Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.7627
20 juni 1960

Aaneensluiting - De gelukzaligheid van de evenbeelden Gods

Het einddoel van uw aardse leven is de vereniging met Mij. U moet de aaneensluiting met Mij gevonden hebben wanneer het uur van de dood in aantocht is. U moet zonder vrees en schrik heengaan naar het rijk hierna, u moet alleen van verblijfplaats wisselen en weer belanden in het vaderhuis dat u eeuwigheden geleden verlaten hebt. U moet weer de weg naar huis, naar Mij, gevonden hebben en nu ook weer gelukkig zijn zoals u dat was in het allereerste begin.

Dit is de zin en het doel van uw bestaan op aarde en uw voortdurend streven moet zijn dit doel te bereiken, want het is u mogelijk. Het is niet iets onmogelijks wat Ik van u verlang. U bent mijn kinderen, u bent van Mij uitgegaan en het moet heel vanzelfsprekend zijn dat u er naar streeft weer naar Mij, uw Vader terug te keren, omdat de liefde van de Vader u trekt en omdat u in het allereerste begin toch geschapen was als mijn evenbeelden. En daarom moet de vereniging met Mij meer beantwoorden aan uw wezen dan de verwijdering van Mij. En daarom bent u ook op deze verre afstand nooit gelukkig geweest en kunt u ook pas na onze vereniging weer gelukkig genoemd worden, want met Mij verenigd te zijn, betekent ook: weer door mijn liefde doorstraald te worden, wat een onvoorstelbare gelukzaligheid betekent.

U bent mijn schepselen en hoort onherroepelijk bij Mij. Uw afval van Mij was een daad van verkeerd willen en verkeerd denken. Zodra uw willen en denken maar weer in de juiste ordening verkeren, zult u ook weer de aaneensluiting met Mij zoeken, u zult weer alles doen om de afstand van weleer te verkleinen. En dit zal u in het aardse leven ook lukken, omdat Ik zelf vurig verlang naar deze aaneensluiting en u daarom ook help omdat mijn liefde u trekt en u deze liefde van Mij niet vermag te weerstaan, als u weer de juiste ordening bent binnengegaan.

Het is waarlijk een heerlijk lot dat u wacht wanneer u zich met Mij verenigd heeft. Het lichtrijk opent zich weer voor u, u kunt werken in kracht en licht en vrijheid naar uw wil, die echter toch ook mijn wil is. U zult zaligheden kunnen genieten waarvan u nooit gedroomd zou hebben. U zult zien en horen wat uw ogen en oren nog nooit op aarde gezien en gehoord hebben, want Ik heb allen die van Mij zijn onmetelijke zaligheden bereid, allen die Mij liefhebben en zich daarom met Mij voor eeuwig verbonden hebben. Want het is de liefde die deze innige band vlecht om Vader en kind. De liefde die in u ontstoken moet worden tijdens uw leven op aarde en die dan het hart van de mens zo doorstraalt dat het de verbinding met Mij, als de eeuwige Liefde, tot stand brengt, dat de mens nu zijn oerwezen weer aanneemt, dat hij wordt wat Ik zelf ben van eeuwigheid: Liefde.

En zo moet een mens die zichzelf weer verandert tot liefde onafscheidelijk met Mij verbonden zijn. Hij moet weer zoals in het begin door mijn liefde worden doorstraald. Hij moet zo dicht bij Mij zijn, dat we innig versmolten zijn door de liefde en dus moet zijn terugkeer naar Mij hebben plaatsgevonden, die zin en doel van zijn aardse leven was.

En met deze band is er geen terugval meer naar de diepte. Het wezen heeft zijn wilsproef doorstaan, het is van schepsel Gods tot kind van God geworden. Het heeft de volmaaktheid op aarde bereikt, het heeft weer alle eigenschappen en vermogens opnieuw verworven die het eens door zijn afval van Mij prijsgaf. En Ik heb nu mijn doel bereikt. Mijn heilsplan van eeuwigheid is bij dit wezen met succes gerealiseerd, dat wil zeggen: wat Ik niet kon scheppen is door dit heilsplan toch bereikt: wezens die aan God gelijk zijn - kinderen die tot volmaakte wezens werden door de vrije wil, niet door mijn almacht.

Nu pas heb Ik ware kinderen die in alles mijn evenbeeld zijn, die naast Mij en in mijn wil scheppen en werken kunnen en toch hun eigen wil gebruiken, die echter gelijk gericht is als de mijne omdat de volmaaktheid zoiets garandeert.

En u mensen kunt dit doel bereiken, want Ik zelf verlang vurig naar de aaneensluiting met u en Ik zal waarlijk alles doen wat u naar het doel voert, wanneer uw wil zich maar aan de mijne onderwerpt, wanneer u zich gewillig onder mijn leiding stelt, wanneer u volledig bewust streeft naar de vereniging met Mij en wanneer u in de liefde leeft, en dat al hier op aarde. Dan komt u met elk werk van liefde dichter bij Mij, dan laat u mijn tegenwoordigheid in u toe, en dan moet ook de vereniging plaatsvinden, want: "Wie in de liefde blijft, die blijft in Mij en Ik in hem". De liefde dus is de band die ons aaneensluit en nu eeuwig onverbrekelijk is.

Amen