BD.7734
30 oktober 1960
Onzelfzuchtige verspreiding van het woord
Als u zich wilt wijden aan de verspreiding van mijn woord,
dan mag alleen de liefde tot Mij en uw naasten de beweegreden zijn die
u daartoe beweegt. U moet dan de opdracht vervullen die Ik u heb toevertrouwd,
u moet proberen de geestelijke nood van uw medemensen te lenigen,
hetgeen Mij aanleiding gaf u met genadegaven te overladen opdat u ze uitdeelt
daar waar Ikzelf niet in actie kan komen.
Het moet dus steeds de liefde zijn die u beweegt voor Mij en mijn rijk
te willen werken, dan zal ook het succes niet uitblijven omdat de liefdadigheid
een kracht is die nooit zonder uitwerking blijft. Weliswaar zult u vanwege
de geestelijke arbeid die u verricht uitgelachen worden door uw medemensen
die geen geloof hebben, want voor hen is het onbegrijpelijk dat iemand
werk doet dat hem geen materieel voordeel oplevert. Maar daaraan mag u
zich niet storen, want hoe onzelfzuchtiger u voor Mij werkt, des te zekerder
kunt u van mijn zegen zijn die op elk onbaatzuchtig werk rust dat in mijn
wijngaard wordt verricht. Dan heeft u ook de waarde van mijn genadegaven
begrepen, wanneer u ze ziet als een geestelijke rijkdom die ook een geestelijk
voordeel kan opleveren.
Dan pas bent u voor Mij bruikbare knechten, als u Mij niet dient voor
eigen voordeel. Wanneer u alleen mijn voordeel tracht te vermeerderen,
dat bestaat in het winnen van zielen voor het hemelrijk. Eenmaal moet
u ook uw lichaam afleggen en u zult geen aardse bezittingen mee kunnen
nemen in mijn rijk. Maar u kunt rijk gezegend tot Mij terugkeren omdat
de verworven geestelijke goederen u zeker volgen in de eeuwigheid. Bezittingen
die door hen niet worden geacht die het doel van het aardse leven niet
begrijpen. Dezulken hebben op aarde alleen aardse goederen verworven en
daarvoor reeds het loon ontvangen dat hun toekwam voor hun daden en levenswandel.
Maar zij zullen weinig hebben om te laten zien aan de "poort van
de eeuwigheid", omdat zij geen waarde hechten aan geestelijke goederen.
Maar u die werkzaam bent voor Mij en mijn rijk, u mag geen acht slaan
op aards gewin en alleen de liefde moet aanleiding zijn tot uw arbeiden.
U moet om u heen kijken en de geestelijke nood opmerken waarin de mensheid
verkeert. U moet helpen willen omdat u inziet hoe de mensheid de afgrond
tegemoet gaat, u moet onversaagd werken omdat zulks nodig is met het oog
op het naderende einde.
Dan zal het voor u duidelijk worden waarom u door Mij van de wereld wordt
afgezonderd en teruggetrokken, die uw blik alleen maar van uw opdracht
zou afleiden die u heeft te vervullen. U zult dan ook begrijpen dat Ik
steeds opnieuw trouwe knechten wil aanwerven die aan deze arbeid willen
deelnemen en hun medemensen het evangelie van de liefde willen verkondigen.
Want de mensen moeten mijn woord horen dat Ik hun door u steeds weer laat
verkondigen. U zult begrijpen dat Ik aan alle deuren "aanklop",
dat Ik u vooruit zend om Mij, uw God en Vader aan te kondigen. Want Ik
wil zelf komen en bij alle mensen mijn intrek nemen.
Mij zelf kunnen zij nog niet vernemen, daarom moet u vooruitgaan opdat
Ik hen via u kan aanspreken. Het is nodig dat zij van Mij kennis nemen,
van mijn liefde, die hen nog redden wil vóór het einde komt.
Daarom moet alles gedaan worden hun te laten weten dat Ik door mijn geest
werk in het hart van ieder mens, die van goede wil is. U moet derhalve
onbaatzuchtig en liefdevol over Mij en mijn openbaringen praten, u moet
hun mijn woord brengen dat gezegend is met mijn kracht. U mag niet moede
worden u de geestelijke nood van uw medemensen aan te trekken, terwijl
u er toe bijdraagt dat mijn woord verspreid wordt. Ik zelf zal de zoekende
mensen tot u voeren en u de gelegenheid geven met hen in contact te komen,
en elke arbeid die u dan onbaatzuchtig doet voor Mij en mijn rijk zal
Ik zegenen.
Amen |