Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.7681
24 augustus 1960

"Ik blijf bij u tot aan het einde van de wereld"

Ik wil u mijn Trooster zenden, de geest der waarheid. U allen hebt het vermogen in u de stem van mijn geest te vernemen, want een deeltje van Mij zelf, een geestvonk van mijn goddelijke geest, die liefde is, ligt in u en zal zich ook steeds met Mij kunnen verbinden. Mijn woord zal door hem in u binnenstralen, want deze geestvonk is een uitstraling van mijzelf die u doeltreffend raakt als u daarop voorbereid bent. Zolang u zich afzijdig houdt van Mij, houdt ook deze geestvonk zich in u stil. Verbindt u zich met Mij, dan staat ook de geestvonk in contact met Mij en hij kan u alles overbrengen wat nu van Mij aan licht en kracht uitgaat. Hij kan u de zuivere waarheid uit Mij doen toekomen, en u kunt door het ontvangen van deze waarheid toenemen in inzicht, dus vanuit het donker van de nacht het licht van de dag binnentreden.

Ikzelf heb u dit beloofd toen Ik op aarde leefde, dat Ik u niet meer alleen zou laten, dat Ik altijd bij u zal blijven tot aan het einde van de wereld. Ik wees u op "het werkzaam zijn van mijn geest" in u, die u vertrouwd zal maken met de waarheid. Want tevoren was de ziel nog met de oerschuld belast, die het onmogelijk maakte dat de verbinding van de mens met Mij zo innig was dat hij mijn stem in zich vernam.

Want eerst moest de verlossing hebben plaatsgevonden door Jezus Christus, die de grote scheiding van Mij ophief. De mens moest Mij heel bewust erkennen in Jezus Christus. Hij moest dus vanuit zijn wil de weg van de terugkeer aanvaard hebben, die hem dan ook weer de aanstraling van mijn liefdeskracht opleverde en hem verzekerde van het weerklinken van mijn woord in zichzelf, als dit zijn wil was, als hij zich bewust openstelde en nu de geestvonk in zich aanleiding gaf zich te verbinden met de Vadergeest van eeuwigheid.

Daartoe behoort slechts de ernstige wil, in mijn wil binnen te gaan. Daartoe is het erkennen van mijzelf nodig, aan wie het wezen eens zijn erkenning ontzegd had. En daar is een leven in liefde voor nodig opdat mijn geest zich nu uiten kan, zoals Ik het beloofd heb. Lichamelijk kon Ik niet bij u mensen blijven, maar Ik gaf u de troost mijn geest te zenden en dus altijd "bij u te blijven tot aan het einde van de wereld". En deze belofte moet u ernstig nemen. U kunt zich altijd van mijn tegenwoordigheid bewust zijn en blijven. U hoeft het alleen maar zelf te willen dat Ik bij u tegenwoordig ben. U hoeft slechts in gedachten de verbinding met Mij tot stand te brengen, in de geest of in het werkzaam zijn in liefde.

Dan zult u Mij ook voortdurend kunnen vernemen. Want Ik zelf ben in u en de geestvonk verliest nimmer de verbinding met de Vadergeest van eeuwigheid. Hij kan zich alleen niet uiten, wanneer de mens zelf zich niet openstelt uit vrije wil. Wanneer hij zelf niet luistert om te horen wat de geest uit Mij door de geestvonk aan hem overbrengt.

En zodoende ligt het steeds alleen aan de mens zelf, dat hij de vonk in zich doet ontbranden, dat hij hem de mogelijkheid geeft zich te openbaren, dat hij Mij zelf vraagt dat Ik bij hem mag zijn, hem onderricht en bekend maak met de waarheid volgens mijn belofte.

En Ik zal hem waarlijk als een Trooster terzijde staan. Ik zal hem binnenleiden in de waarheid, Ik zal mijzelf aan hem bewijzen door mijn aanspreken. Ik zal bij hem zijn en blijven tot aan het einde.

Amen