BD.7771
13 december 1960
"U zult allen door God onderricht moeten zijn"
Wat ten tijde van mijn leven op aarde geschiedde, dat gebeurt ook nu, in zoverre, dat ik u weer onderricht, zoals Ik eens mijn leerlingen heb onderricht. U wordt dus door "God zelf" onderwezen. En zo zult u ook in de waarheid onderwezen moeten worden, omdat God de eeuwige Waarheid is. De mensen herkenden Mij niet toen Ik onder hen vertoefde en hun mijn liefdesleer bracht, toen Ik hen bekend maakte met een weten dat juist alleen Ik zelf hun kon brengen. Maar die in de liefde waren, geloofden ook wat Ik hun overbracht. Ze zagen spoedig in dat het geen mensenwoorden waren, maar Gods woorden. En daarom namen ze ook mijn leerstellingen aan.
En zo worden de mensen ook nu door Mij toegesproken. En die in de liefde leven herkennen de stem van de Vader, de stem van hun God en Schepper van eeuwigheid, en ze nemen mijn leerstellingen ook aan. En weer zijn het mijn goddelijke geboden van de liefde die Ik u mensen als zijnde dringend voorhoud, omdat u Mij pas echt zult herkennen wanneer u door de liefde de geest in u hebt gewekt. Want de geest in u, is deel van Mij. Hij is het, die ook onderricht, zodat ook u zult kunnen zeggen: u bent door God onderwezen. Ik vertoef niet meer lichamelijk op aarde zoals eens, maar toch ben Ik bij u zoals Ik het beloofd heb: "tot aan het einde van de wereld."
En wanneer Ik tot u spreek door de geest, dan bewijs Ik u daardoor mijn aanwezigheid. En u zult kunnen inzien, evenals vroeger mijn leerlingen, dat uw God en Schepper, uw Vader tot u spreekt. Maar u zult in de liefde moeten leven, omdat zonder liefde de geest in u nooit tot leven kan ontwaken. Want zonder liefde kan hij zich niet uiten en bespeurt u niets van de aanwezigheid van God.
Maar zodra Ik u kan toespreken, zal Ik ook steeds de liefde als het belangrijkste voorstellen. Ik zal steeds weer op mijn geboden van de liefde wijzen. Ik zal de mensen tot liefde vermanen en hun het grootste werk van liefde voorhouden: mijn offerdood aan het kruis, die alleen de Liefde kon volbrengen en waarmee Ik mijn leven op aarde als mens bekroonde, opdat u verlost werd van zonde en dood. En zo zal mijn woord ook tegenwoordig steeds weer het verlossingswerk van Jezus Christus tot inhoud hebben, want u mensen zult moeten weten dat mijn liefde voor u de zondenschuld teniet heeft gedaan en dat u alleen zalig zult kunnen worden wanneer u dit verlossingswerk van Mij erkent. Wanneer u Mij zelf in Jezus Christus erkent en om de vergeving van uw zondenschuld vraagt.
En daarom zult u mensen ook op de hoogte moeten zijn van de aanleiding voor dit verlossingswerk, van uw grote schuld van weleer en van mijn overgrote liefde. En dit weten komt u toe door mijn woord en u wordt door Mij zelf onderricht, zoals Ik eens mijn leerlingen heb onderricht, die het verlossingswerk moesten meemaken en dan daarvan moesten getuigen. En ook u die mijn woord zult horen, u zult het diegenen moeten verkondigen die zonder weten zijn of zonder geloof in Jezus Christus, de goddelijke Verlosser. Want alle mensen moeten vernemen waarom Ik over de aarde ben gegaan. Alle mensen moeten te weten komen dat ze Jezus Christus niet mogen afwijzen, omdat ze dan ook Mij zelf afwijzen en eeuwig niet meer levend kunnen worden. Eens moeten ze de weg naar Mij vinden, want Ik ben aan het kruis gestorven opdat hun schuld hun vergeven is. En ze moeten het zelf willen en zelf de weg nemen naar het kruis, naar Mij in Jezus Christus. Ze moeten in de liefde leven opdat ze leren geloven en zich dan ook laten vastpakken door de eeuwige Liefde.
En nooit zal Ik de mensen aan zichzelf overlaten, want Ik heb u de belofte gegeven bij u te blijven tot aan het einde van de wereld. En dus zal Ik ook u toespreken en u onderrichten, zoals Ik mijn leerlingen onderwees toen Ik over de aarde ging.
Amen |