BD.7719
3 oktober 1960
Het Licht van eeuwigheid
In Mij herkent u het Licht dat sinds eeuwigheid schijnt, dat uitstraalt in de oneindigheid en dat ook uw harten wil binnendringen opdat het licht zal worden en alle duisternis zal wijken. Ik ben dus het Licht van eeuwigheid dat is neergedaald naar de aarde die in duisternis gehuld was en daarom voor u mensen een onzalige verblijfplaats. Ik daalde zelf af naar de aarde en ontstak in de mensen een licht. Ik bracht hun de goddelijke liefdesleer waarvan het naleven hun met zekerheid het inzicht gaf. En inzicht is licht. Inzicht is het kennen van de zuivere waarheid die van Mij uitgaat.
Ik toonde de mensen de weg om tot het licht te geraken. Ik wees ze de weg van de liefde, die de mensen onweerlegbaar de wijsheid moest opleveren. Want het vuur van de liefde straalt het licht der wijsheid uit. Het "Licht" daalde af naar de aarde, dus is de "Liefde" naar de aarde gekomen. En de Liefde ben Ik zelf. Ik zelf ben de Oerbron van het licht en als zodanig zult u Mij moeten leren zien. U moet weten dat mijn wezen "liefde" is en daarom ook onbegrensde "wijsheid" moet zijn, en dat, wie door mijn liefde wordt bestraald, ook in de diepste wijsheid wordt geleid en bijgevolg het inzicht heeft.
Daarom kan dus geen mens wetend worden, dus tot inzicht komen, wanneer de liefde niet tevoren ontstoken werd. Want zonder liefde is er geen wijsheid, zoals er zonder vuur geen licht kan zijn. En als u mensen dus rijper aan inzicht zult willen worden, dan zult u eerst uw best moeten doen rijper te worden in de liefde, dus de graad van liefde steeds hoger te laten worden, omdat dan het licht in u is en alles helder verlicht wat tevoren nog donker was.
En in het gebed moet u alsmaar vragen om kracht. U moet vragen om versterking van uw wil en dit verzoek zal u waarlijk worden ingewilligd. Want door het enige gebed tot Mij verbindt u zich met de Bron van de kracht, met de Bron van het licht en van de liefde. U verbindt zich met Hem die u alles kan en wil schenken, maar die daar door uzelf om gevraagd wil zijn, omdat dan Zijn werkzaam zijn onbeperkt is, wanneer uw wil Hem toebehoort. Ik kom naar u toe en ontsteek in u waarlijk het licht van verlichting en inzicht. Ik laat u waarlijk niet in duisternis van geest, want Ik geeft u kracht die u nu gebruikt om in liefde werkzaam te zijn. En dan wordt ook het licht in u ontstoken en verkrijgt u inzicht.
En zo zult u begrijpen dat het verstand u geen weten kan opleveren dat overeenstemt met de waarheid, of dat u een weten niet "inzicht" zult kunnen noemen. Want inzicht is wijsheid en wijsheid is het weten uit Mij dat licht schenkt en gelukzaligheid. En dat alleen zult u moeten nastreven, omdat dit weten mee wordt overgenomen in de eeuwigheid, omdat het niet vergaat zoals het aardse weten. Omdat het voor de mensen de rijkdom bepaalt waarmee de ziel eens zal kunnen werken in het rijk hierna.
U moet verlangen naar het licht uit Mij. U moet u tot het Licht zelf wenden, opdat het u zal verlichten. U moet erom bidden en u zult het ontvangen, want door het gebed brengt u al de verbinding met het eeuwige Licht tot stand. En het zal zijn stralen in uw hart zenden en u bedenken naar uw verlangen. Licht, liefde, waarheid - alles behoort Mij toe. Alles behoort tot mijn wezen en het ene is ondenkbaar zonder het andere.
Maar zodra u het inzicht hebt, zodra u een waarheidsgetrouw weten het uwe noemt, is het donker van de nacht doorbroken, waarin u zich eindeloze tijden bevond. U bent begonnen aan de terugweg naar Mij. U schrijdt het licht weer tegemoet. U laat u bestralen door Mij als het "eeuwige Licht" en u zult weer uw wezen omvormen, terug tot het oerwezen. U zult worden wat u was in het allereerste begin: wezens vol van licht die voortdurend verbonden zijn met de Oerbron van licht en kracht. U zult gelukzalig zijn en dat voor eeuwig blijven.
Amen |