BD.7816
4 februari 1962
Het juiste Gods begrip
En dit zal u duidelijk worden door mijn geest, dat er maar
één God is en dat Ik, uw God, zichtbaar ben geworden in
Jezus Christus daar Ik Geest ben.
Ik kon voor de door Mij geschapen wezens niet als een begrensd wezen zichtbaar
zijn, maar in Jezus Christus ben Ik voor al mijn schepselen een zichtbare
God geworden. U kunt derhalve niet spreken van Jezus Christus en de Vader,
want Ik ben één met Hem. Wanneer u dus spreekt over Jezus
Christus - dan spreekt u over Mij, uw God en Schepper, uw Vader van eeuwigheid.
Reeds het kindeke Jezus droeg mijn geest in zich en reeds na Zijn geboorte
werkte Ik in Hem op ongewone wijze, om het de mensen in Zijn omgeving
duidelijk aan te tonen dat mijn geest zich in dit kind bevond. De mens
Jezus heeft Zijn leven aan het kruis met Zijn laatste adem uitgeblazen
het lichaam van Jezus was echter vergeestelijkt en Hij stond op uit de
dood, want al Zijn substanties hadden zich met Mij verenigd. Mijn geest
had lichaam en ziel doordrongen, Hij had dus geen typisch menselijke eigenschappen
meer.
Wat is opgestaan uit de dood op de derde dag, dat was Ikzelf - de Vadergeest
van eeuwigheid - de God, die de wezens verlangden te aanschouwen en die
nu in de gedaante van Jezus Christus zichtbaar werd. Jezus Christus is
nu uw God want Ik ben Geest, en alleen in de vorm van Jezus Christus voor
al mijn schepselen zichtbaar geworden. U kunt u dus van Mij geen andere
voorstelling maken dan die van de goddelijke Verlosser Jezus Christus.
Als u Mij wilt aanroepen, wanneer u zich met Mij in verbinding wil stellen,
moet u Jezus Christus aanroepen. U moet met Hem samenspraak houden, u
moet Hemzelf als uw Vader van eeuwigheid erkennen en u zult dan ook een
juist Gods begrip hebben - dat echter nooit juist kan zijn als u afzonderlijk
bidt tot Mij als "God" en tot Jezus als "Gods Zoon".
Een door Mij geschapen, hoogst volmaakt Wezen - bij Mij gebleven toen
de grote afval van de geesten plaats vond, een ziel die mijn "Zoon"
was - had zijn intrek genomen in de mens Jezus. En deze "Zoon Gods"
maakte het Mij mogelijk Mij in een menselijk omhulsel te belichamen, zodat
vervolgens de volledige vereniging van de Vadergeest van eeuwigheid met
Jezus Christus kon plaatsvinden - zodat er echter daarna geen twee aparte
wezens waren, maar alleen een God. Want de goddelijke geest, mijn Oerwezen,
doorstraalde volledig het menselijke omhulsel en vergeestelijkte het eveneens.
Alles was derhalve goddelijke geest, het was de geest, die de gehele oneindigheid
doorstraalt en zich alleen in een voor mensen zichtbare vorm openbaarde,
zodat zij zich een beeld kunnen vormen om zich nu met dat Wezen te verbinden.
Want de oorzaak van de afval der geesten bestond in een vrijwillig afscheiden
van Mij omdat zij niet bij machte waren Mij te aanschouwen. En zo heb
Ik voor hen weer de mogelijkheid geschapen zich weer vrijwillig met Mij
te verbinden, doordat Ik Mij voor hen zichtbaar maakte in Jezus Christus.
Dus nooit mag u "Jezus Christus" en "Mijzelf" scheiden,
want Hij en Ik zijn hetzelfde en wie Hem aanroept, die roept ook mijzelf
aan, wie Hem ziet die ziet mijzelf; Ik die ben en was van eeuwigheid en
ook zal zijn tot in alle eeuwigheid.
Amen |