BD.7611
30 mei 1960
Scheiding der geesten - Het einde van een aards tijdperk
De gang als mens door het aardse leven is de laatste ontwikkelingsfase
op de ontwikkelingsgang van de eens gevallen oergeest op deze aarde. Die
gang is de afsluiting van een tijd die aan dit geestelijke werd toegestaan
voor zijn opwaartse ontwikkeling. Het is de afsluiting van een periode
waarin de oergeest weer zijn volmaaktheid kan bereiken, als hij die laatste
fase, dat wil zeggen: het stadium als mens, nuttig gebruikt en zijn wil juist richt.
Hij kan dus zijn doel bereiken en volledig vergeestelijkt weer in dat
rijk binnengaan waarvan hij eens is uitgegaan. Hij kan tot het "licht"
terugkeren, tot de Oerbron van eeuwigheid, tot de Vader uit wie hij als
diens schepsel eens is voortgekomen.
Maar hoe kort deze aardse levenstijd ook is in vergelijking met de eindeloos
lange tijd van voorontwikkeling, toch bestaat het grote gevaar dat de
mens opnieuw weer zijn wil misbruikt, dat hij niet naar de voleinding
streeft maar weer afglijdt naar de diepte. En omdat dit zijn vrije wil
is wordt hem dat ook niet belet, zoals hij omgekeerd ook niet gedwongen
kan worden zijn wil juist te richten.
Het gaat er dus om een tweede keer zijn wil te beproeven, en hij moet
deze proef afleggen als mens. Anders zou zijn gang door het aardse leven
vergeefs zijn, wat ook een hernieuwde kluistering in de materie ten gevolg
kan hebben als hem niet nog de laatste genade toegestaan is in het hiernamaals
langzaam hoger te stijgen, echter onder veel moeilijkere omstandigheden
dan op de aarde.
Zolang een aards tijdperk nog niet is afgesloten bestaat ook deze mogelijkheid,
omdat altijd nog het rijk hierna open staat voor die zielen die onvoltooid
van deze aarde scheiden. Maar de poorten tot het rijk hierna zullen zich
sluiten zodra deze verlossingsperiode afloopt en er weer een nieuwe begint.
Want het beëindigen van een oud tijdperk betekent ook een volledige
scheiding der geesten, het betekent een opnieuw ordenen van al het geestelijke
in die uiterlijke vormen of scheppingen die beantwoorden aan zijn ontwikkelingsgraad.
En ook in de laatste tijd zal de hel alles uitspuwen ten behoeve van de
hernieuwde kluistering, dan zal ook iedere mogelijkheid in het rijk hierna
voorbij zijn om zich trapsgewijs te ontwikkelen. Daarom wordt er van tevoren
nog veel verlossingsarbeid verricht om ook uit de diepte nog veel zielen
te redden voor een tweede kluistering in de materie. Er zal een grote
schifting zijn in het hiernamaals en op aarde. En als de mensen op aarde
zouden bedenken hoever zij al gevorderd zijn en hoe kort zij voor hun
voleinding staan, dan zouden zij waarlijk al hun kracht aanwenden om die
korte tijd nog te benutten die hun nog over blijft voor het einde.
Maar zij nemen niets ernstig, wat hun daarover ook ter overweging gegeven
wordt. Zij benutten de tijd niet om hun doel te bereiken en de laatste
genade, van belichaming als mens, gaat zonder resultaat aan hen voorbij.
Want ook alle genademiddelen die hun mijn liefde doet toekomen worden
of niet aangenomen of niet gebruikt. En een eindeloos lang ontwikkelingsproces
loopt ten einde zonder resultaat voor de menselijke ziel, voor de eens
gevallen oergeest die tot God terug moet keren.
De mensen kunnen echter alleen maar vermaand en gewaarschuwd worden, en
dat geschiedt in hoge mate door het goddelijke woord dat vanuit den hoge
de mensen wordt doorgegeven als ongewoon genademiddel van de overgrote
liefde van God. En alle mensen worden aangesproken en behoeven alleen
maar hart en oren te openen om de kracht van het goddelijke woord ook
te bemerken, en in zekerheid opwaarts te gaan. Ieder mens heeft dus de
mogelijkheid "kracht" te halen, maar hij moet van goede wil
zijn en trachten het doel van zijn aardse leven te vervullen. Hij moet
in de korte tijd tot aan het eind van zijn leven bewust leven, hij moet
de wil van Hem vervullen willen die hem het leven gaf en zich aan Hem
overgeven en Hem bidden om genade en kracht. En dan zal hij ook zijn doel
bereiken, want deze bede zal altijd vervuld worden en God zal ieder zegenen
die Hem om kracht en genade vraagt - en zijn aardse weg zal niet vergeefs
zijn.
Amen |