik u aanspreek. En de reden om u dit ongewone weten
toe te sturen is dat de mensen kort voor het einde staan.
Bent u nu in mijn heilsplan ingewijd, dan begrijpt u ook dat een verlossingsperiode
een einde heeft en hebben moet, omdat u dan alles leert bezien vanuit
dit gezichtspunt; dat het gevallen geestelijke de mogelijkheid moet worden
gegeven, te streven naar de weg die terugleidt naar Mij - hetzij de mens
of ook het nog in de schepping gebonden geestelijke, dat in zijn oersubstantie
als wezen van Mij uitging en als wezen ook in het vaderhuis terug moet
keren. Kent u mijn heilsplan van eeuwigheid, dan bent u ook op de hoogte
van de eindeloze ontwikkelingsgang die het gevallene moet afleggen om
weer op te kunnen stijgen en dan denkt u ook vol erbarmen aan datgene,
dat het stadium van mens nog niet bereikt heeft en in zijn onvrijheid
lijdt, omdat het oorspronkelijk als iets geestelijks dat vrij was van
Mij was uitgegaan.
En dan weet u ook dat het komt door de vrije wil van de mens, als hij
faalt in zijn aardse leven en dat deze vrije wil bijgevolg zelf zijn lot
veroorzaakt, dat hij de weg over de aarde onterecht aflegt wan-neer hij
de genade om als mens belichaamd te zijn, niet gebruikt. En dan zult u
ook begrijpen dat dit geestelijke zelf zijn leven op aarde vergooit, en
daarom een beëindigen van een verlossingsperiode alleen maar nog
een daad van liefde van mijn kant is, die ook het geestelijke wil helpen
op te stijgen, dat hevig verlangt naar de laatste omvorming om zich voorgoed
te kunnen bevrijden door als mens de gang over de aarde te gaan.
En u, mensen in deze laatste tijd voor het einde, breng Ik op de hoogte
van mijn heilsplan en dit is voor u een ongewone genade, omdat u nu makkelijker
in staat bent te geloven aan een einde, als u de verbanden eenmaal goed
hebt doorzien. Want ofschoon voor Mij duizend jaren gelijk zijn aan een
dag, eens is toch de laatste dag gekomen die van eeuwigheid af is bepaald.
En dan zal Ik de bokken van de schapen scheiden en zullen zij gered worden
die Mij trouw zijn gebleven en blijven, geen enkele van dezen zal hoeven
te vrezen als de aarde schudt en beeft, want hun leven is veilig gesteld
tot in alle eeuwigheid.
Begrijp dus mijn woorden goed en twijfel niet aan Mij en mijn woord, dat
u uit den hogen toeklinkt, dat u een naderend einde aankondigt en dat
vervuld wordt omdat het waarheid is. U, die kennis neemt van mijn openbaringen,
zult waarlijk makkelijk kunnen geloven, omdat u de hele samenhang weet.
Want daarom heb Ik u mijn heilsplan geopenbaard, daarom is u een ongewoon
weten toegezonden, dat u licht zou geven, opdat u zult kunnen geloven.
U zult Mij niet kunnen overhalen mijn heilsplan niet door te voeren, u
zult de dag van het einde niet meer tegen kunnen houden, omdat die sinds
eeuwigheid is voorbeschikt. Maar ieder van u kan bij diegenen horen die
Ik mijn bescherming heb beloofd wanneer ze Mij trouw blijven. U zult bij
de weinigen die gerechtvaardigd zijn, behoren, die mijn arm zal beschermen,
die Ik ophef van de aarde als het uur gekomen is dat voor alle scheppingen
op, in en boven de aarde een einde betekent.
Want mijn macht is groot, mijn liefde zonder einde en ze gaat uit naar
al het nog niet verloste geestelijke. En mijn wijsheid ziet waarlijk ook
de juiste tijd waarin een verandering nodig is, zal de positieve ontwikkelingen
volgens mijn eeuwige ordening verder gaan. En mijn liefde, wijsheid en
macht zal steeds aan het werk zijn als het erom gaat al het gevallen geestelijke
terug te voeren, dat huiswaarts moet keren in mijn vaderhuis.
Amen |